Discriminatie
Nijmegen start met wapencontroles, juist nu Amsterdam ze verguist
Na een dodelijke steekpartij wil de gemeente Nijmegen preventief fouilleren. Dat gaat niet altijd goed, blijkt uit een recent Amsterdams schandaal.
Op de plek waar Robel doodbloedde herinnert niets meer aan zijn overlijden. Lange tijd lagen hier plastic bloemen, kaarsen en whiskyflesjes als eerbetoon aan ‘Robbie’, die niet ouder werd dan 21 jaar. Maar kort geleden kwam de gemeente langs om het bescheiden bedevaartsoord op te ruimen. Nu ligt de boomspiegel op het Nijmeegse Plein 1944 erbij zoals je ze in iedere willekeurige stad kunt tegenkomen, met aan de voet van de stam een leeg colaflesje.
Robel kwam op 17 september om het leven nadat hij in zijn nek was gestoken. Een ruzie tussen rivaliserende vriendengroepen liep die middag gruwelijk uit de hand, waarna het op het plein tot een fatale vechtpartij kwam. Toch leeft Robel voort.
Want met een beetje verbeelding kun je stellen dat de Nijmeegse politie door zijn dood binnenkort een nieuw wapen in de gereedschapskist heeft. Zijn gewelddadige overlijden – op klaarlichte dag nota bene – is een van de redenen waarom Nijmegen wil experimenteren met preventief fouilleren.
Een ‘wapenwedloop’ onder Nijmeegse jongeren
Het is een maatregel waar VVD-raadslid Niek Kraut al langer voor pleit, vertelt hij op een doordeweekse avond op het mistige plein in het stadscentrum. Hij ziet het wapenbezit in zijn stad toenemen, vooral onder jongeren. En Plein 1944, waar Robel de dood vond, is een van de hotspots. “Het is een opwaartse spiraal, een wapenwedloop. Jongeren gaan wapens dragen om zich te verdedigen tegen andere jongeren met wapens. Die spiraal moeten we doorbreken, vooral in het belang van de jeugd zelf.”
Dat kan door het plein aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied, en daar preventieve wapencontroles toe te staan. Met een wijziging in de algemene plaatselijke verordening zette het Nijmeegse college vorige week een belangrijke stap in die richting. Het college neemt daarbij wel een behoorlijk risico. In de progressieve Waalstad ligt de maatregel uiterst gevoelig. Preventief fouilleren brengt namelijk ook een duidelijk nadeel met zich mee: het gevaar op discriminatie en etnisch profileren.
Terwijl Nijmegen net begint, stopt Amsterdam juist ‘per direct’ met fouilleren
Precies op dat punt ging het onlangs nog mis in het even zo linkse Amsterdam. Terwijl Nijmegen zich opmaakt om het preventief fouilleren in te voeren, doet de hoofdstad de omstreden methode juist ‘per direct en definitief’ in de ban. De reden: een tiental politieagenten ging flink over de schreef.
De agenten hadden op 10 november eigenlijk een routinecontrole moeten uitvoeren in Amsterdam Nieuw-West, een van de zones die door de Amsterdamse gemeente is aangewezen als veiligheidsrisicogebied. In plaats daarvan reden de politiemensen op eigen houtje naar een buurtcentrum dat vooral populair is bij Marokkaans-Nederlandse jongeren, ver buiten het aangewezen gebied. De enigszins verbouwereerde jongeren werden ter plekke gefouilleerd.
Vrijwel de voltallige gemeenteraad sprak er schande van. Hoe kan het dat de politie buiten het aangewezen gebied ging fouilleren, en daarbij zonder directe aanleiding uitgerekend in een buurthuis vol Marokkaans-Nederlandse jeugd belandde? Met name de fracties van Denk en Bij1 lieten er geen twijfel over bestaan: dit riekt naar institutioneel racisme.
Burgemeester Femke Halsema en korpschef Frank Paauw gingen diep door het stof. De onbevoegde wapencontroles waren volgens de burgemeester ‘buitengewoon ernstig’, en Paauw beloofde nog voor het eind van het jaar de onderste steen boven te krijgen.
