InterviewIna In ’t Veld-Rentier
Ina In ’t Veld-Rentier (65): ‘Over de Watersnoodramp was iedereen zeventig jaar stil’
Had ze het maar gedaan. Had Ina In ’t Veld maar de moed gehad om op enig moment haar opa, vader, oom Kees of tante Janna te vragen naar hun gevoelens over de Watersnoodramp. Ze heeft het nagelaten. Nu kan het niet meer. Met tante Janna overleed vorig jaar de laatste van de vier watersnoodoverlevenden uit de familie. Zwartgekleed blaast ze haar laatste adem uit, in de kleur waarin ze de laatste 69 jaar van haar bestaan door het leven ging. Het was een lange rouwperiode.
Decennialang is de ramp elke dag aanwezig, nooit wordt er een woord over gebezigd. Een vriendje van Ina’s zus, uit de buurt van Tiel, durft haar vader er ooit naar te vragen. Ina ziet hoe hij hapert en dichtslaat. Niet dat ze een sombere vader heeft gehad, integendeel. Maar met wat er op 1 februari 1953 gebeurt, heeft hij nooit kunnen omgaan. “Te groot om er woorden aan te geven”, zo beschrijft Ina het maar. Uiteindelijk is oom Kees, op zijn sterfbed, de enige die er heel kort iets over zegt. Na een paar zinnen stopt hij. “Jullie hoeven niet alles te weten.”
Ina’s opa ziet vier van zijn kinderen, zijn vrouw en zijn zus voor zijn ogen verdrinken
Van haar vader weet Ina alleen dat hij de rest van zijn leven worstelt met het idee dat hij de bewuste dag niet thuis is, net als tante Janna. Wat de rest tijdens de ramp meemaakt, tart elke beschrijving. Het dak van hun ingestorte huis, dat ze als vlot gebruiken, kapseist in het woeste water. Ina’s opa ziet vier van zijn kinderen, zijn vrouw en een inwonende zus voor zijn ogen verdrinken. Alleen Kees overleeft samen met hem. Onderweg hebben de acht zich proberen vast te klampen aan een trapnaaimachine die ze – God weet waarom – uit huis hebben meegenomen.
Het is die naaimachine die de ramp voor Ina ineens zo voelbaar maakt. Nadat deze wordt teruggevonden, staat hij jarenlang bij tante Janna op zolder. Ina ziet het werktuig pas als ze na haar dood het kleed eraf haalt. De machine bevat twee laatjes. “De ene vol met krantenknipsels over de Watersnoodramp. Blijkbaar verzamelde ze alles wat ermee te maken had. In de andere lag een briefje met het verzoek de naaimachine aan het Watersnoodmuseum te doneren. Het museum waar ze zelf nooit naartoe wilde.”
De ramp krijgt met het jaar meer betekenis en impact
Het schrijfsel voelt voor Ina als een vrijbrief om het verhaal van haar familie door te geven. “Het is het waard om te worden verteld. Zelf merk ik dat de ramp het afgelopen jaar meer impact heeft gekregen dan ze ooit heeft gehad. De betekenis dringt opeens in volle hevigheid tot me door. Nu vraag ik mij af wat mijn blije vader dacht als hij ’s nachts in bed lag. Dat we nooit over de ramp hebben gesproken, is…ja, wat is het eigenlijk? Treurig is wel het goede woord, denk ik.”
Zo voelt Ina op haar 65ste het familieverdriet dat ze nooit eerder heeft gevoeld. De ramp die altijd op afstand was, heeft nu bezit van haar genomen. Vaak denkt ze terug aan de keren dat ze alleen met tante Janna was. Zou ze? Maar Ina durfde niet, bang als ze was om alles op te rakelen. “Maar oprakelen was niet aan de orde, de watersnood was al dagelijkse realiteit. Mijn opa, mijn vader, mijn oom en tante Janna: ze stonden ermee op en gingen ermee naar bed.”
Tot de laatste dag van hun leven.
Lees meer interviews uit onze Watersnood-special
Ina Mackloet-De Korte (78): ‘Jarenlang stond het dakraam op een kier, om te kunnen vluchten’
Gerard Slokkers (78): ‘Ik kreeg nog snoepjes van de man die de molen niet heeft gehaald’
Floor Pouw (16): De trots van het achterkleinkind van een plichtsgetrouwe brandweerman
Teun Biemond (70): ‘In dit mandje werd ik gered, als ik het zie gaat de ramp leven’