Edith Geuzebroek

InterviewEdith Geuzebroek

‘Mijn vader hield Joden uit de trein, en kwam er zelf in’

Edith GeuzebroekBeeld Maartje Geels

Verzetsdeelnemers en hun nakomelingen willen ook een schadevergoeding van de NS vanwege transporten in de Tweede Wereldoorlog naar nazi-kampen. Edith Geuzebroek, dochter van verzetsstrijders, verklaart waarom ze zich zo miskend voelt.

Harriët Salm

Edith Geuzebroek (66) – ooit hulpverleenster, nu met pensioen – is kwaad op de Nederlandse Spoorwegen. Haar beide ouders zaten in het verzet, vertelt ze aan haar Amsterdamse keukentafel die vol ligt met artikelen en archiefstukken over hun daden in de Tweede Wereldoorlog. In juni werd bekend dat overlevenden of nabestaanden van Joden en Sinti en Roma een schadevergoeding van de NS kunnen krijgen. Dat haar vader en andere verzetsmensen níet in aanmerking komen voor die regeling noemt ze ‘te erg voor woorden’. Geuzebroek: “Dit is een miskenning van de rol van verzetsmensen in de oorlog.”

Haar vader Jan Geuzebroek woonde in Haarlem en bracht onder meer Joodse onderduikers naar Friesland, vertelt ze. Hij is gearresteerd in oktober 1943 in Hoorn. Hij belandde in concentratiekamp Vught en werd vervolgens met de trein, naar het Duitse kamp Sachsenhausen gebracht. “Wat hij daar heeft meegemaakt is verschrikkelijk geweest. Hij is er nooit overheen gekomen met alle gevolgen voor ons gezin.”

Was het nou echt zo erg?

Haar moeder Wil Geuzebroek-van Duin kwam uit Amsterdam en leerde haar vader na de oorlog kennen, beiden waren gereformeerd. “Ze begrepen elkaar, ook vanwege het geloof en het verzetsverleden, dat ze onafhankelijk van elkaar hadden beleefd. Zij is nooit opgepakt, gelukkig.”

Edith was de vierde van vijf in het naoorlogse gezin. Haar vader runde een tandtechnisch bedrijf. Hij leed aan nachtmerries en deelde veel van zijn oorlogservaringen met haar. “Toen ik tien was, keek ik bijvoorbeeld samen met hem naar een documentaire over de kampen. Puur toevallig, want ik was wakker geworden en mijn moeder was niet thuis. Hij was zo overstuur dat hij niet in staat was mij naar bed te sturen. Ik voelde dat ik bij hem moest blijven om hem te troosten. Achteraf kan je zeggen: waarom keek hij daarnaar als hij er zelf nachtmerries over had? Maar hij twijfelde aan zijn eigen herinneringen: was het nou wel echt zo erg geweest? Dáárom keek hij, voor bevestiging en die kreeg hij die avond.”

De vader van Edith Geuzebroek (links), Jan Geuzebroek, en zijn vriend Ton Klaasse. 
 Beeld Maartje Geels
De vader van Edith Geuzebroek (links), Jan Geuzebroek, en zijn vriend Ton Klaasse.Beeld Maartje Geels

Van ziekenbarak naar gaskamer

De jonge Edith hoorde meer verhalen. Hoe haar vader gedwongen naar executies moest kijken. Eén nare gebeurtenis emotioneert haar extra. Haar vader kwam in Sachsenhausen met zijn beste vriend uit het verzet: Ton Klaasse. “Ton kreeg tyfus en moest van de ziekenbarak naar de gaskamer. Ton was enig kind en zijn moeder was weduwe. Mijn vader heeft hem weggebracht, is meegelopen zover hij kon. Dat heeft mijn vader voor de rest van zijn leven zo genekt. Het schuldgevoel dat hij nog leefde.”

Edith vertelt dat haar levensdoel al jong werd: het leed van haar vader verzachten. “Ik hield zielsveel van hem. Maar het lukte me niet hem te redden en daar heb ík dan weer een groot schuldgevoel over.” Haar vader overleed jong aan alzheimer, ook haar moeder is inmiddels overleden.

Er is te weinig begrip voor de trauma’s van mensen die in het verzet zaten en hun gezinnen, vindt zij. “Het heeft mij jaren therapie gekost om dit hanteerbaar te maken, ook ik werd al jong achtervolgd door nachtmerries.”

Toen in november vorig jaar bekend werd dat er een commissie ‘Individuele tegemoetkoming slachtoffers WOII transporten NS’ was opgericht, kwam Geuzebroek in actie. “Dit roept zoveel op. En ik hoorde niets over verzetsmensen. Ik heb de NS gebeld. Daar zei een aardig iemand: geeft u mij uw gegevens, dan kunt u een oproep krijgen van de commissie om gehoord te worden. Nooit meer iets van gehoord.”

Geen claim voor verzetsmensen

Tot haar ‘verbijstering’, zegt ze, kwam vervolgens deze zomer het advies van de commissie naar buiten, dat de NS direct omarmde. Verzetsmensen kunnen geen claim indienen, Joden en Sinti en Roma wel. “Ik zie het verschil met het vervoeren van mijn vader niet. Die commissie heet ‘slachtoffers WO II transporten NS’. Daar horen verzetsmensen toch zeker bij?”

De NS houdt de mogelijkheid open voor een andere, collectieve, regeling. Geuzebroek: “Ik zeg: nee dank u. Ik voel me buitengesloten met zo’n aanbod. Ik wil erkenning en vol meedoen met deze regeling. Het gaat mij niet om het geld. Mijn vader heeft joden weggebracht, zodat zij niet in de treinen kwamen. En dan belandt hij er zelf in en komt niet in aanmerking voor deze compensatie? Mijn ouders kregen allebei het verzetsherdenkingskruis na de oorlog. Ik verzoek de NS dringend ook verzetsmensen en hun nakomelingen te compenseren.

Lees ook:

De NS gaan tientallen miljoenen compensatie betalen aan slachtoffers van de Holocaust

Bijna 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog is duidelijk welke vergoeding Joodse slachtoffers krijgen.

Groeiende onvrede over NS-regeling oorlogstransport

De kritiek op de NS-schadevergoeding voor het treintransport naar nazi-kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt luider. Op 3 oktober gaat het spoorbedrijf in gesprek met boze nakomelingen van verzetsmensen. Zij krijgen namelijk geen compensatie.

Salo Muller kreeg van de NS wat hij eiste: Ik ben een pitbull

Salo Muller, oud-fysiotherapeut van Ajax, werd vorig jaar wereldnieuws. Dankzij hem gaan de NS individuele schadevergoedingen betalen voor transport van Joden, Sinti en Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden