Cold case

Identificeren onbekende doden vraagt lange adem en politieke wil

Aan de hand van beelden van zijn arm is een onbekende man geïdentificeerd. Beeld politie
Aan de hand van beelden van zijn arm is een onbekende man geïdentificeerd.Beeld politie

Voor het eerst heeft het coldcaseteam Amsterdam een onbekende dode uit Nederland geïdentificeerd. Bij deze 34ste identificatie gaat het om een vrouw die in 1994 in het IJ verdronk.

Sybilla Claus

De afdeling cold case van de politie Amsterdam identificeerde in een speciaal project 34 van de bijna honderd onbekende doden in de hoofdstad. 33 van hen bleken uit het buitenland te komen. “Het verraste me dat de 34ste identificatie een Nederlandse betrof. En dat een match zelfs na 25 jaar onzekerheid kan gebeuren”, zegt coldcaserechercheur Carina van Leeuwen.

Zeker tien jaar is zij al bezig de Nomen Nescio’s (NN’ers) van Amsterdam op de agenda te krijgen en nabestaanden zekerheid te verschaffen. Van Leeuwen is inmiddels het boegbeeld van de nationale politie als het om cold cases gaat. Deze week komt het boek uit dat zij over de onbekende doden schreef in samenwerking met Trouw: ‘Onbekend maar niet vergeten’.

Psychiatrische problemen

“In Amsterdam hebben wij ons succes met de onbekende doden bewezen. Ik hoop dat de rest van Nederland volgt.” Naast deze oproep voor politie en gemeentes, richt de forensisch rechercheur zich ook tot familieleden: “Blijf proberen. Lever DNA-materiaal van een vermiste in, doe aangifte”.

Het is namelijk een als kind geadopteerde man die in de nieuwste zaak voor een doorbraak zorgde. Hij is inmiddels halverwege de dertig, en deed pas dit jaar aangifte van vermissing van zijn moeder. Die kwam uit de provincie en had hem vanwege psychiatrische problemen af moeten staan. Zij kwam de eerste jaren nog op bezoek, maar verdween daarna uit zijn leven.

“Dit jaar kreeg hij de behoefte meer over haar te weten.” De stichting Fiom helpt kinderen met afstammingsvragen en het Nederlands Forensisch Instituut had haren van de vrouw die in 1994 zonder identiteitsbewijs in het IJ was gevonden. Van Leeuwen verzocht in 2012 het NFI hiervan een DNA-profiel te genereren. Dat is vervolgens in de databank voor vermiste personen geplaatst. Omdat de zoon doorzette, volgde de verrassende uitkomst. Hij stuurde na zijn aangifte zijn DNA in.

Drie categorieën

“Hij was natuurlijk verdrietig, maar kreeg eindelijk een compleet verhaal en heeft ook familieleden gesproken”, zegt Van Leeuwen. Destijds was de foto van de vrouw op tv en in dagbladen getoond. Omdat er geen tips volgden, dacht de politie aan een buitenlandse afkomst. “Als we niets horen, houdt het op.”

Het coldcaseteam heeft de onbekende doden opgedeeld in drie categorieën: Die met mogelijkheden tot identificatie (veertig mensen), die waar dat mogelijk maar moeilijk is (10) en de groep zonder kansen (14). Die laatsten zijn van langer geleden, van de jaren tachtig en negentig. “Er is geen goed DNA-profiel, er zijn geen goede foto’s of vingerafdrukken. Of het zijn lichaamsdelen of mensen uit ingewikkelde landen.”

Daarmee bedoelt de rechercheur landen waarmee Nederland geen uitleveringsverdrag heeft, of landen die weinig administratie hebben. Zo is de kans nihil dat de twee verstekelingen op een cacaoschip uit West-Afrika die in 1997 bij het lossen in de haven dood werden gevonden, ooit herkend zullen worden.

Werklast is groot

De Nederlandse hoorde bij de groep ‘moeilijk maar mogelijk’. Dat zijn vaak oude zaken, waar weinig informatie van is bewaard. “Maar zodra er een tatoeage is, of een goede foto, misschien een sectierapport, dan zijn er kansen”, legt Van Leeuwen uit.

Hoe ziet de rechercheur de voortgang? “In het begin was er scepsis of we wel tijd moesten besteden aan NN’ers. ‘Dat lukt nooit!’ Inmiddels vinden gemeente en politie het belangrijk.” Toch hangt deze niche van cold case te veel af van de persoon die de kar trekt. De werklast is groot: de hoofdstad heeft 700 coldcasezaken. Heel Nederland heeft 1700 ‘koude zaken’ en zo’n 200 à 300 onbekende doden. “Het is een schande dat wij hun aantal niet eens precies weten. Ik hoop dat ons boek ook bijdraagt aan hun identificatie.”

Daarom bepleit de rechercheur dat de politie jaarlijks een minimum aantal onbekenden moet identificeren: “Zodat burgemeester en openbaar ministerie de politie daarop kunnen afrekenen.”

Lees ook

Twaalf jaar na haar dood in het IJ krijgt Christine eindelijk een naam

Twaalf jaar nadat zij zelfmoord pleegde door in het Amsterdamse IJ te springen, wordt de identiteit van een vrouw vastgesteld. Ze was een Duitse van 45. Hoe kwam het zover, en hoe vergaat het haar dochter en moeder?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden