Buurtbewoners willen dat een bestuurslid van pedovereniging Martijn bij hen uit de straat verdwijnt: ze protesteren bij zijn huis  in Hengelo.

Tweegesprek

Een pedoseksueel terug de samenleving in: hoe doe je dat?

Buurtbewoners willen dat een bestuurslid van pedovereniging Martijn bij hen uit de straat verdwijnt: ze protesteren bij zijn huis in Hengelo.Beeld Joost van den Broek, HH

Jules Mulder, pionier in de behandeling van zedendelinquenten, publiceert deze maand een boek over misbruikplegers. Hij is de opleider van Trouw-redacteur Hans Marijnissen die de afgelopen vijf jaar de pedofiele Karel begeleidde bij zijn terugkeer naar de samenleving. In een terugblik stellen ze elkaar de vragen die overblijven. Heeft het nut gehad?

Hans Marijnissen en Jules Mulder

Jules Mulder: “Als ik aan vrijwilligerswerk denk, zie ik iemand voor me die taalles geeft aan migranten of kratten inruimt voor de voedselbank. Waarom koos jij eigenlijk voor de begeleiding van pedoseksuele Karel?”

Hans Marijnissen: “Het antwoord is een foto. Fotograaf Joost van den Broek won in 2012 de Zilveren Camera met een foto van boze burgers die dreigend door de ramen van een bestuurslid van pedovereniging Martijn turen. Bij die foto dacht ik: zouden ze niet beter aan de andere kant van dit venster kunnen staan? Als je misbruik wilt voorkomen, kun je dan niet beter voor contact kiezen dan voor isolatie en uitsluiting?

“Maar in die foto kwam meer samen. Hij deed me terugdenken aan een nogal confronterend bezoek dat ik als journalist in 1996 bracht aan Nederlands meest besproken en onderzochte pedofiel: René G. Voor diverse zedendelicten met kinderen en de dood van een 8-jarig jongetje, had hij bij elkaar opgeteld 28 jaar achter tralies gezeten.

“Hij woonde inmiddels in een benedenwoning zonder daglicht. Hij had zijn vensters namelijk voorgoed met planken afgeschermd. Die werden toch steeds ingegooid. Zijn levensverhaal is er een van daderschap, terwijl er wat mij betreft vreemd genoeg óók een slachtofferkant aan zat: De dwangmatigheid van zijn handelen had niet alleen enorme consequenties voor de kinderen, óók voor hem.

“Weer jaren later ontzegde burgemeester Rob van Gijzel van Eindhoven de pedofiel Sytze van der V. de toegang tot zijn eigen woonplaats. Toen de man later onopgemerkt een flatje in Amersfoort wist te regelen, maakte burgemeester Lucas Bolsius moedwillig diens adres bekend. Zulke acties lijken mij in strijd met de Rechten van de Mens, maar ze doen ook wat middeleeuws aan, compleet met verbanning en heksenjacht.

“En toen verscheen een maand na de prijswinnende foto van Joost van den Broek een oproep in het lokale advertentieblad. De reclassering vroeg vrijwilligers voor het Cosa-project. Dat regelt de begeleiding van pedoseksuelen die na hun gevangenisstraf terugkeren in de samenleving. Een sociaal isolement vergroot de kans dat daders in herhaling vallen. Een ‘buitencirkel’ van professionals als de wijkagent, de behandelaar en de reclasseringsmedewerker houdt daarom toezicht, een ‘binnencirkel’ van getrainde burgers gaat met grote regelmatig bij hem op bezoek. Beide cirkels staan in nauw contact met elkaar en trekken aan de bel als terugval dreigt. Zo moet worden voorkomen dat er nieuwe slachtoffers vallen. Ik dacht: dat wil ik proberen.”

“Maar mag ik jou een tegenvraag stellen? Door de jaren heen zie ik in de media veel zaken van kindermisbruik en –porno langskomen. Terwijl de verdachten en omstandigheden vaak zo verschillend zijn. Zijn die misbruikers per definitie ‘pedofiel’ te noemen?”

