Syriëgangers
Kabinet wil uitreiziger naar Syrië toch liever hier berechten
Het kabinet krijgt zes maanden langer de tijd om een Syriëganger terug te halen naar Nederland, zodat de vrouw hier kan worden berecht. Eigenlijk had de rechtbank in Rotterdam het kabinet tot begin deze maand de tijd gegeven om uitvoering te geven aan een bevel tot gevangenneming. Die termijn is verlengd nadat de minister van justitie en veiligheid te kennen heeft gegeven dat hij de vrouw het liefste hier berecht ziet. Een nieuw standpunt, aldus de rechtbank, en reden om een definitieve beslissing over de zaak uit te stellen.
De advocaat van de vrouw had de rechter gevraagd om de strafzaak tegen haar te beëindigen. Het Openbaar Ministerie kan haar dan niet meer vervolgen voor deelname aan een terroristische organisatie. Een reden daarvoor kan bijvoorbeeld zijn dat het niet langer redelijk is om vervolging boven iemands hoofd te laten hangen, zonder dat er iets concreets gebeurt.
Het voordeel van de twijfel
Volgens justitieminister Ferd Grapperhaus zijn er de afgelopen maanden wel degelijk concrete stappen ondernomen om de vrouw terug te halen. Zo is gesproken met het Rode Kruis, met de Verenigde Staten en met andere Europese landen, met de Iraakse autoriteiten en met vertegenwoordigers van de SDF (een alliantie van verschillende strijdgroepen die in Syrië tegen terreurgroep IS hebben gestreden). Tot nu is dat allemaal zonder resultaat, maar dat kan nog veranderen, aldus de minister.
De rechtbank geeft hem het voordeel van de twijfel, met name nu de minister ernaar zegt te streven de vrouw voor een Nederlandse rechter te brengen. De mogelijkheid voor berechting in de regio zelf, waar het kabinet tot nu toe vooral op uit leek, houdt Grapperhaus ook nog steeds open, schrijft hij in een brief aan de Kamer. Zolang Nederlanders die zich aansloten bij IS of een andere terreurgroep hun straf maar niet ontlopen.
Lees ook:
Blok wil toch praten met Koerden over berechting van Nederlandse Syriëgangers
55 Nederlandse Syriëgangers, onder wie veel vrouwen, worden mogelijk toch berecht door de Koerden.