Kuipers besluit: Groningen behoudt toch hartchirurgie voor kinderen

Het UMC Groningen behoudt de kinderhartoperaties, zo heeft minister Ernst Kuipers besloten. Ook Rotterdam blijft deze operaties aanbieden. De centra in Utrecht en Leiden verliezen straks de operaties bij kinderen met een aangeboren hartafwijking, zo staat in het voorgenomen besluit dat Kuipers maandag naar de Tweede Kamer stuurde. Kuipers wil terug van vier naar twee centra, om de kwaliteit van de hartzorg te verbeteren.

De minister van volksgezondheid komt terug op de beslissing van zijn voorganger Hugo de Jonge, die de kinderhartchirurgie wilde concentreren in Rotterdam en Utrecht. Op die keuze kwam met name uit Groningen kritiek, vanwege de lange reistijd die kinderen en hun ouders zouden krijgen. Kuipers zegt nu dat het niet voor de hand ligt twee centra in de Randstad te kiezen, als daar ‘geen dwingende inhoudelijke redenen voor zijn.’

Kuipers kiest Groningen vanwege regionale spreiding

De minister kiest nu voor het Erasmus MC in Rotterdam - het ziekenhuis waar hij eerder bestuursvoorzitter was - omdat dat ziekenhuis volgens hem ‘voldoet aan alle criteria die er bestaan'. Tussen de andere centra zijn de kwaliteitsverschillen minder duidelijk. Groningen behoudt de hartzorg omdat Kuipers nu ‘regionale spreiding’ ook heeft meegewogen, op advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Hij gaat wel in tegen een ander deel van dat advies uit december. De NZa raadde af om de kinderhartchirurgie te concentreren zonder groter plan over de toekomst van de academische zorg. Het nu alleen concentreren van kinderhartchirurgie heeft volgens de NZa ‘grote en onomkeerbare gevolgen’ voor de ziekenhuizen. Mogelijk sneuvelt in de ziekenhuizen in Leiden en Utrecht op termijn de kinder-intensive care. Ook andere acute zorg kan geraakt worden, waarschuwde de autoriteit.

‘Wachten op een groter plan duurt te lang’

Toch zet Kuipers door. Ook hij vindt dat er een ‘integraal’ plan moet komen voor de academische zorg, maar dat kan later. Kuipers verwacht dat daar veel tijd voor nodig is: de afgelopen jaren is het de academische ziekenhuizen volgens hem niet gelukt met zo'n plan te komen. Kuipers vindt het concentreren van de kinderhartzorg ‘urgent’.

De minister vroeg de Universitaire Medische Centra om zelf de knoop door te hakken welke twee van de vier centra de operaties mochten blijven doen. De ziekenhuizen gingen daar niet op in, en verwezen daarbij naar het advies van de NZa. Kuipers geeft nu duidelijkheid over ‘de eindsituatie', zodat de ziekenhuizen kunnen werken aan een soepele overgang. Daarvoor wil hij de komende 2,5 jaar uittrekken.

UMC Utrecht: minister handelt niet in belang patiënten

Het Leids UMC, dat bij kinderhartchirurgie samenwerkt met het Amsterdam UMC, reageert teleurgesteld. Voor het UMC Utrecht zijn de druiven helemaal zuur: dat hartcentrum was eerst uitverkoren, maar verliest nu toch. Volgens het ziekenhuis gaat bij dit besluit ‘het belang van instellingen boven dat van de kwaliteit en continuïteit van zorg voor patiënten'. Een woordvoerder noemt dat ‘onbegrijpelijk'.

Dat ziet het UMC in Groningen anders. De minister “kiest nadrukkelijk voor het behoud van de academische kindzorg en toegankelijkheid van acute zorg voor Noord- en Oost-Nederland", zo meldt het ziekenhuis. Het stoppen van de kinderhartzorg zou volgens het ziekenhuis ‘een onevenredige grote impact hebben gehad’ op de zorg in de regio.

De kinderhartcentra kunnen tot 27 februari reageren op het voornemen van Kuipers. Hoe dan ook blijft een deel van de hartzorg behouden in alle ziekenhuizen, schrijft hij: “controles, poliklinische afspraken, voor- en nazorg en gesprekken over medicatie kunnen ook na concentratie van interventies voor patiënten plaatsvinden in het dichtstbijzijnde ziekenhuis.”

Lees ook:

Hoe kinderhartchirurgie een speelbal van ruziënde ziekenhuizen werd

De academische ziekenhuizen in Nederland moeten van vier naar twee afdelingen kinderhartchirurgie. Dat proces ging verre van soepel, zo blijkt uit deze reconstructie. ‘Deze impasse is voor niemand goed.’