Tussen de regels
In het niemandsland van de vreemdelingenopvang blijft er – ook na tientallen jaren – hoop op een betere toekomst
In Utrecht wachten vreemdelingen. Op de toekomst, een nieuwe asielaanvraag of terugkeer naar het thuisland. Zonder papieren is haast niets mogelijk.
Farid (53) kijkt van nature somber. Hij lacht pas als iemand zijn kant op kijkt. Dat gebeurt vroeg in de ochtend weinig. Farid leunt tegen een muur in de gang van de Sint-Dominicuskerk in Utrecht. Hangend, met zijn rechterbeen opgetrokken. Voetzool tegen de muur.
Hij komt voor het spreekuur van de Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht, onderdeel van de Landelijke vreemdelingenvoorzieningen (LVV). Om de week heeft hij hier een gesprekje. Soms over de verouderde dakgoot van zijn opvanghuis, soms over hoe het toch moet: de rest van zijn leven. Bijna twintig jaar is Farid een vluchteling zonder asiel, een vreemdeling in Nederland, zonder documenten.
Hij is niet de enige. In Nederland worden nu 1100 vreemdelingen opgevangen in LVV-locaties in Utrecht, Amsterdam, Groningen, Rotterdam en Eindhoven. Het Rijk betaalt de gemeenten hiervoor jaarlijks ongeveer 30 miljoen euro. De locaties, zoals in Utrecht, zijn in de plaats gekomen van de bed-bad-broodvoorzieningen. Een experiment om te kijken wat gemeenten kunnen doen voor vreemdelingen die over straat zwerven en geen kant op kunnen. Zij moeten eigenlijk teruggestuurd worden maar blijven in de praktijk meestal in Nederland. Hoeveel mensen precies in die situatie zitten, is niet bekend.
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) wil eigenlijk met de LVV stoppen omdat er in zijn woorden nu eenmaal moet worden bezuinigd. Maar na kritiek vanuit de coalitie draaide Van der Burg de aangekondigde bezuinigingen weer terug.
Wekelijkse toelage van zestig euro
In de stoelen tegen de muur wachten met Farid nog vijf anderen. Ze moeten een formulier ondertekenen voor een wekelijkse toelage van zestig euro. Via het kantoortje achter de witte deur komen ze in contact met juristen. Onmisbaar voor iedere volgende stap in het leven van de wachtenden. Sommigen willen terug naar het land van herkomst of een ander land. Anderen gaan voor een nieuwe poging tot een asielaanvraag in Nederland.
Mannen in de gang begroeten elkaar met een boks, de meeste spreken een beetje Nederlands. Twee vrouwen zitten stil naast elkaar, tas op schoot. Een klein meisje vist boek na boek uit een metalen kast. De man naast haar lacht, pakt de boeken één voor één weer af, en vult de kast in een nieuwe volgorde. Vijftig mensen moeten deze dinsdagochtend op spreekuur komen, ongeveer een kwart van alle vreemdelingen in de Utrechtse voorziening. Zij wonen in groepjes van drie of vier in woningen verspreid over Utrecht. De Sint-Dominicuskerk fungeert als kantoor om het overzicht te bewaren.
Op zoek naar oude schoolpapieren
Farid is blij met de Landelijke vreemdelingenvoorzieningen. Hij vluchtte in 2005, na de Amerikaanse invasie in Irak, zonder papieren naar Nederland. Achttien jaar later is hij er nog steeds. Zonder asiel en zonder weg terug. Hij zegt Egyptenaar te zijn, maar kan dat niet bewijzen. Dat land wil hem zonder papieren niet terugnemen. “Misschien is volgend jaar beter”, prevelt Farid in de gang. Hij lacht plots, is timide, maar vrolijk. “Tot die tijd denk ik zo min mogelijk na, dan ervaar ik minder stress.”
Vroeger wilde Farid, ondanks zijn afgewezen asielaanvraag, in Nederland blijven. Jaren logeerde hij in tijdelijke lege kamers of bij vrienden op de bank. Illegaal in Nederland, dus werken mocht hij niet. Farid deed het toch, werd gepakt, bracht maanden door in detentiecentra en kwam daarna bij de LVV in Utrecht terecht. Als vreemdeling werd Farid daarna ‘gepresenteerd’ aan Algerije en Marokko. Daar komt hij niet vandaan en Farid kan ‘slechts’ klussen. Beide landen weigerden mee te werken aan een uitzetting uit Nederland, ook omdat hij geen diploma’s kan overleggen.
