Docent Daniella Zaidman-Mauer (links) helpt studenten bij het ontcijferen van het Jiddisch alfabet. Beeld Olaf Kraak
Docent Daniella Zaidman-Mauer (links) helpt studenten bij het ontcijferen van het Jiddisch alfabet.Beeld Olaf Kraak

Taalcultuur

In Mokum kunnen studenten eindelijk weer Jiddisch leren

Studenten aan de Universiteit van Amsterdam kunnen weer Jiddisch leren, de Joodse taal die zoveel sporen heeft nagelaten in ‘Mokum’. Dinsdag zaten de eerste studenten in de collegezaal.

Merijn van Nuland

Het wordt keihard werken, daarover laat docente Daniella Zaidman-Mauer geen misverstand bestaan. Wie het Jiddisch onder de knie wil krijgen, moet het Hebreeuwse alfabet leren waarin het Jiddisch geschreven wordt. Wie dat wil leren “leest het elke dag, gaat ermee eten en slapen, en legt het ’s nachts onder het kussen”. De aanwezigen in deze Amsterdamse collegezaal, in de leeftijd van 20 tot 84 jaar, hebben het er graag voor over.

Terugkeer van het Jiddisch in ‘Mokum’ is groot nieuws

Het is namelijk voor het eerst in jaren, of misschien zelfs decennia, dat het Jiddisch in Nederland weer als zelfstandig collegevak wordt gedoceerd. De grofweg zestig studenten in de zaal zullen de komende weken een twaalftal intensieve taallessen volgen. Dat is hier in ‘Mokum’ een gebeurtenis van formaat, blijkt ook uit de toestroom van de pers. De Joodse taal heeft in de hoofdstad en ver daarbuiten sporen nagelaten: nog altijd kun je op straat worden aangesproken met gozer, letterlijk bruidegom.

Gelukkig is er ook goed nieuws voor de studenten, stelt Zaidman-Mauer de aanwezigen gerust. Het alef-bays (alfabet) is dan wel geen pretje, het Jiddisch is in ieder geval een behoorlijk fonetische taal en kent gewoon klinkers, in tegenstelling tot het Hebreeuws. Wie een beetje Duits spreekt, heeft sowieso mazzel. Woorden als briv (brief), vickhtig (belangrijk) en tsayt (tijd) klinken vrijwel hetzelfde als hun Duitse evenknie. In koor herhalen de studenten de woorden die hun docent opleest.

Taalcursus als ‘cadeau aan jezelf’

De studenten in de zaal zijn grofweg in drie groepen op te delen. Een deel studeert Hebreeuws, en ziet het aanverwante Jiddisch als een logische vervolgstap. Eenzelfde motivatie geldt voor studenten Duits, die een voorsprong hebben bij het aanleren van het ‘Jodenduits’, zoals het Jiddisch vroeger werd genoemd. Daarnaast trekt de studie ook veel mensen die een bijzondere band hebben met de Joodse geschiedenis, of die hun eigen Joodse achtergrond willen verdiepen.

Daniella Zaidman-Mauer over het leren van het Jiddisch: ‘Lees het elke dag, ga ermee eten en slapen, en leg het ’s nachts onder het kussen.’ Beeld Patrick Post
Daniella Zaidman-Mauer over het leren van het Jiddisch: ‘Lees het elke dag, ga ermee eten en slapen, en leg het ’s nachts onder het kussen.’Beeld Patrick Post

Dat geldt bijvoorbeeld voor Esther Kornalijnslijper. De Enkhuizense heeft een Joodse vader, verloor haar overgrootmoeder in de oorlog, maar is door haar ouders niet religieus opgevoed. “Ik zie deze taalcursus als een cadeau aan mezelf. Als ik de taal wat beter beheers, kan het een draadje vormen naar waar ik vandaan kom. En dan specifiek naar het leven van voor de oorlog, waarover nog niet zoveel bekend is.” Het Jiddisch verdween al ver voor de Tweede Wereldoorlog uit Nederland, toen de Joodse gemeenschap emancipeerde en op het Nederlands overstapte.

Archieven liggen vol met Jiddische teksten

Dat maakt de studie van het Jiddisch niet beladen, zegt Irene Zwiep, hoogleraar Hebreeuwse, Aramese en Syrische talen en culturen, en medeorganisator van de cursus. “Ik zeg wel eens gekscherend: ‘Eindelijk iets leuk Joods’. Even geen Holocaustgeschiedenis, niet de lelijke kop van het antisemitisme, geen zooi in het Midden-Oosten. Dit is taal- en cultuurverwerving, en dat doen we op een zuiver academische manier.”

En wie het Jiddisch eenmaal onder de knie heeft, wacht in Amsterdam een ware goudmijn. In de archieven liggen talloze documenten over het rijke Joodse stadsleven te wachten op slimme onderzoekers die ze willen en kunnen ontcijferen. Die Joodse geschiedenis in Nederland kan niet worden geschreven zonder kennis van het Jiddisch, zegt Zwiep zelfs stellig. Dat was namelijk een volkstaal pur sang, en daardoor onontbeerlijk als je het dagelijks leven in de zeventiende en achttiende eeuw wilt bestuderen.

Is het mogelijk dat we het Jiddisch binnenkort niet alleen in de Amsterdamse collegebanken horen, maar ook weer op straat? En dan niet enkel wat losse woorden als goochem of hoteldebotel, maar heuse volzinnen? Zo snel zal dat niet gaan, tempert Zwiep de verwachtingen. “Daarvoor heb je massa nodig, grote orthodoxe groepen zoals je ze in Jeruzalem, New York of Antwerpen ziet. Ik denk niet dat zij zich snel aangetrokken voelen tot Amsterdam.”

Lees ook:

Boris Dorfman probeerde het Jiddisch in Lviv levend te houden

Een jaar geleden overleed in Lviv de Jiddische publicist, Joodse activist en erfgoedbeschermer Boris Dorfman. Hij was (vermoedelijk) de allerlaatste bewoner van de West-Oekraïense stad die het Jiddisch nog machtig was. Correspondent Michiel Driebergen schreef een naschrift.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden