Gezichtsbedekking
Na drie jaar boerkaverbod is het nog steeds wachten op de eerste boete
Het verbod om in bepaalde locaties gezichtsbedekkende kleding te dragen heeft drie jaar na de invoering nog geen boete opgeleverd. Wel leidde het volgens nikabdraagsters tot discriminatie en isolement.
Islamofobe bezigheidstherapie. Zo typeerde Tweede Kamerlid Tunahan Kuzu bij de invoering in 2019 het verbod op gezichtsbedekkende kleding in het openbaar vervoer, zorg, scholen en overheidsgebouwen. Het lijkt erop dat hij gelijk heeft gekregen. Drie jaar later staat het aantal uitgedeelde boetes wegens overtreding nog op nul, laat de politie weten. Wel zeggen vrouwen die gezichtsbedekkende kleding dragen in een enquête van de overheid dat ze meer discriminatie ervaren en openbare gelegenheden mijden.
Het verbod op gezichtsbedekkende kleding is neutraal geformuleerd, zo is het bijvoorbeeld ook verboden met een bivakmuts op een ziekenhuis binnen te lopen. Maar in de beeldvorming treft het ‘boerkaverbod’ vooral moslima’s. Nederland telt volgens een schatting in opdracht van het ministerie van sociale zaken vijftig tot driehonderd vrouwen die uit religieuze overwegingen hun gezicht bedekken, meestal met een zogenoemde nikab.
Weggestemd op school
Voor een inventarisatie van hun ervaringen met het verbod vond een onderzoeksbureau met veel moeite 28 van hen bereid om mee te werken aan een enquête die vorig jaar werd gepubliceerd. Daaruit komt naar voren dat zij vooral meer dan voorheen agressief worden bejegend. “De buschauffeur deed de deur dicht op het moment dat ik instapte, zodat ik klem kwam te zitten”, zegt een van hen. Een ander maakte mee hoe een groep ouders bij stemming bepaalde dat zij niet meer welkom was op een koffieochtend op school. Dat de politie werd ingeschakeld maakten zij zelden mee.
Vrouwen laten ook weten uit voorzorg weg te blijven van locaties waar het verbod van kracht is. Ze nemen bijvoorbeeld geen bus of trein meer en zijn gestopt de school van hun kind te bezoeken. Een moeder gaat nu het verbod geldt niet meer mee met de reguliere ziekenhuisbezoeken van haar kind. Maar ook waar een nikab wel is toegestaan, van het winkelcentrum tot de speeltuin, komen ze minder vaak wegens opmerkingen en scheldpartijen door omstanders. “Wat voor mij op nummer 1 staat van dingen die me mijn strot uit komen”, zegt een vrouw, “is dat constant andere mensen zeggen dat wat je doet niet mag. Dat een moeder tegen haar dochtertje van 10 op straat zegt: ‘Kijk! Dit mag helemaal niet!’. Constant mensen die mij erop wijzen dat dit niet mag, terwijl dat niet zo is.”
Lees ook:
Wie handhaaft het boerkaverbod? (dat eigenlijk niet zo mag heten)
Vier vragen en antwoorden over het verbod op gezichtsbedekkende kleding.
Nikabdraagsters: ‘Het gevoel dat iedereen tegen mij was, is blijven hangen’
Drie vrouwen die een gezichtssluier dragen blikken terug op het eerste jaar boerkaverbod. “Mensen zijn vijandiger geworden.”