Bescherming
Het Janssen-vaccin werkt steeds beter en maakt misschien wel een comeback
Anders dan bij de andere vaccins beschermt een prik van de Nederlandse firma Janssen geleidelijk steeds iets beter tegen het coronavirus. Wat betekent dat voor de toekomst?
Het kan verkeren, ook voor coronavaccins. Opeens zijn er namelijk signalen dat de werkzaamheid van een Janssenprik niet afneemt maar geleidelijk iets toeneemt.
Vorige week besprak OMT-voorzitter Jaap van Dissel de prestaties van de verschillende vaccins die in Nederland zijn gezet. Die werkzaamheid van Janssen noemde hij ‘opmerkelijk’. De effectiviteit vermindert namelijk niet over de tijd, zoals bij andere vaccins, maar blijft constant hoog of neemt zelfs toe. Ligt er een comeback voor Janssen in het verschiet?
Het vaccin ontworpen door de Nederlandse firma Janssen (geproduceerd door het Amerikaanse J&J) heeft een lastig jaar achter de rug. Het werd op 21 april groots onthaald door minister Hugo de Jonge, die sprak van een mijlpaal. En handig: bij dit vaccin is één prik toereikend.
Dansen met Janssen
Maar een paar maanden later zaten er flinke deuken in het imago van ‘ons’ vaccin. Het Amerikaanse moederbedrijf kwam nagenoeg geen leveringsverplichting na, waardoor gestelde doelen rondom de vaccinatiecampagne werden verzet. De Gezondheidsraad oordeelde in juni dat de concurrerende vaccins van Pfizer en Moderna, zogeheten mRNA-vaccins die gebruikmaken van een nieuwe techniek, het beste konden worden gebruikt.
Op dat moment hadden vooral mensen die werken in de zorg en hun familie en vrienden het vaccin gehad. Omdat van dit vaccin maar één prik nodig is, bedacht de regering een stunt: dansen met Janssen.
Direct na een prik doken jongeren de kroeg in, precies zoals het ministerie het had bedoeld. In korte tijd schoot het aantal nieuwe besmettingen de lucht in en moesten nachtclubs en discotheken de deuren weer sluiten. Dansen met Janssen werd een besmette term.
Achteraf geluk gehad?
Wat deze actie met het imago van het vaccin heeft gedaan is lastig te achterhalen. Feit is dat ongeveer 850.000 Nederlanders primair zijn geprikt met Janssen.
Zij hebben achteraf gezien misschien wel geluk gehad, gezien de nieuwe resultaten waarover Van Dissel sprak. Deze komen onder meer uit een onderzoek van het Erasmus MC waarin medewerkers van het ziekenhuis worden gevolgd om de effectiviteit van de verschillende vaccins te meten. Klinisch viroloog Corine Geurts van Kessel leidt dit onderzoek. Ze begrijpt dat de nieuwe inzichten over Janssen verwarrend zijn. “Eerst wordt het vaccin niet goed genoemd, dan weer wel. Het is de tijd die het ons leert.”
Antistoffen Janssen blijft constant
Volgens de viroloog was bekend dat de hoogte van het aantal antistoffen na een inenting met Janssen, een vaccin gebaseerd op een stukje virus, lager is dan bij een prik Pfizer of Moderna. Die vaccins hebben een hele krachtige reactie na inenting. “Maar wat we na ruim een half jaar constateren is dat het gehalte van antistoffen bij de mRNA-vaccins fors daalt, van duizenden naar honderden, terwijl die eenheid bij Janssen constant blijft.”
Volgens sommige onderzoeksresultaten neemt de werkzaamheid van Janssen zelfs toe. In het gezaghebbende tijdschrift The Atlantic vergeleek de Amerikaanse immunoloog Ai-ris Collier het vaccin van Janssen daarom met een goede wijn: “Die wordt na verloop van tijd steeds beter.”