Politie en politiek hebben haat-liefde-verhouding met wapencontroles
Het incident is tekenend voor de haat-liefde-verhouding die de politiek én de politie hebben met preventief fouilleren. Enerzijds wordt de vraag naar wapencontroles alleen maar groter. Wapenbezit en messengeweld onder jongeren is in veel steden een groot en groeiend probleem, en zeker dodelijke incidenten zoals in Nijmegen versterken de roep om harde actie en daadkrachtig optreden.
Dat bleek eerder in Zaandam, waar in 2017 de 16-jarige Nick werd doodgestoken door een nog jongere dader. De steekpartij ging als een schokgolf door de stad, en sindsdien wordt er in probleemwijken preventief op wapenbezit gecontroleerd. “Burgemeester Jan Hamming (PvdA, red.) is erg begaan met het welzijn van de Zaanse jeugd”, zegt zijn woordvoerder, “en preventief fouilleren is een van de weinige repressieve maatregelen die hij heeft om wat aan de problematiek te doen.”
Aan de andere kant blijkt het lastig om preventief fouilleren zo in te richten dat het effectief en tegelijkertijd niet-discriminerend is. Niet dat Amsterdam het niet heeft geprobeerd. Daar werd de maatregel aangekleed met allerhande waarborgen die de kans op discriminatie moesten verminderen.
Zo werd bijvoorbeeld een op de vijf mensen ‘aselectief’ gefouilleerd, dus ongeacht of die vijfde persoon een oudere dame of een breedgeschouderde vent was. In coronatijd werden er elektronische poortjes ingevoerd, zodat de agenten zo min mogelijk lijfelijk contact hoefden te maken. En als klap op de vuurpijl liet burgemeester Halsema ‘burgerwaarnemers’ meelopen die controleerden of het fouilleren volgens de regels verliep.
Allerhande waarborgen maken het preventief fouilleren topzwaar
Het maakte de methode eerlijker, maar ook topzwaar. Zo zei korpschef Paauw in de gemeenteraad – tussen alle mea culpa’s door – dat het fouilleren in Amsterdam ‘was uitgedraaid op een compromis’, waarbij alle goedbedoelde waarborgen ook in de weg stonden van de effectiviteit.
Zijn agenten hadden immers nauwelijks meer de vrijheid om naar eigen inzicht te handelen. “Ik heb me eerder afgevraagd: wordt het middel op deze manier niet te bot?”
Wim Groeneweg, voorzitter van politievakbond ACP, verwoordt het nog stelliger. “Aselecte steekproeven, daar ben ik absoluut op tegen”, zegt hij. “Een politieagent is opgeleid om een risicovolle situatie in te schatten, om te profileren. Dan is het logisch dat je een jongeman controleert, en een dame met een rollator doorlaat. Maar dat kan dus niet als je willekeurig een op de vijf voorbijgangers moet fouilleren. Een politieagent zal heus wel eens een inschattingsfout maken, want het blijft mensenwerk, maar dat zijn dan incidenten.”
Hoe zuiver is het onderbuikgevoel van de politieagent?
Die houding leidt weer tot de nodige irritatie bij Marc Schuilenburg, hoogleraar digital surveillance aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de Vrije Universiteit in Amsterdam.
“Precies dit is het grote probleem bij de politie. Het verleden heeft duidelijk laten zien dat agenten juist etnisch profileren als ze zelf de inschatting moeten maken wie ze staande houden. Ik vind het teleurstellend dat ze nog altijd denken dat agenten zuiver objectief zullen oordelen, ook na al het nieuws over de toeslagenaffaire en racistische groepsapps van Rotterdamse agenten. Het is alsof we worden teruggekatapulteerd in de tijd.”
De Nationale Ombudsman kwam eerder tot een soortgelijk oordeel. Die hekelde het ‘onderbuikgevoel’ waarop veel agenten zich baseren tijdens het fouilleren. Het is onduidelijk waar die gevoelens precies op zijn gebaseerd, en dat leidt geheid tot een hoge mate van subjectiviteit en verminderde controleerbaarheid.
Maar zelfs als het lukt om niet te discrimineren, dan nóg blijft preventief fouilleren een dubieuze maatregel, waarschuwt Schuilenburg. Er is namelijk ‘geen hard bewijs’ dat het een effectief middel is tegen wapenbezit. Zo waarschuwen jongeren elkaar razendsnel als er een wapencontrole plaatsvindt, waardoor de politie vermoedelijk veel wapens misloopt.
En als het aantal steekincidenten al terugloopt, dan kun je nog niet zomaar concluderen dat dit door de wapencontroles komt, of door iets anders. Schuilenburg: “Je kunt al die mensuren beter gebruiken voor andere preventieve maatregelen, zoals gedragstherapie of gezinszorg voor kwetsbare jongeren. Met die maatregelen houd je jongeren bewezen uit de criminaliteit.”
Effectief of niet: fouilleren is ook een moreel appel aan de samenleving
Veel gemeenten maken bovendien geen toetsingskader om te controleren of de inzet van preventief fouilleren effectief is, stelden onderzoekers van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) in juni van dit jaar. Waar de ene gemeente het middel succesvol vindt als het aantal gevonden wapens afneemt, zegt de ander dat de maatregel juist nodig blijft als het aantal wapens onverminderd hoog is. In beide gevallen kan de gemeente concluderen: we verlengen het fouilleren met een jaar.
Kan preventief fouilleren dan beter in de prullenbak? Zo ver wil Schuilenburg niet gaan. “Het is ook een moreel appèl op de samenleving. Je laat zien dat je bepaald gedrag, zoals wapenbezit en messengeweld, simpelweg niet tolereert. Je kunt het vergelijken met een gevangenisstraf. Dat helpt nauwelijks om herhaling te voorkomen, maar je maakt wel duidelijk wat je echt niet accepteert.”
Nijmeegse initiatiefnemer vertrouwt op het oordeel van de politie
VVD-raadslid Kraut kent de discussie over etnisch profileren en het gebrek aan aantoonbare effectiviteit. Toch vindt hij dat ‘zijn’ Nijmegen het moet proberen. “Natuurlijk moeten we alert zijn op uitwassen. Maar mijn linkse collega’s vergeten soms dat preventief fouilleren voornamelijk bedoeld is voor dezelfde groep die als eerste onder discriminatie lijdt, om hen uit de geweldsspiraal te helpen.”
Als het aan Kraut ligt, hoeft de Nijmeegse politie daarbij niet volledig aselectief te werk te gaan. Agenten mogen de spreekwoordelijke moeder met bakfiets best voorbij laten gaan, en juist de jongeren staande houden. Zolang ze daarbij maar geen onderscheid maken in huidskleur of andere uiterlijke kenmerken.
Verder vertrouwt hij erop dat het Nijmeegse politiekorps zelf een goede werkwijze kan bedenken. “We mogen vertrouwen op de mensen met de meeste expertise in het veld. En zo voorkomen we dat preventief fouilleren een politiek instrument wordt. Dat lijkt me voor iedereen beter.”
In negen plaatsen is preventief fouilleren toegestaan
Gemeenten mogen niet zomaar preventief fouilleren. Daarvoor is eerst een wijziging nodig in de algemene plaatselijke verordening. Die wijziging geeft de burgemeester de bevoegdheid om een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen, bijvoorbeeld een uitgaansgebied, de omgeving van een voetbalstadion of een probleemwijk.
Vervolgens kan de officier van justitie het bevel geven om daadwerkelijk te gaan fouilleren. Tot nu toe maken negen plaatsen van zo’n regeling gebruik: Barendrecht, Leeuwarden, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Zaanstad.
Lees ook:
Amsterdamse politie gaat zelf onderzoek doen naar fouilleerfouten
De Amsterdamse politie gaat zelf onderzoek doen naar onbevoegde wapencontroles in een jongerencentrum. Een extern onderzoek komt er voorlopig niet, zegt de driehoek van burgemeester, politie en openbaar ministerie.