Het lijkt mooi: jongeren die anders ontploffen van woede, krijgen met een smartwatch greep op hun gevoelens. Ggz-instelling Arkin zet dit bijzondere horloge in. Twee filosofen hebben er evenwel flinke bedenkingen bij.
“Stel je eens voor: je krijgt een soort polsbandje om, dat je woede gaat beheersen. Op dat idee is een student Human Technology veertien jaar geleden bij mij afgestudeerd”, zegt Marli Huijer, voorheen arts en hoogleraar filosofie. “Hij werkte in de jeugdzorg en signaleerde dat cliënten moeite hadden met woedeaanvallen. Dus verzon hij dat polsbandje dat waarschuwde voor een aanval, zodat de drager een moment van reflectie kon inbouwen.”
Haar student vond het riskant, omdat het de verantwoordelijkheid volledig bij de jongere zelf legt, zegt Huijer. “De invloed van de sociale omgeving, opvoeding en scholing valt weg.”
Een woededemper om de pols? Huijer en haar student moesten er niet aan denken. “Dat er een gek zou opstaan die zo’n bandje echt zou ontwikkelen, dat konden we ons toen ook niet voorstellen. En nu heb je die smartwatch.”
Het kan een legitiem middel zijn
Dit slimme horloge, ingezet door ggz-instelling Arkin, helpt mensen met een persoonlijkheidsstoornis of een kort lontje om niet abrupt in woede uit te barsten. Als het apparaatje gaat trillen is dat voor de drager een signaal dat de spanning aan het oplopen is. Nog net op tijd om zich te beheersen.
Vincent Blok is daar minder sceptisch over dan Marli Huijer. Blok is als hoogleraar techniekfilosofie verbonden aan de universiteit van Wageningen, en gespecialiseerd in ‘verantwoorde innovatie’. Hij ziet hoe zo’n smartwatch helpt voorkomen dat boosheid met de drager aan de haal gaat. “Ik heb mijn bedenkingen, maar het kan een legitiem middel zijn.”
De samenleving disciplineren als een leger
Huijer meent dat deze nieuwe technologie al te naïef wordt omarmd. Voor haar kritiek grijpt ze terug op de Franse filosoof Michel Foucault.
“Hij heeft aangetoond hoe in de laatste eeuwen technieken en tactieken zijn ontwikkeld om gedragingen van mensen te beheersen”, zegt Huijer. “Foucault noemde het een ‘militaire droom’: een samenleving als een leger disciplineren. Daarin past deze smartwatch. De gegevens die zo’n apparaatje verzamelt – je hartslag, zweetproductie, ademhaling – gaan naar een centraal punt, een database. Daar beoordeelt een algoritme wat aanvaardbaar is, en wat niet. Het is, zou Foucault zeggen, een ‘hiërarchische observatie’: het algoritme bepaalt of je boos bent, hoe boos je mag zijn en wat er gedaan moet worden. In zo’n smartwatch zit dus een norm. Maar wie bepaalt die norm?”
Dat vraagt Vincent Blok zich ook af. “Soms is het cool als je met digitale techniek een probleem kunt oplossen, keurig op de persoon toegesneden. Dat klinkt positief, maar pas op: vaak staat de gebruiker niet centraal. Want gaat een jongere met een smartwatch zelf over de algoritmen en de lichamelijke indicatoren die erin zitten? Nee.”
Zelf verantwoordelijk voor ziekte
En volledig gepersonaliseerd is zo’n smartwatch ook al niet, zegt Blok. “Het maakt gebruik van indicatoren en algoritmen die voor alle dragers hetzelfde zijn. Alsof persoon en omstandigheden er niet toe doen en de dreigende woede-uitbarsting uitsluitend aan hem of haar ligt. Dat is typisch voor onze liberale samenleving die jou individueel verantwoordelijk stelt voor ziekte en gedrag. Zo zie je dat zo’n technisch apparaat een politieke kant heeft.”
Blok vraagt zich af welk doel precies gediend wordt met zo’n snufje om de pols. “Gaat het wel om het welzijn van die smartwatchdrager? Of draait het om de samenleving die geen woede meer tolereert en met slimme algoritmes ‘zelfbeheersing’ bewerkstelligt?” Deze techniek, waarschuwt Blok, “kan de geesten rijp maken voor een samenleving waar woede geen plaats meer heeft. Terwijl woede hoort bij het menselijke repertoire, net als liefde.”
Het beteugelen van woede is typisch voor de huidige maatschappij, zegt ook Huijer: “Hoe beschaafder die wordt, des te sterker willen we boosheid uitbannen. Zeker van mensen die met justitie in aanraking komen, of in de psychiatrie belanden.”
De bevolking minutieus observeren
Daarmee is de komst van zo’n nieuwe techniek begrijpelijk, maar niet minder riskant, aldus Huijer. “Hoe zal dat in China uitpakken, waar surveillancetechnieken nu al burgers van minuut tot minuut volgen? Staat er dan een ambtenaar op de stoep als je hartslag te hoog is, om te kijken of er moet worden ingegrepen?”
Als veel mensen de smartwatch gaan gebruiken, geeft dat de overheid en techbedrijven de mogelijkheid om “het gedrag in de bevolking minutieus te observeren, te sturen en haar burgers zo te disciplineren”, aldus Huijer.
Dat burgers er zelf voor kiezen om zo’n technisch snufje al dan niet te gebruiken, uit vrije wil dus, maakt op Huijer geen indruk. “Het is een keus die je maakt om jezelf te disciplineren. Dat je denkt dat dat uit vrije wil is, en niet door druk van buitenaf, klopt niet: je hebt je die eis tot disciplinering eigen gemaakt. Zo goed werkt die maatschappelijke disciplinering.”
We zouden andere vragen moeten stellen, zegt Huijer: “Wanneer is boosheid terecht, wanneer niet? Waar komt de woede uit voort? Hoe kunnen we leren om goed met boosheid om te gaan en elkaar erop aanspreken als het mis gaat? Woede is ook een motor voor verandering en vooruitgang.”
Lees ook:
Smartwatch kan woedeaanvallen voorkomen.
Jongeren met een strafblad en een kort lontje dragen een smartwatch, die trilt als de spanning in het lijf oploopt en er een woede-uitbarsting dreigt. Zo leren jongeren bij ggz-instelling Arkin om zich te beheersen.