CoronaThuisbesmetting
Ontstaan nieuwe coronabesmettingen in de privésfeer? Dat blijkt totaal niet uit de cijfers
Ontstaan al die coronabesmettingen in de privésituatie, zoals beleidsmakers stellen? Uit de cijfers blijkt dat helemaal niet.
De afgelopen dagen kwam de stelling telkens terug: ‘coronabesmettingen ontstaan meestal in de gezinssituatie of privésfeer.’ Coronaminister Hugo de Jonge schreef het in ongeveer die bewoordingen in een brief, donderdag, aan de Tweede Kamer. Hubert Bruls, voorzitter van de Veiligheidsraad en burgemeester van Nijmegen, zei het woensdagavond tijdens de persconferentie over regionale maatregelen.
Maar wie de cijfers erop naslaat kan niet anders concluderen dan dat de bron of het ontstaan van een besmetting in de meeste gevallen helemaal niet bekend is. Een blik op het wekelijkse RIVM-rapport wijst uit dat bij 1350 (58.9 procent) van de recent geteste covid-19-patiënten, de bron van de besmetting helemaal niet is vastgesteld door de GGD. Statistici op Twitter stelden vraagtekens bij de stellige woorden van de beleidsmakers en sloegen aan het rekenen.
Als bij 41,1 procent van de coronapatiënten de bron wel bekend is, wat zegt dat dan over het totale plaatje? Van die groep noemt driekwart de privésfeer (thuis, overige familie) als mogelijke(!) setting van besmetting, zoals het RIVM dat noteert. Een kwart niet, dus wanneer we dat kwart weghalen dan is van slechts minder dan één op de drie coronapatiënten bekend dat ze het coronavirus in de privésfeer hebben opgelopen.
Twitterrekenaars
Dan is er natuurlijk nog die grote groep waarvan de besmettingsbron totaal onbekend is. Maar het is onwaarschijnlijk dat een groot deel van hen thuis besmet is geraakt. Dan zouden ze het toch wel weten?
Edwin Veldhuizen, één van die Twitterrekenaars, gaat nog een stap verder. Volgens hem weten we in nog veel minder gevallen wat de echte bron van een besmetting was, omdat de eerste patiënt van een huishouden niet thuis besmet kan zijn geraakt. Het blootleggen van de eerste bron is juist van belang, omdat je bij diegene een nieuw cluster kan opsporen. Er zijn in Nederland 133 clusters bekend van 3 of meer aan elkaar gekoppelde personen. Veldhuizen deelt zijn rekensommen veelvuldig op het sociale medium. Donderdag werd hij uitgenodigd door het ministerie van volksgezondheid om zijn visie te delen.
Weten waar mensen het coronavirus oplopen is belangrijk, er wordt namelijk beleid op gemaakt. Zo gebruikte Van Dissel de bron van besmettingen als een van zijn argumenten tegen een landelijke mondkapjesplicht. Vrij vertaald: tijdens een barbecue met familie of vrienden draag je helemaal geen mondkapje, dus heeft zo’n mondkapjesplicht in dergelijke settings geen effect.
Gevraagd naar een reactie verwijst het ministerie van volksgezondheid naar het RIVM. Het RIVM erkent dat in bijna 60 procent van de besmettingen de bron onbekend is, maar dat er een stijging is van het aantal besmettingen waarvan we de bron wél weten.
Coronadashboard
De beste manier om de bron van een besmetting op te sporen is het bron- en contactonderzoek dat wordt uitgevoerd door de GGD. Die organisatie heeft het zwaar nu er dagelijks meer mensen positief getest worden. Donderdag kwamen er weer 343 besmettingen bij. Onder wie veel jongere mensen met soms wel veertig of vijftig nauwe contacten. Die moeten allemaal gecontroleerd worden. Ook gaan mensen weer meer op reis, waardoor iemand het virus in het buitenland kan oplopen.
Critici wijzen erop dat het vaag is hoe dit bron- en contactonderzoek in werkelijkheid verloopt. Er wordt amper over gerapporteerd waardoor onbekend is hoe tijdig en volledig de GGD’s het onderzoek uitvoeren. Vorige week riepen vier experts het kabinet op om te investeren in verdere versterking van bron- en contactonderzoek, onder nauwlettende monitoring. Edwin Veldhuizen sluit zich bij die kritiek aan en wijst er tegelijk op dat de uitkomsten van het GGD-contactonderzoek in het zogeheten coronadashboard zouden komen te staan. Daarvan is nog steeds geen sprake.
Lees ook:
Burgemeesters krijgen de regie over nieuwe coronamaatregelen
De bestrijding van het coronavirus gaat in Nederland een nieuwe fase in. Met per stad of regio verschillend beleid, onder leiding van de burgemeesters van de 25 veiligheidsregio’s. Al wilden ze wel eerst rugdekking van het kabinet.