Mulder: “Nee, er is een hardnekkig misverstand dat alle seksueel kindermisbruik wordt gepleegd door pedofielen. Pedofilie is een seksuele voorkeur, misbruik is gedrag. Naar schatting wordt de helft van alle seksueel kindermisbruik door mannen met een pedofiele voorkeur gepleegd. Een pedofiele voorkeur is dus wel een risicofactor, maar veel pedofielen kiezen voor een leven zonder seks met een kind, omdat het verkeerd, schadelijk en strafbaar is. De andere helft van het kindermisbruik wordt gepleegd door mannen met andere problemen, zoals hyperseksualiteit of seksverslaving, alcoholmisbruik, sociale angst of een combinatie van deze factoren. Ook zien we vaker dat daders vroeger zelf zijn misbruikt.

“Ongeveer 1 procent van alle mannen heeft in zijn leven een periode dat het hebben van pedoseksuele verlangens een rol speelt, dat zijn zo’n 60.000 mannen. Die gaan niet allemaal over de schreef. Je zou kunnen zeggen dat om tot seksueel misbruik te komen er een seksueel verlangen naar een kind moet zijn, maar dat je óók aan dat verlangen moet willen toegeven. Dat zijn twee verschillende dingen.”

“Waar ik benieuwd naar ben: jij hebt als leek een pedofiel begeleid, terwijl je ook vader bent van een kind dat aan het begin van die periode rond de 10 jaar was, precies de leeftijd waar Karel op viel. Was dat niet ingewikkeld?”

Marijnissen: “Aanvankelijk wel. De eerste kennismaking op het kantoor van de reclassering was ook erg spannend. Ik had een beeld in mijn hoofd van een corpulente pedofiel, uiterst manipulatief, achterovergekamd vet haar en enorme kolenschoppen, waarmee hij zich aan kinderen zou vergrijpen. De man uit de bosjes, zeg maar. Iets van walging was mij niet vreemd. Maar even later schudde ik de hand van Karel, een schuchtere veertiger. Geheel volgens protocol van de eerste ontmoeting moest hij zelf vertellen waarom hij twee keer had vastgezeten. Met trillende handen vertelde hij dat hij de eerste keer is veroordeeld voor ontucht met twee minderjarige jongens. De tweede keer vond de politie kinderporno op zijn computer. Dat zijn feiten die je als vader van een destijds 10-jarige zoon niet graag hoort. Wat me wel meeviel, was dat Karel niet de agressieve man uit de bosjes was, maar dat hij de jongens min of meer heeft overgehaald. Ook al blijft dat kwalijk. En strafbaar.

“Als zich in mijn directe omgeving een geval van seksueel misbruik had voorgedaan, had ik dit werk niet kunnen doen. Ik zie de heftige emoties die loskomen na ontucht, je kunt je niet voorstellen wat dat voor slachtoffers en ouders betekent. Ik vermoed dat ik ook helemaal door het lint zou gaan. Van kinderen blijf je af. Met opzet heb ik die eerste periode ook afstand gehouden. Er stond een schot tussen Karel en mijn gezin. Hij vormde zelf het middelpunt van de conversatie.

Demonstratie bij het huis van pedofiel Benno L. in Leiden in 2014. Beeld Phil Nijhuis, HH
Demonstratie bij het huis van pedofiel Benno L. in Leiden in 2014.Beeld Phil Nijhuis, HH

“Later zijn we meer gaan delen, omdat het voor een ex-gedetineerde ook leerzaam kan zijn om te horen hoe andere huishoudens functioneren, hoe ze omgaan met conflicten of tegenslag. Om Karel te laten zien hoe het eventueel ook kan. In al die sessies schilderde hij zíjn leven, waarin hij bezorgd is over zijn oude moedertje, een poesje verzorgt, twijfels heeft over een partner, contact heeft met broers en zussen, dingen op zijn werk meemaakt. Het lijkt een open deur, maar het is waardevol ook de menselijke kant van een delinquent te zien. Natuurlijk hebben daders een verantwoordelijkheid, maar vaak zijn ze ook ontspoord op een wat hobbelige levensweg.”

“Hoewel: ik las laatst het boek ‘Evil’ van de forensisch psycholoog Julia Shaw. Zij schrijft dat de eigenschap pedofilie is te lokaliseren in de hersenen en dus is aangeboren. Onderschrijf jij dat?”

