Een dakloze man zit op een bankje nabij het Malieveld in Den Haag. Naast hem ligt een tas en paraplu tegen de regen.

Klassenonderscheid

Onderzoek: ongelijkheid in Nederland ‘aanzienlijk, structureel en hardnekkig’

Een dakloze man zit op een bankje nabij het Malieveld in Den Haag. Naast hem ligt een tas en paraplu tegen de regen.Beeld ANP / Owen O'Brien

Eén op de zes Nederlanders staat op achterstand, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ongelijkheid moet op een nieuwe manier worden bestreden, stelt het instituut.

Robin Goudsmit

In Nederland is er sprake van een aanzienlijke onderklasse die het veel zwaarder heeft dan de rest van de bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over klassen in Nederland. Een op de zes mensen heeft vergeleken met de rest van de bevolking een achterstand. Die achterstand is bovendien niet alleen van economische aard, maar valt ook terug te zien in verminderd sociaal contact en zwakkere gezondheid.

Het SCP deed onderzoek met behulp van cijfers van het CBS en een enquête onder 6800 mensen. Het instituut bekeek hoe hulpbronnen in Nederland verdeeld zijn. In totaal onderscheidt het SCP vier typen hulpbronnen: economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk. Bij de eerste categorie hoort iemands financiële slagkracht en opleidingsniveau, terwijl bij de tweede hulpbron iemands sociale netwerk wordt bedoeld. Bij de laatste categorie hoort iemands gezondheid, maar ook iemands aantrekkelijkheid of charme.

Onzekere werksituatie

Het SCP beoordeelde van verschillende groepen hoeveel toegang ze hebben tot de hulpbronnen. Vooral ouderen met een klein pensioen en arbeidsongeschikten scoren zeer laag, zo blijkt. Dit zogenoemde precariaat bestaat uit zo’n 6 procent van de bevolking. Ook mensen met een onzekere werksituatie, zoals zzp’ers en mensen zonder vast contract, scoren laag. Zij hebben vaker een slechte gezondheid en mentale problemen. Tot deze groep behoort zo’n 10 procent van de Nederlandse bevolking. De twee groepen samen (zo’n 16 procent of een op de zes Nederlanders) ervaren de grootste achterstand.

De situatie van deze klassen staat in schril contrast met andere groepen. Zo is er een ‘rentenierende bovenlaag’ (12,2 procent), hoogopgeleide gepensioneerden die bijvoorbeeld door overwaarde op hun huis weinig financiële zorgen hebben. Ook met een werkende bovenlaag (19,9 procent) gaat het goed.

Uit de contrasten tussen de groepen kun je concluderen dat er sprake is van klassenonderscheid, zegt onderzoeker Cok Vrooman. “Maar die klassenstructuur moet je niet zien als de kapitalist tegenover de fabrieksarbeider. In de postindustriële samenleving waarin we leven, is het complexer dan dat.”

De verschillen tussen de groepen zijn wel hardnekkig. “We hebben ook onderzoek gedaan in 2014. Het valt op dat er ten opzichte van toen niet zoveel is veranderd. De ongelijkheid is aanzienlijk en lijkt structureel.”

Betrokkenheid

Ongelijkheid heeft ook gevolgen voor de betrokkenheid van mensen bij de maatschappij en de politiek. Onzekere werkenden en mensen die behoren tot het precariaat stemmen vaker niet. Als ze stemmen, stemmen ze vaker op partijen die zich op de flanken van het politieke spectrum bevinden, zoals PVV of SP. Deze groepen hebben net als de laagopgeleide gepensioneerden minder vertrouwen in de politiek.

Als de overheid ongelijkheid tegen wil gaan, moet er ander beleid worden gevoerd, zegt Vrooman. “Een aanpak die slechts gericht is op economische ongelijkheid, werkt niet goed.” Kansengelijkheid in het onderwijs bevorderen en ongelijkheid in inkomen terugdringen lijken logische stappen. “Maar gezondheid of het sociale netwerk van mensen verbeteren daardoor niet per se.” Ook helpt het niet om op ‘klassieke doelgroepen’ te focussen. “Ouderen, vrouwen en migranten zijn oververtegenwoordigd in de klassen met minder hulpbronnen. Maar je vindt die groepen óók in andere klassen.”

Ingrijpen is echter nodig. “De verschillen tussen mensen hebben onrechtvaardige oorzaken: mensen hebben onevenredige hoeveelheden pech en geluk. De gevolgen zijn groot: het welbevinden en de cohesie nemen af.” Bovendien kan de ongelijkheid toenemen. “Door vergrijzing, migratie en de toenemende digitalisering kunnen er meer mensen bijkomen die buiten de boot vallen.”

Lees ook:

Waarom mensen in de bijstand nog altijd moeilijk aan het werk komen

Het grootste deel van de mensen in de Participatiewet kan niet werken: nu niet en in de toekomst vermoedelijk ook niet, concludeert de Arbeidsinspectie.

Kabinet moet armoede beter bestrijden, dan wordt Nederland vanzelf gezonder, zeggen artsen

De bestaanszekerheid van Nederlanders moet worden aangepakt, staat in een brandbrief aan het Rijk. Tientallen organisaties en artsen roepen de regering onder meer op het recht op een toereikend besteedbaar inkomen vast te leggen in de wet.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden