Nabestaanden zijn verbijsterd dat asbestbedrijf Eternit jarenlang zijn werknemers niet goed heeft beschermd tegen blootstelling aan het giftige stof.
Paul Averdijk kreeg na vijfentwintig dienstjaren bij Eternit in 2012 de diagnose mesothelioom. “Kijk wat voor een cadeautje ik van Eternit heb gekregen, zei Paul. Hij hoopte dat hij nog een jaar zou leven.” Jacqueline Averdijk (54) zucht. Die woorden vergeet ze nooit meer.
Ruim twee jaar na de diagnose stierf Paul op 52-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Zijn longen werkten niet meer. “Paul hield altijd hoop. Hij weigerde de standaard drie chemokuren in het ziekenhuis in de buurt, maar koos voor een intensieve behandeling bij het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. Mede door hun inzet en positiviteit heeft mijn man 25 maanden gekregen. Maar je weet dat die ziekte uiteindelijk wint.”
Jacqueline Averdijk was 33 jaar samen met Paul. Nu is ze ruim vijf jaar weduwe. Haar toon is strijdbaar, op lastige momenten hapert haar stem. Aan de keukentafel klemt ze haar tengere handen om het koffiekopje voor haar. “Weduwe, ik haat dat woord, net als nabestaande. Maar helaas klopt het wel.”
Zaagafdeling
Averdijk woont in Goor, hemelsbreed anderhalve kilometer van Eternit, de fabriek waar haar man zijn ziekte opliep. Paul werkte op de zaagafdeling, een zeer stoffige omgeving, en werd veelvuldig blootgesteld aan het kankerverwekkende asbest.
Jacqueline wist niet hoe verraderlijk het werk van haar man was. “Paul sprak nooit over zijn werk. Als de poort dicht ging, was het klaar met Eternit. Tot hij ziek werd en hij me zei dat hij al langer bang was om vroeg te overlijden aan asbestkanker. Toen spaarde Paul Eternit niet meer.
Hij vertelde dat ze asbestpuin in een grote bakken schepten, die niet werden afgedekt. Eenmaal buiten kregen ze de volle laag met stof in het gezicht.”
Gisteren deed Averdijk samen met andere nabestaanden aangifte tegen Eternit. De aanklacht luidt onder meer doodslag. “Mijn man ging naar Eternit om voor zijn gezin te zorgen, niet om asbestkanker te krijgen. Het bedrijf had zijn personeel moeten beschermen. Ze wisten hoe ongezond asbest was, maar hebben niets gedaan.”
Paul en Jacqueline kregen twee dochters, nu 32 en 29 jaar oud. “Eternit heeft zoveel van ons afgepakt. Onze oudste dochter trouwde in 2016, de jongste vorig jaar. Onze drie kleinkinderen groeien op zonder opa. Er zijn allemaal momenten waarop we Paul moeten missen. Dat neem ik Eternit kwalijk.” Haar kinderen en kleinkinderen zijn voor Averdijk de drijfveer om de strijd tegen Eternit voort te zetten. Een schadevergoeding kreeg ze al, maar het bedrijf erkende de aansprakelijkheid voor zijn dood nooit officieel.
“Ons leven is verwoest en dat is ons aangedaan door Eternit. Nu is het tijd voor gerechtigheid. Ik rijd zo vaak langs die fabriek, en dan zie ik weer groot Eternit staan. Ik word er doodongelukkig van. Ik gun het de mensen die er nu werken niet, maar diep in mijn hart hoop ik dat de fabriek dicht moet. Ja, dat juich ik wel toe. En ik denk dat mijn man dan trots op me is.”
Ondertussen sluimert de angst op de achtergrond. Angst voor asbest. “Iedere dag kwam Paul thuis van werk. Dan gaf hij mij en de kinderen een knuffel en een kus, terwijl zijn haar onder het stof zat. Na alle ellende van vijf jaar geleden heb ik mijn leven weer redelijk op de rit. Maar als een van mijn kinderen het krijgt, dan weet ik niet wat ik moet doen.”
