Slachtoffermonitor
Nationaal Rapporteur Mensenhandel: ‘Schokkend hoeveel slachtoffers van uitbuiting opnieuw met een misdrijf te maken krijgen’
De helft van de slachtoffers van uitbuiting wordt opnieuw slachtoffer. De hulpverlening moet daarom anders, zegt Herman Bolhaar, Nationaal Rapporteur Mensenhandel.
De helft van de slachtoffers van mensenhandel is na zeven jaar opnieuw slachtoffer van een misdrijf. In de meeste gevallen gaat het om ernstige misdrijven, zoals mishandeling, bedreiging of uitbuiting. Het zijn schokkende aantallen, concludeert Herman Bolhaar, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
Voor het eerst liet Bolhaar herhaald slachtofferschap onderzoeken bij mensen die bijvoorbeeld te maken kregen met arbeidsuitbuiting, of gedwongen moesten werken in de prostitutie. “In Nederland bleken we daar geen inzicht in te hebben. We zijn te veel op incidentniveau met deze slachtoffers bezig. Dat terwijl we weten dat bij veel van hen al veel langer een hoop misgaat in de sociaal-maatschappelijke omgeving. Het zijn mensen met een multiproblematiek, zoals dat heet. Daar komt bij dat we nu weten dat als iemand eenmaal met uitbuiting te maken heeft gehad, er een grote kans is dat het slachtofferschap door blijft gaan. Dat is een venijnige optelsom.”
Hulpverleners en andere betrokken instanties zouden daarom verder moeten kijken dan alleen naar het misdrijf waar iemand mee te maken kreeg. “Stel een slachtoffer is seksueel uitgebuit. Dan moet er direct aandacht zijn voor de primaire veiligheid. Zeker omdat we weten dat daders blijven azen op deze slachtoffers omdat ze een kwetsbaarheid vertonen. Maar daarnaast moet je ook naar de bronproblematiek kijken: waar komt die kwetsbaarheid vandaan? En: zijn er omgevingsfactoren bij het slachtoffer, zoals het gezin of sociale kring, die bepalend kunnen zijn voor de vraag of de hulpverlening die wordt ingezet, helpt? Of zijn we een brand aan het blussen terwijl het gaslek nog open staat?”
Mensbeeld
Wat betreft Bolhaar is het weerbaarder maken van de slachtoffers niet voldoende. Om te voorkomen dat zij opnieuw met een ernstig misdrijf te maken krijgen, zijn ook de daders en herhaald daderschap van belang. “Slachtoffers vallen omdat er daders zijn. Ik raak niet los van de vraag wat voor mensbeeld je hebt als je je schuldig maakt aan dit soort ernstige misdrijven. Ook daar moeten we veel meer de kijker op richten.”
De vraag is hoe Bolhaar de intensievere hulpverlening en begeleiding voor slachtoffers in de praktijk voor zich ziet. Zoals hij zelf erkent: “Iedereen is druk”. Politie, justitie en jeugdzorg, maar ook de gemeente, die verantwoordelijk is voor de hulpverlening. “Maar dat het ingewikkeld is, betekent niet dat we dit maar moeten laten gebeuren. Niemand kan dit alleen. Gemeenten niet, de hulpverleners niet. Als je het probleem van herhaald slachtofferschap wil aanpakken, dan moet je protocollen doorbreken. Je moet dingen openbreken en forceren. De problemen van de slachtoffers lopen er nou eenmaal dwars doorheen. Nu komt het bijvoorbeeld voor dat een slachtoffer niet de hulp krijgt die het nodig heeft omdat de gemeente waar hij woont die zorg niet heeft ingekocht. Dat moet anders. Daarvoor is de regie van het Rijk nodig.”
Minder slachtoffers – of in elk geval minder in beeld
Het aantal slachtoffers van mensenhandel dat in beeld is, is flink gedaald. Van 1334 in 2019 tot 984 in vorig jaar, blijkt uit de Slachtoffermonitor mensenhandel 2016-2020 die Herman Bolhaar dinsdag publiceerde. Mogelijk komt dat door de coronamaatregelen, waardoor er minder reisbewegingen waren en opsporing en signalering beperkt werd.
Vooral slachtoffers van binnenlandse seksuele uitbuiting zijn minder zichtbaar geworden, blijkt uit de monitor. Nog 11 procent van de meldingen gaat hierover, terwijl die vorm van uitbuiting waarschijnlijk de meest voorkomende vorm van mensenhandel in Nederland is. Opvallend is dat er in 2020 juist wel meer slachtoffers van arbeidsuitbuiting aan het licht kwamen. De meeste van hen hebben zichzelf bij hulpverleningsinstanties gemeld toen zij door de coronamaatregelen niet alleen hun werk, maar ook hun huisvesting en verblijfsvergunning verloren.
Lees ook:
Zorgen om mensenhandel bij webcamseks, ‘blinde vlek’ voor opsporingsdiensten
De industrie rond betaalde webcamseks groeit en bloeit, maar de sector is een blinde vlek voor opsporingsdiensten. Het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel vreest dat er achter de computerschermen ook slachtoffers van mensenhandel schuilgaan.