InterviewIna Mackloet-de Korte
Ina Mackloet-De Korte (78): ‘Jarenlang stond het dakraam op een kier, om te kunnen vluchten’
Wanneer Ina Mackloet in de aanloop naar de zeventigjarige herdenking van de Watersnoodramp haar verhaal doet voor de seniorenvereniging in Oude-Tonge, moet ze tot haar eigen schrik het verhaal onderbreken. Ze stokt gewoon. Ina heeft dat nooit eerder gehad. Maar ze heeft al wel gemerkt dat de aanloop naar 1 februari met de jaren moeilijker wordt. Dat begint zo half januari, als ze weer foto’s uit die tijd uit de kast pakt. Met kennissen en haar zusje komt het onderwerp opeens ter sprake. “Iedereen heeft dat in het dorp. Op 2 februari valt het weer van me af.”
Acht jaar is ze tijdens de rampnacht. Net als haar vriendinnetje Ineke over wie ze haar dorpsgenoten vertelt op het moment dat er geen woorden meer komen. Zelf verliest Ina haar grootouders tijdens de watersnood, maar het verdriet staat in geen verhouding tot dat van Ineke die haar moeder en zusje kwijtraakt. “Ik liep elke dag bij hen binnen. We zijn nog steeds bevriend, zij woont in Middelharnis. Onze band is bijzonder. Toen koningin Beatrix bij de vijftigste herdenking naar Oude-Tonge kwam, was Ineke uitgenodigd. Ze belde of ik met haar mee wilde. En je man dan, vroeg ik. Dat was geen optie. Ze antwoordde dat ze het met mij heeft beleefd.”
‘Een cruise heb ik nooit gewild’
Ina voelt zich een gelukkige vrouw. Ze zegt het hardop en oprecht. Van haar vader heeft ze de positieve eigenschap om ergens al snel het zonnige van in te zien. “Ik heb toch nog zeventig jaar geleefd”, merkt ze op wanneer de nacht uit 1953 ter sprake komt. De vlucht over de dakgoot naar de zolder van de buren. Het langsdrijvende stuk dak dat ze met zijn elven als vlot gebruiken. De huizen die achter hen instorten. De val in het water, waarbij ze het bewustzijn verliest en broer Bram haar grote redder wordt. “Ik ben er niet meer verdrietig om. Je leert er de rest van je leven makkelijker door relativeren. En het scheelt dat ik veel liefde om me heen heb.”
Het is niet dat ze er niets aan heeft overgehouden. In een lift voelt Ina zich opgesloten, bij een stuwdam begint ze te zweten. Het dakraampje heeft jarenlang op een kier gestaan, in de wetenschap dat het dan makkelijker vluchten is. “En een cruise heb ik ook nooit gewild. Je kunt nergens heen als er iets is. Mijn zusje is jarenlang nog veel banger geweest voor water, al was ze in 1953 pas twee. Ze heeft met hangen en wurgen haar A-diploma gehaald. Een alternatieve genezer zag een heleboel water in haar hoofd. Hij heeft haar van de angst afgeholpen.”
De muur die op de kelder viel
In huis heeft Ina nog een paar herinneringen aan de watersnood. Zoals het portemonneetje dat ze de laatste Sinterklaasavond voor de ramp van haar grootouders kreeg. En een intact gebleven vaasje. Twee melkkannen, een trouwgeschenk van hun ouders uit 1929, staan in het Watersnoodmuseum. “Mijn vader heeft ze destijds in maart teruggevonden. Ze hadden het in de kelder overleefd. Dat kwam doordat een van de muren precies op de kelder viel, waardoor sommige spullen op hun plek bleven.”
Maar bovenal zit de herinnering in haar hoofd. De meest dierbare? “De lach op het gezicht van Ineke toen we elkaar na twee dagen zagen. Na alles wat ze had meegemaakt, is dat een lach die ik nooit vergeet.”
En een lach waar ze zeventig jaar later ten overstaan van de seniorenvereniging een beetje om moet huilen.
Lees meer interviews uit onze Watersnood-special
Gerard Slokkers (78): ‘Ik kreeg nog snoepjes van de man die de molen niet heeft gehaald’
Ina In ’t Veld-Rentier (65): ‘Over die grote ramp was iedereen zeventig jaar stil’
Floor Pouw (16): De trots van het achterkleinkind van een plichtsgetrouwe brandweerman
Teun Biemond (70): ‘In dit mandje werd ik gered, als ik het zie gaat de ramp leven’