Inspectierapport
Onvermogen in jeugdzorg zo groot dat kinderen soms extra trauma’s oplopen
Bestuurlijk wordt er niets bereikt voor gezinnen in de jeugdzorg. Ondertussen gaat de ellende onverdroten voort, constateren inspecties.
De crisisaanpak in de jeudzorg van de bewindslieden Weerwind en Van Ooijen werpt vooralsnog geen vruchten af. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV) brachten donderdag een vernietigend rapport uit over de hulp aan kinderen die bijvoorbeeld worden mishandeld of verwaarloosd. Het lukt negen van de dertien jeugdbeschermingsorganisaties in Nederland niet om een kind in zo’n situatie aan een jeugdbeschermer te koppelen. Soms staan ‘honderden kinderen’ op een wachtlijst.
De IGJ en IJV spraken in september minister Weerwind (rechtsbescherming) en staatssecretaris Van Ooijen (jeugdzorg) al aan op hun verantwoordelijkheid voor kinderen die onder toezicht van de overheid zijn gesteld. De inspecties kondigden toen aan niet te handhaven (door bijvoorbeeld boetes aan falende organisaties op te leggen) als de oorzaak van de problemen ligt bij het niet goed functioneren van het jeugdzorgstelsel.
De deadline voor hervormingsagenda wordt niet gehaald
Personeelstekorten, financieringsgebrek en onvermogen bij gemeenten om passende jeugdzorg te organiseren spelen de jeugdbescherming parten. Verbetering moet komen vanuit de ‘hervormingsagenda’, waar Van Ooijen en de gemeenten al anderhalf jaar over steggelen. Een deadline van 1 maart wordt wederom niet gehaald. Van Ooijen krijgt financieel vanuit het kabinet niet de ruimte waar de gemeenten om vragen.
Ondertussen gaat het drama binnen de gezinnen onverdroten voort, blijkt uit het rapport. Na een uithuisplaatsing van een kind wordt onvoldoende toegewerkt naar een terugplaatsing. Rechterlijke beslissingen worden niet uitgevoerd. Bovendien achten de inspecties de oplossing van Weerwind en Van Ooijen om kinderen die een jeugdbeschermingsmaatregel van de rechter krijgen opgelegd, voorrang te geven op kinderen die minder zware jeugdhulp nodig hebben ‘niet verantwoord’.
Jeugdzorg raakt zélf betrokken bij calamiteiten
Het geploeter bij de jeugdzorginstellingen zorgt ervoor dat zij zelf vaker betrokken raken bij calamiteiten- en geweldsmeldingen. Er kwamen afgelopen jaar 204 meldingen binnen van gezinnen waarbij de hulp zo verkeerd werd ingezet, dat die extra leed veroorzaakte. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als een kind eigenlijk in een ggz-instelling moet worden opgenomen, maar er geen plek is en hulp aan huis komt. Deze hulpverleners hebben niet altijd kennis van eerder opgelopen trauma’s, of de kunde om ermee om te gaan. Kinderen lopen dan opnieuw een traumatiserende ervaring op.
De rapportage is ‘één grote ellende’, twittert GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld. “Dit gaat over echte kinderen, jongeren, gezinnen die hulp nodig hebben en een veilige haven. Over hulpverleners die vol passie zijn, maar door de enorme werkdruk hun werk niet meer kúnnen doen. Al deze mensen worden in de steek gelaten door een falende overheid.”
Lees ook:
VNG ziet akkoord over jeugdzorg somber in: ‘Het Rijk biedt geen enkele opening’
Donderdag zal duidelijk worden of het voor de kerst nog lukt om een akkoord te sluiten over de jeugdzorg. De VNG ziet het somber in.
Jeugdzorg in crisis moet zich beperken tot de zwaarste gevallen
Kinderen die uit huis zijn geplaatst gaan met spoed hulp krijgen. Dat heeft gevolgen voor de rest van de wachtlijst.