Rechterlijke macht
In hoger beroep zijn ellenlange processtukken niet meer toegestaan
Dik, dikker, dikst. Die trend is een serieus probleem in de rechtszaal tijdens het hoger beroep. Processtukken worden steeds langer, constateren gerechtshoven, waardoor de gemiddelde tijd die een rechter per zaak moet besteden toeneemt. Procespartijen met een kleine beurs zijn in het nadeel: zij kunnen het zich niet altijd financieel veroorloven om een advocaat door al die pagina’s aan stukken te laten spitten.
Dus moeten processtukken in hoger beroep kernachtig zijn, vindt de rechterlijke macht. Dat is in het belang van een ‘tijdige en zorgvuldige rechtspraak.’
Wat is kernachtig? Nieuwe regels schrijven voor dat een processtuk niet langer mag zijn dan 25 bladzijden. Wie daar heel graag van wil afwijken moet bij de rechter om toestemming vragen.
Ontoelaatbaar, vond een groep advocaten. Zij vochten de limitering van processtukken aan in kort geding.
Een omvang van 25 bladzijden is toereikend
Maar de Hoge Raad oordeelt dat de limiet aan de lengte van processtukken legitiem is en te lange dossiers mogen worden geweigerd. Beknopte processtukken bevorderen volgens de raad een goed verloop van de procedure en de taak van de rechter om onredelijke vertraging te voorkomen.
In verreweg de meeste zaken is een omvang van 25 bladzijden toereikend, aldus de Hoge Raad. Uitzonderingen blijven mogelijk. Wel stelt de raad vast dat het weigeren van een processtuk verstrekkende gevolgen kan hebben en dus zoveel mogelijk moet worden voorkomen.
Lees ook:
Rechters krijgen meer ruimte om burgers te beschermen tegen de overheid
Een uitspraak van de Raad van State vorige week kan grote gevolgen hebben voor de rechtsbescherming van burgers tegen de overheid. Krijgt het recht na de toeslagenaffaire nu een menselijker gezicht?