Asielopvang
Na de brand wil Someren laten weten heus plek te hebben voor asielzoekers
Een crisisopvanglocatie voor 450 asielzoekers in het buitengebied van Someren is getroffen door brandstichting. De opvang kan desondanks doorgaan. ‘Ik schaam me rot dat zoiets hier gebeurt.’
Door de openslaande deuren zijn slechts de zwartgeblakerde contouren van stapelbedden zichtbaar. Ze lijken het nachtelijke antwoord op de zelfgenomen beslissing van de gemeente Someren om in kampeerboerderij De Hoof tijdelijk 450 asielzoekers onder te brengen. Je moet er niet aan denken dat hier mensen hadden gelegen. Dat had zomaar gekund. De nieuwe bewoners komen weliswaar pas vanaf maandag, maar tot die tijd is De Hoof gewoon in bedrijf voor andere groepen.
Twee kilometer verderop brengen de klokken op het gemeentehuis Sinterklaasliedjes ten gehore. De klanken brengen vrolijkheid, maar binnen kijkt burgemeester Dilia Blok terug op een allesbehalve heerlijk avondje. Of beter gezegd nacht. Ondanks de weerstand bij een deel van de inwoners, geloofde ze in eerste instantie haar oren niet toen ze uit bed werd gebeld. Brand? Bij de opvang voor asielzoekers? Echt waar? Maar de andere kant van de lijn was bloedserieus.
‘De brand is een terreurdaad’
Ongeloof werd boosheid. Blok is eerste burger van een sociale gemeente, zoals de gemeentewebsite het zelf verwoordt. Maar wel een waar niet iedereen zit te wachten op asielzoekers die niet in Ter Apel terecht kunnen. Het is deze minderheid, verenigd in het Burgerinitiatief Someren, die het meeste geluid maakt. “Tijdens informatieavonden waren ze heel fel. Er is hen er veel aan gelegen om de komst van de asielzoekers te voorkomen. Maar ik durf de link met de brand, een terreurdaad, niet te leggen. Gelukkig hebben ze er zelf vanochtend meteen afstand van genomen.”
Opvallend: de initiatiefnemer van het Burgerinitiatief organiseerde in coronatijd nog fakkeltochten om mensen die het moeilijk hadden, een hart onder de riem te steken. ‘Iemand een glimlach bezorgen, is het beste cadeau dat je op dit moment kunt geven’, liet Wendy Struijk in lokale media optekenen. Nu is ze het mikpunt van dorpsgenoten die minder moeite hebben met de asielopvang dan zij.
De mensen in het buitengebied zijn niet zo tegen
“De brandstichting kan best het gevolg zijn van de ophitserij”, zegt een overbuurvrouw van De Hoof die vanwege de spanningen in het dorp niet met haar naam in de krant wil. “Op een zondagmiddag stonden de tegenstanders op het plein voor het gemeentehuis. Wat daar allemaal niet werd geroepen. Een man liet weten dat hij hier nooit meer zou durven fietsen. Maar ik heb hem sowieso nooit in onze buurt gezien. De tegenstanders komen vooral uit het dorp. Hier in het buitengebied hebben we wel vragen. Maar ik zie ook dat de kampeerboerderij een ideale plek is. Er zijn sportvelden en zalen waar de mensen zich kunnen vermaken.”
Struijk ziet dat anders. De brandstichting noemt ze ‘bizar’. “Maar ik sta er ook niet van te kijken.” Spraakwatervallend ratelt ze de tegenargumenten voor de opvang op. Te veel mensen. Verveling. Agressie. Somerense kinderen die in het donker naar de sportclub moeten fietsen. “Er hoeven maar een paar slechteriken tussen te zitten.”
Veel vrijwilligers willen wel iets doen voor de asielzoekers
‘Eens zullen we ons dit alles glimlachend herinneren’. Vaak kan Irma van Gogh zich wel vinden in de strofe van de Romeinse dichter Vergilius, vereeuwigd op een bankje voor gemeenschapshuis De Ruchte. Maar nu even niet. De directeur van Onis Welzijn was juist zo trots op Someren. Twee weken vrijwilligerswerving voor de asielopvang leverde zestig aanmeldingen op. Muziek, sport, handwerk, dorpelingen meldden zich massaal aan om het de asielzoekers naar hun zin te maken. “Het seniorenorkest wil optredens verzorgen, een kledingzaak biedt kleren aan.”
Ze denkt dat mensen vooral een tegengeluid willen laten horen. “Het geluid dat er in Someren plek genoeg is, dat de meeste bewoners anders zijn dan het beeld dat de afgelopen weken ontstond. Vandaag kregen we weer telefoontjes van mensen die zich diep schaamden en hulp aanboden. Het raakt me dat ouders aangeven dat hun kinderen iets willen doen met kerst. Voor veel mensen is deze onverdraagzaamheid heel pijnlijk. Ik voel die schaamte ook. Ik heb veel liever dat we in Someren om mooie dingen worden herinnerd. Maar ik vrees dat het voortaan om deze brand zal zijn.”
De gegevens van de overbuurvrouw van De Hoof zijn bekend bij de hoofdredactie.
Lees ook:
Waar komt die (ogenschijnlijke) woede tegen asielzoekers vandaan?
Wie rondkijkt in de krant, de Tweede Kamer of op Twitter, krijgt het gevoel dat de weerstand tegen asielzoekers groeit. Is dat zo? En waarom heeft het beeld van de vluchteling als overlastgevende gelukzoeker de overhand?