Dodenherdenking
Koning Willem-Alexander: Het voelt vreemd op bijna lege Dam
Koning Willem-Alexander heeft tijdens de dodenherdenking Nederland toegesproken vanaf een vrijwel lege Dam in Amsterdam. Het was voor het eerst dat een Nederlands staatshoofd het woord voerde bij de Nationale Dodenherdenking.
Koning Willem-Alexander heeft maandagavond in zijn toespraak tijdens de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam speciaal aandacht geschonken aan degenen die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna in de steek gelaten voelden, op welke wijze dan ook, ook door de koninklijke familie. Ook riep hij op de vrijheid te verdedigen.
“Medemensen, medeburgers in nood, voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund, al was het maar met woorden ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is iets dat me niet loslaat”, aldus Willem-Alexander.
In zijn speech sprak de koning ook over Jules Schelvis, een Joodse Amsterdammer die de verschrikkingen van het concentratiekamp in Sobibor overleefde. “Sobibor begon in het Vondelpark. Met een bordje: ‘Voor Joden verboden’”, zei de koning. “Oorlog werkt generaties lang door. Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons. Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is.”
Herdenking zonder nabestaanden
In zijn toespraak refereerde koning Willem-Alexander aan de bijzondere omstandigheden waaronder deze herdenking moest worden gehouden vanwege de coronacrisis. Daarom vond de Nationale Herdenking plaats op een bijna lege Dam, zonder genodigden, zonder nabestaanden, zonder overlevenden. Alleen koning Willem-Alexander, koningin Máxima, premier Rutte, de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema en Gerdi Verbeet van het Nationaal Comité 4 en 5 mei waren aanwezig. De voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer waren er niet bij. Wel werden de gebruikelijke kransen gelegd, ook namens alle afwezigen. Twee scouts namen die taak op zich.
Zonder het gebruikelijke publiek van 20.000 mensen was het plein zo indrukwekkend leeg en stil, als zelden eerder het geval is geweest. “Het voelt vreemd op een bijna lege Dam. Maar ik weet dat u, dat jij, deze Nationale Herdenking meebeleeft en dat we hier samen staan. In deze uitzonderlijke maanden hebben wij allemaal een deel van onze vrijheid op moeten geven. Sinds de oorlog heeft ons land iets dergelijks niet gekend”, zei de vorst.
Het was de eerste keer dat een Nederlands staatshoofd het woord voerde bij de Nationale Herdenking, omdat het na 75 jaar vrijheid een bijzonder herdenkingsjaar is. Dat de koning zou spreken was al afgesproken voordat het coronavirus het openbare leven grotendeels lam legde en alle grote evenementen onwenselijk maakte.
Herdenken via sociale media
Elders in het land waren eerder op de dag politici actief op een reeks van herdenkingen, vaak via sociale media te volgen, maar zonder publiek. De verhalen van de Tweede Wereldoorlog moeten doorverteld worden. Dat is een van de beste garanties dat het niet opnieuw gebeurt, meldde bijvoorbeeld minister van financiën Wopke Hoekstra op de Leusderheide vlakbij Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Op die plek werden in de oorlog 159 van de 45.000 gevangenen van kamp Amersfoort geëxecuteerd.
Zijn partijgenoot en vicepremier Hugo de Jonge legde bij de herdenking op het Nationaal Ereveld in het Gelderse Loenen een krans voor de Nederlandse slachtoffers. De Jonge: “Wij zijn de vaandeldragers van vrede en vrijheid geworden, nu de meeste getuigen van de Tweede Wereldoorlog niet meer leven. Van vrijheid, die de meesten van ons in de wieg cadeau kregen en waar we weinig voor hoefden te doen.”
Ook in de Tweede Kamer werden zoals ieder jaar de doden herdacht, maar vanwege Covid-19 in aangepaste vorm. Kamervoorzitter Khadija Arib sprak van een “noodgedwongen beperking die we onszelf opleggen, omdat we niet willen dat onze vrijheid ten koste gaat van andermans gezondheid”.
Lees ook:
Dit jaar wordt de taptoe geblazen in de eigen Pythagorasstraat
Een kwartier voor het begin van het nationale stiltemoment op 4 mei speelt een jongetje nog voetbal op de kinderrijke Pythagorasstraat in Amsterdam. Als Petra Seel (54), trompet in de hand, een paar minuten later haar woning hier verlaat, is hij verdwenen.
Bloemen, gedichten en een taptoe thuis: de Trouw-lezer herdenkt thuis
4 en 5 mei beleven we dit jaar thuis. Zonder gezamenlijke herdenking bij het plaatselijke monument, zonder bomvolle Dam op televisie en zonder drukbezochte Bevrijdingsfestivals door het hele land. Hoe herdenkt u de doden, en hoe viert u de vrijheid dit jaar, vroegen we aan onze lezers. U stuurde gedichten, foto’s en video’s.