Nu wil Farid bewijzen dat hij uit Egypte komt. Hij wil in Alexandrië wonen. Het lukte hem contact te leggen met de Egyptische ambassade. Farid moest de buurt beschrijven waar hij opgroeide. Zijn verhaal was niet accuraat, zijn oude wijk is inmiddels helemaal verbouwd. Nu zoekt hij naar een manier om oude schoolpapieren terug te vinden. Via zijn telefoon, met kennissen van vroeger, op een ander continent.
Wat Farid nu de hele dag doet? Hij lacht weer, buigt voorover en zegt: “Fietsen: een vast rondje van 60 kilometer.” Farid noemt het de ‘De classico’. Hij fietst hem een paar keer per week. Met grote armgebaren en hardere stem legt hij de route uit: in Doorn liggen een paar steile heuvels en daar koopt Farid goedkope blikjes frisdrank. Op de markt van Hilversum stopt hij soms voor kibbeling. “De andere dagen tuinier ik”, zegt Farid. Vanmiddag zal hij zijn dakgoot in de lak zetten, het weer laat het eindelijk toe.
De realiteit van de straat
De begeleiding van vreemdelingen kost gemeenten per jaar meer dan dertig miljoen euro. Amsterdam en Utrecht betalen zelf ongeveer een derde van de kosten. Voor asielzaken trekt het kabinet de komende jaren 8,2 miljard extra uit. Waarom wilde Van der Burg dan op de relatief goedkope LVV’s bezuinigen?
“Het komt door het streven naar grip op migratie”, zegt Rachel Streefland, wethouder asiel in Utrecht. “Instroomcijfers dalen niet, dan maar iets doen aan voorzieningen rond de uitstroom”. Het heeft volgens haar niet zoveel zin. “Die mensen zijn hier in Utrecht en gaan niet zomaar weg. Zonder papieren komen ze Schiphol niet eens in, laat staan een ander land.” De wethouder zoekt naar een manier om “de realiteit van de staatssecretaris te verbinden met die van straat.”
Alles op het dossier is zo politiek geworden, dat de regering soms weinig oog heeft voor wat werkt, vindt de wethouder. “Wat de toekomst van migratie ook brengt, er blijft altijd een groep die tussen alle regels valt”, zegt Streefland. “De overheid moet er voor hen zijn.”
Het meisje in de kerkgang heeft genoeg van de boeken, en rijdt nu voorzichtig op een driewieler. Haar moeder overlegt met een juridisch adviseur over een geboorteakte. Ze wil van alles wijzigen, er is verwarring. De jurist begrijpt dat er een DNA-test moet komen. De moeder gaat verder naar het volgende probleem. Er slapen twee Spaanse daklozen in haar portiek. Kunnen die asiel krijgen of naar de LVV? Nee, zegt de jurist. De moeder reageert nauwelijks, pakt teder haar dochter op en loopt met haar partner naar de deur. Relaties en liefde zijn hier vaak een complicerende factor, verduidelijkt de jurist een ogenblik later.
Complexe dossiers
De juristen in het Utrechtse kantoor besteden de meeste tijd aan nieuwe asielaanvragen. In de LVV zijn alleen vreemdelingen welkom die graag aan een toekomst willen werken, een perspectief zoeken dat hulp vereist. Het merendeel van de vreemdelingen in de Utrechtse vreemdelingenvoorziening doet een nieuwe asielaanvraag, ze slagen bijna allemaal. Dat komt omdat hulpverleners en juristen in Utrecht de tijd nemen om bewijsstukken te zoeken. Ze bouwen een dossier op met taalanalyses en verklaringen uit het land van herkomst. Zo kan het gebeuren dat vreemdelingen vanuit de LVV verhuizen naar het azc (aanmeldcentrum) in Utrecht, op kleine afstand van de Sint-Dominicuskerk.
