Nationaal Archief

Een zwangere vrouw wordt op haar buik geslagen want daar zit haar ‘moffenbaby’ in

Een medewerker in het Nationaal Archief tijdens de jaarlijkse Openbaarheidsdag. Beeld ANP
Een medewerker in het Nationaal Archief tijdens de jaarlijkse Openbaarheidsdag.Beeld ANP

Onderzoeksstukken naar misstanden in interneringskampen zijn na 75 jaar vrijgegeven. Schokkende getuigenverslagen schetsen de oorlogstijd.

Tobiah Palm

Ergens tussen 12 en 15 mei 1945 dwong een Rotterdamse rechercheur een ex-telefoniste van het politiebureau haar ‘directoire’ te laten zakken. Vervolgens spuugde hij in haar schaamdelen. “Ik zal het wel ontsmetten, waarin een mof ingezeten heeft”, zou hij hebben gezegd. Vervolgens moest de jonge vrouw met een ontbloot onderlichaam rondspringen als een kikker. Urenlang, blijkt uit getuigenverklaringen.

Een andere vrouw werd door de rechercheurs gedwongen ‘op handen en voeten de zaal door te gaan’ naar de toilet en terug. Haar door bloed vervuilde ondergoed was daardoor van achteren te zien onder haar korte rok. “Daarna moest zij de hele nacht blijven staan tot zij in elkaar zakte.”

Structurele vernedering

De voorbeelden komen uit een proces-verbaal dat op 12 juli 1950 is opgemaakt. Het is onderdeel van de stukken over het onderzoek naar misstanden in interneringskampen, waar verdachten van collaboratie na de Tweede Wereldoorlog werden opgesloten in afwachting van hun berechting. Dat onderzoek werd dinsdag, op de Openbaarheidsdag van het Nationaal Archief, openbaar gemaakt. Voorheen was het alleen onder voorwaarden in te zien. Na 75 jaar is de openbaarheidsbeperking vervallen.

Dat vrouwen in interneringskampen structureel werden vernederd, mishandeld en verkracht, is bekend. Tegelijkertijd weten we niet veel van wat zich er precies afspeelde. Verhalen sneeuwden onder door andere oorlogsverhalen.

Nu is het archief met honderden pagina’s aan getuigenissen, verhoren, krantenartikelen en handgeschreven brieven vrijgegeven. Het gaat om de verzameling documenten van baron Van Tuyll van Serooskerken. Hij kreeg in 1948 opdracht om onderzoek te doen naar de omstandigheden in de kampen. De conclusies over structurele mishandeling waren openbaar, de details nog niet.

Zwarte dag van de geschiedenis

De lange getuigenverklaringen maken pijnlijk duidelijk wat vaak afgedaan wordt als een ‘zwarte dag van de Nederlandse geschiedenis’. De commissie onderzoekt ook of de verhalen die vlak na de oorlog door ex-gevangenen in zogenoemde brochures zijn gedaan, kloppen. Vaak werd gezegd dat die overdreven waren, het waren immers NSB’ers die ze vertelden. Toch lijkt het erop dat de getuigenissen uit het archief soms (gedeeltelijk) overeenstemmen met die op de brochures.

Ook in het archief: een lezersbrief aan de redactie van dagblad Trouw uit 1949 waarin de lezer uit een artikel over de misstanden in de krant citeert: ‘Er is dusdanig misbruik van macht gemaakt dat de ergste voorbeelden daarvan in een dagblad niet kunnen worden vermeld!’ Een zwangere vrouw wordt op de grond gegooid en op haar buik geslagen – want daar zit haar ‘moffenbaby’ in, nagels die worden uitgetrokken, vrouwen die urenlang naakt buiten moeten staan. Er zijn zelfs voetboeien te zien die gebruikt werden om gedetineerden wekenlang mee vast te boeien. Een bewaker verklaart dat hij geslachtsgemeenschap heeft gehad met een vrouw, maar, zo zegt hij: “Ze had het zelf uitgelokt. Ze had niet eens een directoire aan.”

Wie weg wil kijken keek weg

Het is van belang dat nu alle verhalen van de ‘mensen die er niet bij hoorden’ te lezen zijn, zegt historicus Peter Romijn. Hij schreef in 1989 het boek Snel, streng en rechtvaardig: de afrekening met de ‘foute’ Nederlanders. Tijdens dat onderzoek waren de bijzonderheden nog niet in het archief te vinden. “We kenden de rotverhalen van memoires en van getuigenissen. Ook was er een Tweede Kamercommissie die onderzoek deed naar de misstanden en met vernietigende conclusies kwam over de toestand. Toch heerste er in het algemeen een sfeer van onverschilligheid”, zegt hij.

De verhalen werden vaak in algemeenheden verteld. “Daarbij vonden we dat de foute Nederlanders het er zelf naar gemaakt hadden. Oftewel: wie het wilde weten kon het zien als hij er naar op zoek ging, maar wie weg wil kijken, keek weg.”

Mensen hebben persoonlijke verhalen nodig om de dieptepunten van het wangedrag na de oorlog goed te kunnen aanvoelen, denkt Romijn. “Zolang we er geen voorstelling van kunnen maken, negeren we het, denk ik. Zodra een verhaal een gezicht krijg kunnen we er niet meer omheen.”

Het interneringskamp op de Levantkade te Amsterdam. Beeld Jan de Jong
Het interneringskamp op de Levantkade te Amsterdam.Beeld Jan de Jong

Vrouwenlichamen zijn eigendom van de natie

Wat terug valt te lezen in de verslagen is dat de vernedering van vooral vrouwen structureel onderdeel was van de afrekening. “ Vrouwen zijn gemakkelijke objecten om te declasseren, op allerlei manieren”, zegt Romijn. “Mannen werden ook gemarteld en gepest. Maar vrouwen werden gepakt op hun vrouwelijkheid. Vrouwenlichamen werden gezien als eigendom van de mannelijke natie, die terug geëigend moesten worden nadat de bezetter ze ‘heeft gehad’.”

Vrouwen die met de Duitsers heulden, hebben dat geweten. In veel verschillende verslagen is het verhaal van de ‘naaktparade’ te lezen. De vrouwen in een kamp werden ’s nachts uit bed gehaald en gedwongen om naakt rond te lopen. De bewakers keken toe.

Schatkaart van de nazi’s

Veel bekijks trok gisteren een vrijgegeven schatkaart. De kaart zou precies aangeven waar Duitse soldaten aan het einde van de Tweede Wereldoorlog vier zinken munitiekistjes met kostbaarheden uit een Arnhemse bankkluis hebben begraven in de buurt van het Gelderse Ommeren. De schat heeft naar verluidt een waarde van miljoenen euro’s. De kans is klein dat de schat nog onder de grond ligt.

Na de oorlog is meerdere keren driftig maar vergeefs gezocht, ook met detectoren in een wijde omtrek. De oorspronkelijke bron van het verhaal, een meubelmaker uit Baden-Baden die in Velp als parachutist voor het Duitse leger actief was, is er in 1947 nog aan te pas gekomen om de Nederlandse autoriteiten aanwijzingen te geven. De vraag is of zijn verhaal een verzinsel was of dat anderen de schatten hebben opgegraven.

Lees ook:

Volgens deze onderzoeker heeft u het mis: de oorlog eindigde helemaal niet in 1945

Op 5 mei van dit jaar was het exact 75 jaar geleden dat Nederlanders dansten en feestten in de straten vanwege het einde van de oorlog. Maar die vreugde was voorbarig, betoogt Niod-onderzoeker Peter Romijn. ‘De oorlog eindigde pas in 1949.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden