Ongewenste beïnvloeding
Moskeevertegenwoordigers stappen naar VN om discriminatie bij parlementaire enquête
Moskeevertegenwoordigers die drie jaar geleden getuigden voor de parlementaire enquête over buitenlandse financiering, stappen naar de Verenigde Naties. Ze beschuldigen de Nederlandse staat van discriminatie en beperking van godsdienstvrijheid.
Stichting Project Ummah stapt naar het mensenrechtencomité van de Verenigde Naties namens drie Nederlandse moslims en moskeevertegenwoordigers, Abdelhamid Tahiri, Jacob Van der Blom en Nasr al-Damanhoury. Volgens de aanklacht handelde de Parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland (Pocob) in strijd met mensenrechten door zich alleen te richten op moslims.
Stichting Ummah Project is opgericht met het doel het verhaal van de moslims te documenteren en legt daarbij de focus op islamofobie.
De Pocob onderzocht of er sprake was van ongewenste beïnvloeding uit ‘onvrije landen’ als Marokko, Turkije, Verenigde Arabische Emiraten en Qatar. Aanleiding voor de aanstelling van deze commissie was een eerdere motie van SGP en SP die vragen stelde bij ‘ongewenste financiering van moskeeën’. De commissie concludeert in haar eindrapport dat met buitenlandse financiering, ook buitenlandse invloed de moskeeën binnenkomt.
Geassocieerd met terrorisme
Samira Sabir, de advocate die de aanklacht indiende, vindt bovendien dat het gekozen middel het doel niet diende. “Getuigen waren vooraf onvoldoende geïnformeerd en er was weinig sprake van waarheidsvinding doordat met gesloten vragen werd bevestigd wat men vooraf al dacht. Bovendien deed onderzoeksbureau Rand een vergelijkbare studie waar een heel andere conclusie uit kwam.”
Volgens Sabir hebben de ondervraagden meerdere pogingen gedaan om met de Nederlandse overheid in gesprek te komen over de selectieve focus op moslims in deze enquête. “Maar de reactie was altijd: wij voeren slechts de motie uit. Discriminatie werd altijd ontkend.”
De stap naar het mensenrechtencomité van de VN is volgens Sabir daarom onvermijdelijk, ook al is een uitspraak van dit comité juridisch niet bindend. Haar cliënten hopen op een terechtwijzing van de VN. “Ze hebben dagelijks last van het rapport, zegt Sabir. “Omdat ze worden geassocieerd met terrorisme. Bovendien hebben de VN in een rapport uit 2019 hun zorgen geuit over islamofobie in Nederland.”
Lees ook:
Moskeebestuurders: Commissie scheert ons over één kam met radicale salafisten
Het verslag van de pocob-commisie wordt bezorgd ontvangen door moskeebestuurders. Ze zien zich over een kam geschoren met problematische islamitische figuren. ‘Dit zorgt voor verwijdering, en daar maak ik me zorgen om.’