Als mensen op televisie geen afstand houden, valt het direct op. De anderhalvemeterregel is bekend, maar blijkt in de praktijk knap lastig vol te houden. Hoe komt dat?
Het lijkt nooit te wennen, op anderhalve meter afstand vrienden of familie begroeten. Op straat, in winkels, cafés en terrassen lijkt de anderhalvemeterregel soms ver weg. Toch is die gewenning er wel. Als gasten in een talkshow op televisie te dicht bij elkaar komen, valt dat direct op. Als die afstand zo goed tussen de oren zit, waarom is het dan zo lastig om ons aan de regels te houden?
Dat heeft vooral te maken met het gevoel dat het virus niet meer onder ons is. “De dreiging is in de optiek van veel mensen verdwenen”, stelt Bas van den Putte, hoogleraar gezondheidscommunicatie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de onafhankelijke groep van gedragswetenschappers die het RIVM adviseert. “Ze zien geen mensen ziek worden in hun omgeving, we horen nog maar weinig over overlijdens, de ic’s zijn bijna leeg.”
Maar het virus ís niet ver weg. Aan de andere kant van de grens, in België, wordt al gesproken van het begin van een tweede golf en aanscherping van maatregelen. In Nederland is de sfeer anders.
Hoe iemand zich gedraagt, hangt voor een groot deel af van wat de groep doet. Dat heeft volgens Van den Putte twee redenen. “Mensen denken dat wat de meeste anderen doen, het verstandigste is. Zo werkt het in ons hoofd. Vaak is dat ook waar, maar niet altijd.”
Bovendien willen mensen in een groep niet de uitzondering zijn. “Als vier mensen op een borrel dicht bij elkaar staan, ga jij niet als enige daarbij staan op anderhalve meter. Maar als iedereen op anderhalve meter staat, ga jij niet als enige dichtbij staan.”
Kennen, kunnen, willen en mogen
Ook Martine Bouman, gedragswetenschapper aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, benadrukt het belang van groepsgedrag. “Als je de gedragswetenschappelijke modellen simpel wilt samenvatten, gaat het om kennen, kunnen, willen en mogen. In mijn optiek is mogen de belangrijkste. Dat gaat over in hoeverre jouw sociale omgeving als het ware toestaat dat je bepaalde gedragingen vertoont. Als je vrienden begroet op een afstand, dan is het belangrijk dat zij dat accepteren, en niet ervaren als onaardig gedrag. Maar als je sociale omgeving niet langer positief reageert als jij afstand houdt, dan wordt het moeilijker.”
Kennen, dat gaat over weten hoeveel afstand je moet houden, de anderhalve meter. Kunnen gaat over de mogelijkheid om je aan de regels te houden. “In het zwembad waar ik mijn baantjes trek, is alles ingericht op anderhalve meter afstand”, zegt Bouman. “Dan kun je dus de regels optimaal naleven.”
Anders is dat in drukke winkelstraten of cafés. Daarbij komt ook de factor ‘willen’ om de hoek kijken, die draait om motivatie. “Dat kan de maatschappelijke bijdrage zijn die je levert, of solidariteit met mensen om je heen die je niet ziek wilt maken.”
Nog altijd steun
Zowel Bouman – eveneens lid van de onafhankelijke groep van gedragswetenschappers die het RIVM adviseert – als Van den Putte wijst op het onderzoek dat het RIVM deze maand publiceerde. Daaruit bleek dat er nog altijd ruime steun is voor de anderhalvemeterregel. “De meeste mensen willen dus wel. Als je ze daarop aanspreekt – ‘We staan te dicht bij elkaar, zullen we anderhalve meter aanhouden?’ – dan is de kans groot dat mensen daarin meegaan.”
Volgens Van den Putte maken mensen de afweging: wat is het risico, en wat geef je op als je je aan de regels houdt? “Iets leuks dat zeker is, zoals een feest, wint het vaak van iets vervelends dat misschien gebeurt.”
Het went misschien nooit echt, maar gewenning is er wel degelijk, stelt Bouman. “De talkshows op tv zijn ingericht op de anderhalve meter. Komen gasten te dicht bij elkaar, dan denkt iedereen: oeps. De gewoonte is dus ingesleten. Dat merk je zodra je een overtreding van de regels ziet.”
Lees ook:
Veelgehoorde anderhalvemeterexcuses en of die ergens op slaan
‘We hebben toch al uit hetzelfde schaaltje chips gegeten’: mensen bedenken allerlei creatieve excuses om geen anderhalve meter afstand te houden. Hoe valide zijn de argumenten en waarom gebruiken we ze?
Rutte wil liever overtuigen dan afdwingen; is dat de goede corona-aanpak?
Het leek of het kabinet lang achter de feiten aanholde, in de eerste vier weken van de coronacrisis. Besluiten waren goed afgewogen, maar werden slecht gecommuniceerd, in wat premier Rutte ‘de grootste crisis sinds de oorlog’ noemt. Een terugblik.