Misdaad
OM wil DNA uit stamboom-databank gebruiken voor opsporing
Het Openbaar Ministerie en het Nederlands Forensisch Instituut willen genealogische DNA-databanken gebruiken om cold cases op te lossen. Internationaal is het al een beproefde methode.
Jarenlang kon Joseph James DeAngelo ongestraft zijn gang gaan. De voormalig politieagent en Vietnam-veteraan terroriseerde de staat Californië vanaf de jaren zeventig met een reeks overvallen, verkrachtingen, moorden en andere misdaden.
De Golden State Killer, zoals hij werd genoemd, werd ondanks talloze compositietekeningen en getuigenissen niet gevonden. Tot zijn DNA in 2018 vergeleken werd met het erfelijk materiaal uit particuliere DNA-databanken, van mensen die nieuwsgierig zijn naar hun familiegeschiedenis. Na stamboomonderzoek was er nog maar een handvol mensen over die de moordenaar konden zijn. DeAngelo werd gevonden en tot een levenslange celstraf veroordeeld.
Deze opsporingsmethode is enkele landen al een beproefde aanpak. In Zweden werd een dubbele moordzaak uit 2004 opgelost en in Noorwegen, onlangs nog, een moordzaak uit 1999.
Als het aan het Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch (NFI) ligt, wordt de methode in de toekomst ook in Nederland toegepast bij cold case-zaken. Het OM heeft twee moordzaken op het oog die geschikt zijn om een pilot mee te draaien, maar eerst moet de methode nog getoetst worden door de rechter om te kijken of deze manier van opsporen strookt met de Nederlandse wet. Bij de eerste vastgelopen zaak wil het OM erachter komen wie het onbekende slachtoffer is, bij de tweede gaat het om het achterhalen van de identiteit van een verdachte.
Mensen kunnen aankruisen of ze hun gegevens beschikbaar willen stellen
Voor het onderzoek wordt DNA-materiaal van deze personen vergeleken met de profielen die in genealogische DNA-databanken staan. Daarmee kunnen ook verre verwanten van een potentiële dader of van een slachtoffer achterhaald worden.
Mensen die hun gegevens hebben laten opnemen, doen dat vaak om te zien waar hun familiewortels liggen en niet om misdrijven op te lossen. Daarom werkt het OM alleen samen met de private databanken GEDMatch en FamilyTreeDNA die gevestigd zijn in de Verenigde Staten, waar mensen de optie kunnen aankruisen om hun gegevens beschikbaar te stellen voor politieonderzoek. Volgens het OM hebben in totaal ongeveer 1,8 miljoen mensen dat bij deze twee bedrijven gedaan.
Als er een match is met (verre) verwanten, betekent dat niet dat de dader snel wordt gevonden, zegt Mirjam Warnaar, landelijk forensisch officier van justitie. “Het is een kwestie van een lange adem. Er is een langdurig onderzoekstraject nodig waarbij je stamboomroutes doorloopt, zodat je uiteindelijk bij de persoon uitkomt die mogelijk de dader of het onbekende slachtoffer is.”
Volgens het OM kunnen de Amerikaanse data helpen bij Nederlandse cold case-zaken, omdat veel Amerikanen wortels hebben in Europa. Ook zijn er veel Nederlanders die hun DNA in private databanken uploaden, omdat ze interesse hebben in hun afkomst en familiegeschiedenis.
De op het DNA-materiaal gebaseerde code die vanuit Nederland in het systeem van een van de data-banken wordt gezet, wordt na de check weer verwijderd om de privacy van verdachten niet te schenden. De vraag die de rechter nu moet beantwoorden is of de DNA-code van een verdachte überhaupt mag worden verstuurd naar een genealogische databank.
Correctie (6 maart 2023): In een eerdere versie van dit artikel stond dat het OM DNA-materiaal wil delen met de DNA-databanken in Amerika. Dat klopt niet: zij delen een profiel op basis van het materiaal, een soort code.
Lees ook:
Het verslag van een obsessieve zoektocht naar de Golden State Killer
De feiten in McNamara’s ‘Ik zal verdwijnen in het donker’ zijn erger dan fictie.
Politie zet DNA-onderzoek in om een zedenmisdrijf uit 2010 op te lossen
In 2010 werden twee minderjarige meisjes onder dreiging van een mes verkracht. Een grootschalig DNA-onderzoek moet de politie nu alsnog helpen de dader te vinden.
Na 46 jaar weet nog altijd niemand wie het ‘heulmeisje’ was. ‘Ik draag haar met me mee’
Melissa de Waerdt vond als kind het lichaam van het ‘Heulmeisje’. Na 46 jaar weet nog steeds niemand wie ze was. Daarom organiseert De Waerdt nu een herdenking.