Hervormingen
Jeugdzorgwerkers plannen een groot protest: ‘Er is een ramp gaande’
Voor jeugdzorgmedewerkers is de maat vol. Ze eisen een formele rol bij de hervormingen van de jeugdzorg en willen de geplande bezuinigingen van tafel. Dinsdag 15 maart plant het FNV een massaal protest.
“We zitten nu in een impasse, de hele hervormingsagenda ligt op z’n gat,” zegt Sander Wageman, woordvoerder van FNV. “Er is een ramp gaande in jeugdzorgland.” Kinderen krijgen te laat of überhaupt niet de juiste hulp door de enorme wachtlijsten bij met name de complexe zorg. “Het is ongelooflijk dat er nu bezuinigd wordt. Daarnaast is de cao vastgelopen. Uiteindelijk gaat de staking formeel gezien daarover.”
Jeugdzorgmedewerkers zijn van plan om op dinsdag 15 maart 24 uur lang te staken als het kabinet de eisen van het FNV negeert, één daarvan is het schrappen van de geplande bezuinigingen. Rutte IV wil vanaf 2025 structureel 500 miljoen op de jeugdzorg besparen. De vakbond geeft het kabinet tot uiterlijk 14 februari om hen tegemoet te komen.
Besparen in plaats van verbeteren
Het Rijk trekt op korte termijn juist extra geld uit voor de jeugdzorg om tekorten weg te werken. Maar die 1,8 miljard gebruiken gemeenten veelal voor andere dingen, bleek uit een eerdere rondvraag van de NOS. Met het geld dichten zij gaten in hun begroting die de afgelopen jaren juist ontstonden door de hoge kosten van de jeugdzorg.
Het Rijk moet volgens het FNV daarom het geld oormerken zodat het terechtkomt waar het hoort. Bestuurder FNV-bestuurder Jeugdzorg Maaike van der Aar laat via de FNV-site weten: ‘Wij strijden niet voor geld in het gemeentefonds, maar voor geld voor het vullen van tekorten in de daadwerkelijke jeugdzorg. Dat zijn dus medewerkers, scholing, innovatie en ontwikkeling en (alle vormen van) gezinnen.’
Op lange termijn is afgesproken om met alle betrokkenen te bespreken hoe er bezuinigd kan worden. De vorige staatssecretaris Paul Blokhuis (ChristenUnie) begon daarom met de zogenoemde ‘hervormingstafel’ om het gesprek aan te gaan met gemeenten, zorgaanbieders, cliëntenorganisaties en professionals over hervorming van de jeugdzorg. FNV-kaderleden stapten al eerder uit deze gesprekken omdat het volgens hen te veel ging om het besparen van geld in plaats van het verbeteren van de zorg. Een paar weken terug stapte ook de gemeenten op.
De problemen waar jeugdzorgwerkers tegenaan lopen, zijn net zo divers als de kinderen die ze zien. Trouw sprak drie hulpverleners over hun grootste wens voor de toekomst.
‘Alsof je een jaar moet wachten op behandeling van je gebroken arm’
Jennifer Cirpici, 31 jaar, praktijkondersteuner huisartsenzorg (Rotterdam).
Gestopt als jeugdbeschermer vanwege de hoge werkdruk.
“Ik zou willen dat de enorme wachttijden verdwijnen. Dat het binnen een week of paar weken wordt opgepakt als je iemand doorverwijst. Dat lijkt me geweldig.”
“Ik sprak vandaag een moeder voor wie ik al bijna drie jaar bezig ben met het vinden van ggz-hulp voor haar kind. Overal wordt het verzoek afgewezen of gezegd dat het te complex is. Maar soms hoor je dat pas maanden later en dan moet je bij een andere organisatie weer opnieuw beginnen.”
“Alsof je een gebroken arm hebt en ze je bij het ziekenhuis vertellen dat je een jaar moet wachten. Dat is heel kwalijk, zeker voor kinderen met suïcidale gedachtes of eetstoornissen.”
“Mensen die op een wachtrij staan, vang ik nu op. Maar ik ben voor hun niet voldoende. En als ik niet zoveel zou hoeven overbruggen, kan ik me richten op mensen met lichte problematiek.”
‘Ieder gesprek, telefoontje, mailtje of whatsappbericht moeten we registreren’
Laura Tijsen, 31 jaar, pedagogisch medewerker in de pleegzorg (Eindhoven)
“Mijn wens is een combinatie van zowel het verminderen van de registratiedruk als het verbeteren van de CAO en het vaststellen van een goede kostprijs voor organisaties.”
“We moeten bizar veel bureaucratische handelingen verrichten die onnodig zijn. Ieder gesprek, telefoontje, mailtje of whatsap bericht moeten we registreren in het systeem. Dat kost zoveel tijd, inmiddels is dertig procent van mijn baan computerwerk.”
“De gemeenten willen alles controleren. Ze werken niet vanuit vertrouwen, maar uit controle en beheersing. Dan wordt alles zo dicht getimmerd, dat werkt niet fijn.”
“Dat is niet waarvoor ik heb gekozen. Ik ben dit werk gaan doen voor het contact met cliënten en pleegouders. Dat is ook waar ik voor opgeleid ben, ik ben niet geschoold voor administratief medewerker.”
‘Ik kon die jongen nergens kwijt. Dan breekt je hart hoor’
Arjan Bosman, 50 jaar, pleegzorgbegeleider (Breda)
“Ik wil zo graag dat alle betrokkenen gaan samenwerken vanuit transparantie en vertrouwen. We moeten stoppen met de vinger te wijzen naar elkaar en het kind centraal zetten.”
“Ik herinner me een kind dat helaas niet meer bij zijn pleegouders kon blijven. Toen kreeg hij kort crisishulpverlening maar daarna kon ik die jongen nergens kwijt. Ik moest kijken in zijn eigen netwerk en haast smeken of hij daar een week of twee mocht blijven. Dat breekt je hart hoor.”
“De versplintering in de zorg zorgt ervoor dat het systeem niet soepel werkt. Uiteindelijk is de jongere daar de dupe van, maar ook de hulpverleners want die trekken het niet meer.”
“De overheid, de gemeenten, zorgaanbieders en professionals moeten met elkaar in gesprek en samen het probleem tackelen. Als we elkaar vertrouwen is dat controlesysteem niet nodig. Dan kunnen werknemers weer gewoon hun werk doen, want we zijn er niet voor de administratie.”