Wens om te sterven
Hoogleraar strafrecht over conflict OM en euthanasiecommissies: ‘Het samenspel is uit het oog verloren’
Het meningsverschil tussen het OM en de toetsingscommissies euthanasie laat volgens hoogleraar strafrecht Tineke Cleiren zien hoe de wetgeving rondom levensbeëindiging kan wringen.
Enerzijds is er de wens om de wet voor artsen zo duidelijk mogen te maken, om nare procedures achteraf te voorkomen. Aan de andere kant is daar het streven naar een transparant systeem waarover de maatschappij kan discussiëren.
Het Openbaar Ministerie (OM) en de regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE) zijn verwikkeld in een machtsstrijd over wat er nu wel en niet mag als iemand zelf niet (meer) in staat is een eerdere euthanasiewens uit te spreken, schreef Trouw maandag. Het probleem ontstond toen de RTE na een arrest van de Hoge Raad over dit onderwerp op eigen houtje de richtlijn voor artsen aanpasten. Het OM is daar niet blij mee.
Van rechter naar arts
Hoogleraar strafrecht Tineke Cleiren (Universiteit Leiden ), eerder lid van de commissie die zich boog over euthanasie bij voltooid leven, had het ‘handig’ gevonden als het OM en de RTE samen om tafel hadden gezeten om de richtlijn voor artsen aan te passen. “Zo'n uitspraak van de Hoge Raad kun je op verschillende manieren vertalen naar de medische praktijk”, zegt ze.
De commissies zijn in het leven geroepen om artsen handvatten te geven om euthanasie toe te passen, en bekijken na een euthanasie of die zorgvuldig is uitgevoerd. Maar uiteindelijk hebben het OM en de officier van justitie de bevoegdheid om artsen te vervolgen of onderzoek te doen als ze denken dat er iets niet in de haak is, zegt Cleiren. “Alleen al daarom is het goed als het OM en de commissies in hun uitleg van de wet en het arrest van de Hoge Raad op één lijn zitten.”
Overleg tussen OM en commissies
Trouw schreef maandag ook dat het reguliere overleg tussen het OM en de commissies, dat volgens de wet twee keer per jaar zou moeten plaatsvinden, al jaren niet meer bestaat. “Dat vind ik nog wel het meest ongelukkige van dit hele verhaal”, zegt Cleiren. “Zo'n overleg zou vanzelfsprekend moeten zijn.”
Want beide spelers – zowel het OM als de commissies – vervullen een belangrijke rol in de euthanasiepraktijk, zegt ze. “Aan de ene kant wil je duidelijkheid en rechtszekerheid voor artsen. Die rol vervullen de toetsingscommissies. Maar je wilt ook een systeem waarmee transparantie wordt gecreëerd over de euthanasiepraktijk en waarin tegelijkertijd maatschappelijke controle bestaat, door het OM en publiek debat.”
Die laatste pijler komt volgens Cleiren in gevaar als het OM en de toetsingscommissies niet meer overleggen. “Het lijkt erop dat de combinatie van deze twee wringt. Dat het samenspel uit het oog is verloren.”
Uiteindelijk draait euthanasie om de vraag wanneer een mens een ander mens mag doodmaken, zegt Cleiren. Daarom is ze er ook geen voorstander van om euthanasie maar helemaal uit het strafrecht te halen. Iets waar bijvoorbeeld de voormalig landelijk voorzitter van de commissies eerder in Trouw voor pleitte. Cleiren: “Ik ben daar geen voorstander van. Je moet ergens een grens trekken en we willen in Nederland geen moord en doodslag. Dat vraagt om het trekken van grenzen in de strafwet.”
Lees ook:
De nieuwe euthanasiecode geeft artsen meer vrijheid, maar ook extra druk
De nieuwe euthanasiecode geeft artsen een grote professionele rol, maar maakt het ook lastiger voor artsen met bezwaren.
Hoge Raad: arts mag euthanasiewens patiënt met dementie interpreteren
Een arts mag een patiënt met vergevorderde dementie euthanasie verlenen op basis van een wilsverklaring op papier. Daarbij telt niet alleen de letter, maar ook de geest van wat is opgeschreven.