Criminaliteitspreventie
Het verhaal van Top 400-kinderen: ‘Hij stal alleen een colablikje’
De gemeente Amsterdam stigmatiseert jongeren in achterstandswijken door ze op een zogeheten top 400-lijst te zetten, zien documentairemaker Nirit Peled, mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas en data-onderzoeker Fieke Jansen.
Op die lijst staan 400 jongeren die in aanraking zijn gekomen met de politie en vervolgens intensief worden begeleid om te voorkomen dat zij afglijden naar de zware criminaliteit.
De moeder van een jongen die op de Top 400-lijst staat, vertelt dat haar zoon een blikje cola heeft gestolen bij Albert Heijn. Hij kreeg een Halt-straf, een soort werkstraf waarbij een jongere vooral moet leren niet nogmaals in de fout te gaan. “Maar ook de school strafte”, zegt de moeder. “Hij mocht niet meer naar buiten. Hoezo? Zijn zij ook van de politie?”
De moeder doet anoniem haar verhaal in de documentaire Moeders van Nirit Peled die vorige week op het filmfestival Idfa in Amsterdam in première ging. Moeders gaat over moeders van Top 400-kinderen, over hun machteloosheid en roep om hulp die het verkeerde antwoord krijgt. “Er is een soort rondetafeloverleg”, zegt de moeder, “met school, politie en hulpverlening”. Door dat overleg begon ze steeds meer te twijfelen aan het systeem van de Top 400. “Misschien helpt het, die ronde tafel, maar ik heb ook het gevoel dat het stigmatiseert. Je creëert nergens een veilige plek voor zo’n jongen.”
Licht vergrijp, streng toezicht
Dat is ook een bevinding van onderzoekers aan het Data Justice Lab aan de universiteit in Cardiff. Fieke Jansen en mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas analyseerden bijna vijfhonderd documenten die zij hadden opgevraagd. In de stukken zagen zij dat de gemeente Amsterdam tienergedrag van jongeren in achterstandswijken criminaliseert.
“Er wordt gekeken met wie jongeren op straat rondhangen, of ze stoer doen, wat ze op sociale media uiten”, zegt Klaas. “Het is niet dat ze iets strafbaars doen zoals stelen. Het is overlast-achtig gedrag. Daarvan wordt dan gezegd dat dit automatisch leidt tot high impact crime [zware delicten als berovingen, moord en doodslag, red.]. Daar kan je wel vraagtekens bij zetten.”
Brute brief
Net als de maker van de film Moeders, sprak ook Klaas met diverse ouders van Top 400-kinderen. De ervaringen kwamen overeen. “Vaak gaat het om armere gezinnen waar allerlei kwetsbaarheden een rol spelen. Als hun zoon in de Top 400 komt, krijgen ouders een best wel brute brief waarin weinig wordt uitgelegd. Er wordt gesuggereerd dat hun zoon op weg is een zware crimineel te worden. De school krijgt een brief met dezelfde strekking.
“Je weet dat de politie over je praat, dat je stiekem in de gaten wordt gehouden. Je kunt je afvragen of de kwetsbare groep waar we het over hebben niet meer baat heeft bij zorg. De stigmatisering en de negatieve effecten daarvan kunnen ervoor zorgen dat de samenwerking met de overheid er niet beter op wordt. Terwijl de ouders juist hulp van de overheid kunnen gebruiken bij de opvoeding.”
Een moeder in de documentaire vertelt dat politie en gemeente ook het jongere broertje in de gaten houden, terwijl daar geen enkele reden voor is. Dat is de brusjes-aanpak, zegt Jansen. Brusjes is een samentrekking van broertjes en zusjes. Dat gebeurt bij de Top 600 ook. Dat is de lijst met 600 zware criminelen die high impact crimes plegen. “Er is geen enkele onderbouwing dat zo’n aanpak van brusjes positief werkt. Sterker, er zijn eerder aanwijzingen dat het tegenovergestelde het geval is.” Volgens Jansen gaat het om 125 kinderen die gemonitord worden. Dat zijn dus 125 kinderen die niet op de Top 400-lijst staan, maar wel nauwlettend in de gaten worden gehouden.
Samen kijken
Het doel van de Top 400 is om jongeren te behoeden voor een leven in de zware criminaliteit. Een prima streven, vinden Jansen en Klaas. “Maar wat ik mis bij deze aanpak is dat er samen met de gemeenschap wordt gekeken naar wat er nodig is”, zegt Klaas. “Dat moet wel gebeuren.” Iets wat Klaas en Jansen ook als aanbeveling in hun rapport hebben staan.
“High impact crime”, zegt Klaas, “heeft vooral impact in de gemeenschappen die het armst zijn. De meeste straatroven en mishandelingen vinden daar plaats. Dus goed dat je het aanpakt. Maar de repressiebril die vanaf het begin is opgezet helpt niet. Repressie is nodig bij sommigen, maar niet bij allemaal.”
De gemeente Amsterdam heeft het rapport ook ontvangen en zal later met een inhoudelijke reactie komen.
Lees ook:
Criminaliteitspreventie Amsterdam stigmatiseert en discrimineert
De Top 400, een project van de gemeente Amsterdam om criminaliteit te voorkomen, stigmatiseert tieners en zorgt voor ontwrichting van gezinnen. En dat terwijl sommige jongeren op de lijst geen enkel strafbaar feit hebben begaan.