Zorgplicht
Nabestaanden slachtoffer tramaanslag Utrecht klagen vervoersbedrijf aan
Nabestaanden van één van de slachtoffers van de dodelijke tramaanslag in Utrecht willen vervoersbedrijf Qbuzz en de provincie aansprakelijk stellen voor zijn overlijden. Dat werd bekendgemaakt op de herdenking zaterdag.
Op het 24 Oktoberplein in Utrecht is zaterdag de aanslag in een tram op 18 maart 2019 herdacht. Op de ochtend van die datum schoot Gökmen T. vier mensen dood. Burgemeester Sharon Dijksma noemde de tramaanslag “voor altijd een wond op de ziel van Utrecht”. In het publiek waren honderden nabestaanden, hulpverleners, getuigen en andere betrokkenen.
Vanmorgen werd bekend dat nabestaanden van Rinke Terpstra (49), één van de vier dodelijke slachtoffers, het vervoersbedrijf Qbuzz en de provincie aansprakelijk willen stellen. De nabestaanden voeren aan dat de bestuurder van de tram de deuren niet kon openen, omdat het vervoersbedrijf dat voorschreef. Volgens de advocaat van de nabestaanden hebben Qbuzz en de provincie niet voldaan aan de zorgplicht die zij hebben.
Op beelden van veiligheidscamera's is vastgelegd hoe Terpstra ten tijde van de aanslag samen met een andere passagier een raam van de tram intrapte. Hij liet eerst andere mensen ontsnappen, waarna hij zelf geraakt werd en ter plekke overleed. Door mensen die de aanslag overleefden, werd Terpstra geroemd als held.
In 2021 verscheen er al een kritisch rapport over de tramaanslag. Daaruit bleek dat dader Gökmen T. kort voor de aanslag nog vastzat in de gevangenis van Lelystad. Daar had hij een bewaker een kopstoot gegeven. Van die kopstoot was de rechter echter niet op de hoogte, waardoor Gökmen T. vrij kon komen.
Lees ook:
Hoe tal van ambtenaren wisten van de radicaliserende, agressieve Gökmen T., maar hij toch vrijkwam
Voorafgaand aan de aanslag in Utrecht, bij de opsporing van schutter Gökmen T. en daarna lieten instanties steken vallen. Vijf belangrijke momenten waarop het misging.