InterviewHarun Kaya
Harun Kaya uit Deventer ging naar het rampgebied in Turkije: ‘Ik wou dat ik eerder was gekomen’
Vrijdagmiddag kwam Harun Kaya uit Deventer aan in Adiyaman, een van de zwaarst getroffen steden in Oost-Turkije. “Elk mensenleven telt; ik had hier eerder willen zijn.”
Vanaf het moment dat de eerste beelden over de aardbeving de wereld bereikten, spookten die door zijn hoofd. Dus toen zijn dochtertje dinsdagmorgen een verjaardagsliedje voor Harun Kaya zong - hij werd 35 jaar - was het even slikken. “Dat was een emotionele roller coaster”, zegt de project ingenieur uit Deventer. Op de achtergrond stond immers het nieuws aan.
Dat hij zou gaan helpen, stond van meet af aan vast. Net als voor zijn vrienden. Niet omdat hij zelf familie heeft in het rampgebied (‘Mijn familie komt uit Noord-Turkije’), wel omdat elk mensenleven telt. “Dat zegt ook mijn geloof”, zegt Kaya. “Er moest natuurlijk wel eerst toestemming komen van de Afad (de Turkse rampenbestrijdingsorganisatie , red.). Afad coördineert de hulp.” Gelukkig ook, restte er voor hem vrijdagmorgen een plekje in de Corendon-hulpvlucht die vertrok naar Gaziantep, vanwaar de Nederlandse vrijwilligers per bus zijn vervoerd naar het rampgebied.
Een stad zo groot als Eindhoven
Nu is hij in de stad Adiyaman, een stad met 250.000 inwoners, zeg maar formaat Eindhoven. Met dat verschil dat in Adidyaman, naar zijn schatting, veertig procent van de gebouwen is ingestort. “En de rest is onveilig.”
Nadat ze aankwamen, zijn ze meteen aan de slag gegaan, op aanwijzing van Afad. “Beton weghakken, met de andere vrijwilligers.” Toen hebben ze zowaar nog een man kunnen bevrijden, van zestig jaar oud. “Die man had honderdtwintig uur onder het puin gelegen. Afad stond klaar voor de eerste hulp en er was een ambulance, die direct naar het ziekenhuis reed.” Helaas was deze man de enige overlevende.
Gebrek aan operators
Dat weghakken van beton om bij de man te komen viel op zich nog wel mee, een uurtje of vier flink doorpezen. Kaya en zijn vrienden hadden daarvoor, omdat je uiteindelijk nooit kunt weten, het nodige materieel uit Nederland meegenomen. Grote hamers, beitels, slijptollen en betonscharen. “Maar materieel is nu niet het probleem hier", weet Kaya.” Generatoren bijvoorbeeld zijn in groten getale aangerukt - alleen moet je dan wel zeker weten dan er voldoende brandstof is. “Dat gaat soms wel mis.” Groot materieel - machines om betonplaten weg te tillen bijvoorbeeld - is er ook voldoende. “Maar er is dan weer wel een schreeuwende behoefte aan mensen die ze kunnen bedienen.”
Collecte voor slachtoffers
“Een vriend van mij zei, toen ik vertelde dat ik zou vertrekken, dat hij dan geld zou gaan inzamelen voor de slachtoffers. Via mij kan dat dan goed terecht komen. Als je hier bent, zie je natuurlijk pas echt waar mensen behoefte aan hebben.” Zo zag hij vanochtend een gezin op matrassen buitenslapen, omdat het zijn huis niet meer in durfde. “En dat is koud hoor.” Voor zo'n geval zou hij, natuurlijk in overleg met Afad, misschien het beste tenten kunnen regelen, denkt hij.
Een naschok tijdens de slaap
Hoe koud het 's nachts is, heeft hij zelf ook ervaren. “Het gemeentehuis is beschikbaar gesteld als overnachtingsplek voor de vele vrijwilligers hier. Maar, zo hadden wij Nederlanders onderling afgesproken: wij gaan in ieder geval niet overnachten in een gebouw. Er waren bovendien slaapzakken genoeg.” Dus sliepen ook zij buiten onder de sterrenhemel. Dat werd dus een kort nachtje.
Het was wel een verstandig besluit, vindt Kaya. “Want opeens stroomde het gemeentehuis leeg.” Een naschok. “Zo onveilig is het hier dus.: er zitten nu diepe barsten in de muren van het gemeentehuis.”
Een deel van de reddingsoperatie is te zien op onderstaande video
Lees ook:
Niets is meer normaal in Aleppo: ‘Er is hier aan alles gebrek’
Carole Karam werkt voor stichting Dorcas in het Syrische Aleppo. De stad was net langzaam aan het bijkomen van twaalf jaar burgeroorlog toen de aardbeving toesloeg. Met alle gevolgen van dien.