Opa, oma én moeder zijn overleden door asbest
Floor Driessen verloor haar moeder en haar grootouders aan asbestkanker. Haar opa en oma heeft ze nooit gekend, ze was een peuter van vier toen haar grootvader overleed. Een half jaar later stierf oma. Maar de dood van haar moeder in 2008, acht weken na de diagnose, is nog altijd een zwarte, niet-geheelde wond in haar leven. Haar moeder Riet van Gemmert was nog maar 52.
“Een bedrijf dat decennialang bewust is doorgegaan met het verwerken van asbest, waarvan al in de jaren zestig van de vorige eeuw de risico’s ruimschoots bekend waren, is een criminele organisatie en moet strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden”, vindt Floor Driessen (30). “Daar heeft de samenleving en daar hebben de dierbaren die wij door asbest hebben verloren recht op.”
Opa Herman van Gemmert werkte van 1946 tot aan zijn pensioen in 1981 bij Eternit in Goor, fabrikant van asbestproducten. Hij was ‘papboer’, grondstoffenbereider en hij werkte onbeschermd met asbest. Als hij thuis kwam, zat hij onder de wit-grijze asbeststof. Dan stak hij zijn hoofd onder de kraan om de vezels af te spoelen. Zijn vrouw Marie of dochters Riet en Gerri klopten buiten de overall uit, net hoe het uitkwam. Wolken stuivend asbeststof.
In 1992, tien jaar na zijn pensionering, werd Van Gemmert ziek. Buikvlieskanker, mesothelioom. Ook Floors oma Marie was toen al ernstig ziek, ook mesothelioom. Van Gemmert overleed na een lang en heftig ziekbed in 1993, zijn vrouw kort daarna. Vooral dochter Gerri was in de jaren daarop bang dat ze ziek zou worden, vertelt Floor. Ze was immers net als haar zus Riet bijna dagelijks blootgesteld aan asbeststof. Floors moeder was nuchterder. “Ik ben niet bang, anders heb ik geen leven meer”, zei Riet geregeld tegen haar dochter.
‘Ik kan dit nooit meer van me af zetten’
Maar in 2008 werd ook zij ziek. Floor was net achttien. “We woonden al een jaar of tien met ons tweetjes. Mijn moeder is, toen ik acht was, gescheiden van mijn vader. Ik had met haar een hele hechte band.” Een fysiotherapeut voelde een bobbel op haar borstbeen. Ze ging de medische molen in. Floor: “Aan het einde van een dag lang onderzoek stapte ze uit de auto en ik zag het meteen, die trieste blik, dat schuldgevoel in haar ogen.”
De arts zei dat Riet van Gemmert nog maximaal twee jaar te leven had. Het werden acht weken. “Ze ging met de dag achteruit. Ik had een tussenjaar van school, ik heb haar natuurlijk verzorgd. Ik heb heel veel hulp gehad in die laatste weken, ook van mijn vader, maar ’s nachts waren mijn moeder en ik alleen. Het is een verschrikkelijke ziekte, mensonterend. Door de kanker kon mijn moeder niet slikken, ze had ondraaglijke dorst. Het is een litteken, ik kan dit nooit meer van me af zetten. We hebben eigenlijk geen tijd meer gehad om te praten.”
Na het overlijden van haar moeder besloot Floor Driessen zich aan te sluiten bij het Comité Asbestslachtoffers. Ze is daar penningmeester. “Omdat mijn moeder op het laatst zo fel was in haar strijd tegen Eternit, vond ik dat ik ook wat moest doen. Ik doe dit voor haar. Ik wil op mijn manier haar strijd strijden. Het is zo verbijsterend wat dit bedrijf al die jaren heeft nagelaten. En ook de rol van de overheid, die niet voor haar burgers heeft gezorgd.” Floor Driessen werkt aan een boek over haar ervaring met rouw.
Lees ook:
‘Ze gaan toch dood, denkt de staat zeker’
Klaas Jasperse was in 2013 het eerste asbestslachtoffer dat de staat aansprak op nalatigheid. ‘Er is door de Nederlandse overheid niks gedaan om ons te beschermen tegen de risico’s van asbest.’
Fabrikant asbest kende risico’s allang
Arrest uit 2012: Eternit had klanten begin jaren zestig al moeten waarschuwen. Het bedrijf moet schade vergoeden.