In de opvolger van de bed-bad-broodlocatie krijgen vreemdelingen niet alleen medische hulp, woonruimte en leefgeld. Sinds de start van de LVV-locaties mogen juristen ook helpen bij een nieuwe asielaanvraag. Het huidige kabinet wil daar vanaf. Deze vreemdelingen moeten Nederland verlaten, vindt de regering. “Terwijl veel van deze vreemdelingen wel recht hebben op asiel”, zegt wethouder Streefland. “Hun dossiers zijn alleen zo complex dat ze tijd en hulp nodig hebben.” Utrecht hanteert wel strenge toelatingseisen. In de LVV komen alleen vreemdelingen met een dossier waar in de toekomst, ooit, nog iets van te maken valt.
Van zijn bed gelicht
Teshim (36) uit Eritrea heeft zo’n dossier. Hij kreeg twee kinderen in Nederland, ze wonen in Vlissingen. Hij veert op uit zijn stoel als hij over ze vertelt. Teshim verblijft nu een paar maanden in de LVV. Zijn gezicht vertoont nog sporen van zijn leven daarvoor, hij zwierf jarenlang over de Utrechtse straten. Vandaag heeft hij zich netjes geschoren, zijn haar is geknipt. Zijn zwervende bestaan was geen fijne tijd, zegt hij. Maar hij leerde er wel een vrouw kennen, ook uit Eritrea.
Samen kregen ze kinderen, maar omdat Teshim geen asiel krijgt, mag hij niet bij het gezin wonen in Vlissingen. Zijn partner zou gekort worden op haar uitkering als ze een uitgeprocedeerde vreemdeling in huis heeft. Eerder werd Teshim van zijn bed gelicht toen hij in Vlissingen verbleef, zo vertelt hij. Daarna kreeg zijn partner te maken met controles aan huis, om te kijken of hij echt was en zijn kleren er niet nog hingen. Teshim is officieel de vader van zijn kinderen, maar krijgt toch nog geen verblijfsvergunning in Nederland. “Ik wil hier blijven, de kinderen hebben hulp nodig”, zegt hij. Zijn geliefde bleek op papier nog getrouwd, en moet scheiden van haar man in Eritrea, niemand weet of het zal lukken. “Dus wacht ik”, zegt hij. “Maanden, jaren, alles duurt zo lang.”
De wachtkamer loopt langzaam leeg. De meeste vreemdelingen hebben hun handtekening gezet. Latifa (53) uit Somalië blijft achter. Ze voelt zich niet zo lekker vandaag en wacht nog even in haar stoel voor ze terugkeert naar Overvecht. Latifa vertelt eenzelfde verhaal als de andere wachtenden. Ze is al lang in Nederland (2009), zat vast in detentiecentra en probeerde terug te gaan naar haar land van herkomst. Maar ook Latifa heeft geen papieren, en kan nog niet bewijzen dat ze Somalisch is. Ze is bang dat ze haar kinderen, die in Somalië wonen, nooit meer terugziet. “We hebben geen contact”, zegt Latifa. “Ik weet niet waar ze zijn.” Tranen verwateren haar donkerbruine ogen.
Latifa heeft hiv en maakt op medische gronden misschien kans op een verblijfsvergunning in Nederland. Ze is er gelaten onder, zegt nog niet te weten wat ze wil. “Een kopje thee en naar bed.” Als ze de kerk uit wandelt zijn de stoelen van de wachtkamer leeg. Twee vreemdelingen op de lijst zijn vandaag niet verschenen. Zij krijgen een waarschuwing. Een derde keer betekent minder leefgeld. De vrijwilligster met de lijst wacht niet op laatkomers. Tijd is tijd, klaarblijkelijk ook voor vreemdelingen die er zeeën van hebben.
De achternamen van de vreemdelingen zijn weggelaten omdat de informatie in het verhaal hun juridische procedure kan schaden. De gegevens van Farid, Teshim en Latifa zijn bekend bij de hoofdredactie.
Lees ook:
Waarom een slechte wet om de asielopvang te spreiden misschien toch een goed idee is
De wet die gemeenten kan dwingen asielzoekers op te vangen is aan alle kanten afgekraakt. Hoe past dat in het streven van deze coalitie om betere wetten te maken?