Kinderen willen geen kunstmatig intelligent vriendje

“Als een robot gemaakt is om mijn vriend te zijn, zou hij alleen van mij leren”, zegt een meisje van 8 jaar uit Enschede. “Hoe kan ik dan weten hoe ik anderen gelukkig maak of wat verdriet is? Hoe kan ik leren en mij aanpassen, als ik alleen van een robotvriend leer wat ik aan het doen ben?”

Bovenstaande uitspraak komt uit een onderzoek dat DesignLab van de Universiteit Twente in Enschede en kinderrechtenorganisatie KidsRights hebben gehouden. In dat onderzoek willen de organisaties weten hoe kinderen tegen kunstmatige intelligentie aankijken. Belangrijk, want kunstmatige intelligentie zal hun dagelijks leven en dat van de kinderen na hen sterk beïnvloeden.

Met kunstmatige intelligentie kun je geen grappen kan maken

Het 8-jarig meisje laat zien dat kinderen best wel door hebben dat een robot geen vriendje kan zijn, dat een digitale hulp met kunstmatige intelligentie geen grappen kan maken, je niet gerust kan stellen of met je mee kan voelen. Daarom wil een 11-jarige jongen uit Dordrecht geen digitale huisarts: “Ik zou me veiliger voelen bij een normaal mens als huisarts”, zegt hij in het onderzoek. Een robot als verkoper, dat kan weer wel.

Kinderen komen in de discussies over kunstmatige intelligentie zelden aan het woord, terwijl juist zij er veel mee te maken krijgen. Daarom is het volgens de onderzoekers belangrijk kinderen te betrekken bij de ontwikkelingen.

Lees ook:

Als de politiek niet optreedt, bepalen AI-techneuten onze digitale beschaving

In de discussie over Big Tech vergeten we de engineers. Deze technici bouwen in stilte aan systemen die nooit ethisch doordacht zijn, waarschuwen Leon Dohmen en Arda Gerkens.