Wetenschap
Kan het coronavirus zich toch door de lucht verplaatsten?
Het coronavirus kan zich niet verplaatsen via de lucht. Of toch? En hoe zinvol zijn mondkapjes dan eigenlijk?
Zou het coronavirus zich toch door de lucht kunnen verplaatsten? Die vraag speelt telkens op als groepjes mensen bij elkaar komen, op voldoende afstand blijven en toch ziek worden, zoals gebeurt met leden van zangkoren of bezoekers van kerkdiensten.
Zowel de wereldgezondheidsorganisatie WHO als het RIVM stelt dat het virus zich niet door de lucht verplaatst. Daarom is hoesten en niezen in de elleboog en anderhalve meter afstand houden genoeg. Eerder is wel een onderzoek uitgevoerd waarbij wetenschappers het virus op ventilatorroosters aantroffen, dat op verplaatsing via de lucht wijst, maar dat overtuigde de WHO niet. Halverwege maart verscheen een in de New Engeland Journal of Medicine een onderzoek dat meer discussie losmaakt.
Vast staat dat het virus zich verspreidt via kleine druppels van een besmet persoon. Deze druppeltjes vallen snel op de grond waardoor zij onschadelijk zijn. Tenzij net een kind voorbij kruipt en daarna de handen in de mond steekt. Want dat is de tweede manier van besmetting: via contact met oppervlakten.
Hoe meer virus je binnenkrijgt, hoe zieker je lijkt te worden
Het onderzoek in de New England Journal of Medicine laat zien dat het virus zich ook kan verplaatsen in nog kleinere druppels, de zogeheten aerosolen. Deze druppels zijn zo klein dat ze snel verdampen waardoor het virus in de lucht blijft zweven. Om te zien hoe dat met het coronavirus gaat, bliezen onderzoekers in een laboratorium besmette aerosolen in de lucht. Drie uur lang bleven de virussen zweven en bleven zij actief.
Dat onderzoek bootst niet de werkelijkheid na, omdat de krachtige machine die de kleine deeltjes de lucht in blies vele malen sterker is dan een hoestende patiënt, reageerde de WHO. Of besmette personen inderdaad actieve virussen in ademhalingsdruppeltjes kunnen verspreiden, wordt onderzocht.
Maar dan nog, stel dat het virus blijft zweven, dan is de vervolgvraag: kunnen mensen er ziek van worden? Er lijkt een verband te zijn tussen de hoeveelheid virus die iemand binnenkrijgt en de ernst van de ziekte. Maar onbekend is hoeveel deeltjes van het virus iemand binnen moet krijgen voordat een infectie ontstaat. Het kan dus goed zijn dat een lage dosis van het virus in een aerosol niet leidt tot ziekte.
Stel nu dat het virus inderdaad urenlang in de lucht kan blijven zweven, dan is een mondmasker zo gek nog niet, is de gedachte. Voor medisch personeel is dat inderdaad het geval. Maar zij staan bloot aan grote hoeveelheden van het virus, bijvoorbeeld als een patiënt begint te hoesten als die aan de beademing wordt gelegd. De maskers die ic-artsen en –verpleegkundigen dragen zijn fijnmaziger dan de gewone chirurgische maskers. De vraag is of deze gewone mondmaskers nut hebben voor mensen op straat of in supermarkten als zij koste wat kost geen zwevend virusdeeltje willen inademen – als die deeltjes al aanwezig zijn.
Ondertussen wordt het mondmasker net als in Aziatische landen steeds vaker gezien in Europa. In Oostenrijk is het verplicht een masker te dragen in de supermarkt, in Tsjechië en Slowakije zijn maskers verplicht en ook Frankrijk staat voor een verandering van beleid. Dat heeft niets te maken met zwevende virussen. De maskers moeten voorkomen dat personen die niet weten dat zij het virus bij zich dragen anderen besmetten als de anderhalvemeterregel niet mogelijk is, zoals in winkels.
Lees ook:
Mondkapjes hebben geen zin, zegt het RIVM. Maar landen om ons heen denken daar anders over
‘Mondkapjes opdoen heeft geen enkele zin’, zei RIVM-directeur infectieziektebestrijding Jaap van Dissel toen Lodewijk Asscher vroeg of Nederland niet óók mondkapjes moet gaan dragen, zoals Oostenrijk. ‘We houden al anderhalve meter afstand, verder kunnen druppels niet reizen’, legde hij uit. Maar in andere Europese landen begint die opvatting te veranderen.