Tweede verdedigingsmuur
Geurts van Kessel wijst erop dat er meer onderzoek nodig is om die conclusie echt te kunnen trekken. “Bij een inenting met Janssen boots je een infectie na. Er is sprake van wat wij noemen een bredere respons van zowel antistoffen als de T-cellen. Deze zogenaamde cellulaire afweer is de tweede verdedigingsmuur tegen het virus.”
Cellulaire immuniteit lijkt een belangrijk wapen van de vaccins, nu blijkt dat vaccins niet in staat zijn om een besmetting van het virus met antistoffen te voorkomen. Geurts van Kessel: “De gedachte is dat de T-cellen ons beschermen tegen ernstige ziekte door besmette cellen op te ruimen voor ze bijvoorbeeld onze longen infecteren.”
Sterke immuunrespons
Juist in die bescherming via de T-cellen kan de kracht van Janssen liggen. Dat zegt immunoloog Ger Rijkers. Ieder vaccin heeft net andere bouwstenen, legt hij uit. Mogelijk presenteert het Janssenvaccin zich op zo’n manier dat het onze T-cellen beter weet te prikkelen met als resultaat een sterke immuunrespons die langer aanhoudt. “Dat zou mij niet verbazen.”
De vraag die opkomt is of het Janssen-vaccin moet worden gebruikt bij het zetten van boosterprikken, voor een optimale bescherming. Nu worden alleen mRNA-vaccins gebruikt voor een booster, terwijl de meeste Nederlanders dat vaccin al hebben gehad.
Vrijdag adviseerde de Gezondheidsraad om nog te wachten, en voorlopig te boosteren met mRNA-vaccins. De Raad constateert ook dat de bescherming van Janssen tegen de deltavariant van het virus geleidelijk toeneemt maar er nog onvoldoende bewijs is om de huidige strategie te wijzigen.
Goede basis
Geurts van Kessel vertelt dat studies hebben uitgewezen dat heteroloog inenten, dus met twee verschillende soorten vaccins, het beste resultaat oplevert. Maar, zegt ze, dat weten we vooral over het gebruik van een mRNA-vaccin na een prik Janssen of AstraZeneca. “Over de vraag of het wijs is om Janssen als booster te gebruiken is nog erg weinig bekend.”
De gegevens over het Janssenvaccin suggereren vooral dat dit vaccin een hele goede basis kan zijn, met daarbovenop een booster. Geurts van Kessel: “Ik ben zeker gecharmeerd van hoe Janssen werkt, vooral met het oog op de lange termijn. Voor ongevaccineerde delen van de wereld zou het Janssenvaccin met één prik daarnaast een uitkomst kunnen bieden om in ieder geval iedereen snel te voorzien van een eerste prik.”
Omikronvariant is nu dominant
Zoals het RIVM al verwachtte is de omikronvariant van het coronavirus nu dominant geworden in Nederland. Dat betekent dat meer dan de helft van alle vastgestelde coronabesmettingen met die virusversie is. De deltavariant is verdrongen naar de tweede plaats.
Het RIVM verwacht dat de snelle verspreiding van de omikronvariant de komende tijd tot extra besmettingen zal leiden, waardoor ook het aantal ziekenhuisopnames weer zal toenemen.
De omikronvariant verspreidt zich sneller dan delta. Volgens de eerste analyses lijken patiënten minder ernstig ziek te worden door de veranderingen aan het virus.
Hoe deze golf precies zal uitpakken is zeer moeilijk te voorspellen omdat nog niet genoeg bekend is over hoe besmettelijk en hoe ziekmakend omikron precies is. Ook hangt het af van het aantal vaccinboosters, omdat die betere bescherming kunnen bieden. TROUW
Lees ook:
Een variatiebestendig coronavaccin ontwikkelen, kan dat?
De vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna voldoen prima, maar de komst van een nieuwe variant en de afnemende werking na een half jaar maken duidelijk dat het tijd is voor nieuwe vaccins tegen covid.
Minder ziekenhuisopnames door omikron, mogen we juichen?
Goed nieuws over omikron uit Engeland. Toch blijft voorzichtigheid geboden.