Mulder: “De afgelopen tien jaar wordt veel onderzoek gedaan naar verschillen tussen pedofielen en ‘normalen’. Zo zijn er een aantal opvallende uiterlijke verschillen. Pedofiele mannen zijn als groep aantoonbaar kleiner dan ‘normalen’, ze zijn minder intelligent en ze zijn vaker linkshandig. Dat zegt niets over iedereen met die eigenschappen, maar wijst op een zekere kwetsbaarheid die wel eens aangeboren zou kunnen zijn. Invloeden tijdens de zwangerschap, zoals roken en voeding kunnen ook een rol spelen.

“Uit MRI-scans is verder gebleken dat pedofiele mannen visuele prikkels van sommige kinderen anders verwerken dan ‘normalen’. De verschillen zitten hem in de informatieoverdracht in de witte hersenmassa. Waar bij de meesten het zien van een kind een verzorgende of vertederende reactie oproept, kan dit bij een pedofiele man een seksueel verlangen oproepen. Er is sprake van ‘cross wiring’; de informatieoverdracht verloopt bij hen anders.

“Bij jongeren die merken pedofiel te zijn, kan er ellende in de voorgeschiedenis zitten, zoals verwaarlozing, misbruik en geweld, maar dat is geen voorwaarde. Ook jongeren met een normale jeugd moeten soms bij zichzelf vaststellen pedofiel te zijn. Doorgaans gebeurt dat tussen de 15 en 20 jaar.”

Marijnissen: “Maar als pedofilie is aangeboren, kan er bij Karel dan nog sprake zijn van ‘schuld’ na kindermisbruik?”

Mulder: “Het hebben van seksuele gevoelens voor kinderen, of welke seksuele gevoelens dan ook, is nóóit slecht en reden tot schuld. Gedrag wel. Nou is dat makkelijk gezegd. Als je verlangt naar seks met een kind en beseft daaraan nooit te mogen toegeven, is dat een pijnlijke realisatie. We zien veel depressie en suïcidegedachten bij jonge pedofielen. De maatschappelijke veroordeling en de doodswensen die naar plegers van seksueel kindermisbruik worden geuit, maken het des te moeilijker om de pedofiele seksuele identiteit te accepteren.

“Pedofielen verdienen daarbij veeleer steun dan veroordeling. Geen medelijden, maar wel mededogen. De signaleringsfunctie die je als vrijwillig begeleider via Cosa hebt, kan trouwens een grote verantwoordelijkheid zijn.”

“Je moet aan de bel trekken als het fout dreigt te gaan. Heb je dat ook zo gevoeld?”

Marijnissen: “Het was in de dagen voor kerst, toen ik een keer alleen bij Karel langsging. Hij had net de koffie ingeschonken toen ik geluiden bij hem op de eerste etage hoorde. Daar zat overduidelijk een jongetje online te gamen en dat schreeuwde daarbij naar andere deelnemers aan het spel. Dan slaat je hart wel over. Ik vroeg Karel wie dat jongetje was. Dat bleek een buurjongetje dat geen goede Wifi had.

“Daar zit je dan als relatieve leek, op de bank met een pedofiele man en een kind op zolder. Met allerlei flarden in het hoofd. Karel wist dat ik langskwam, dus hij had het kind niet stiekem toegelaten. Hij is ook geen type dat zich plotseling aan kinderen vergrijpt, dus acuut gevaar was er niet. Maar het kan wel een pril begin zijn van een relatie.

“Ik heb hem vervolgens meegedeeld dat het absoluut niet kon, dat hij ook wist dat hij geen kinderen in zijn huis mocht toelaten, en dat ik dit incident moest melden. Dat heb ik ook zo snel mogelijk gedaan, maar op de terugweg in de auto dacht ik wel: had ik dat jongetje eigenhandig naar buiten moeten sturen, met het risico dat de pedofiele achtergrond van Karel bekend zou worden?

“Op zulke momenten voel je een enorme verantwoordelijkheid, eentje waarvan je niet kunt slapen. Toch is het goed die te relativeren. Karel is de eerstverantwoordelijke voor zijn gedrag, dan de professionals voor het toezicht. Ik ben als vrijwilliger verantwoordelijk voor de melding bij terugval. Laten we die drie zaken goed uit elkaar houden.

“Ik ben Karel altijd blijven zien als een kwetsbare en geestelijk beperkte man, die het wellicht met kinderen heeft aangelegd omdat hij een volwassen relatie eenvoudigweg niet aankan. Die kwetsbaarheid komt ook terug in jouw profiel van de pedofiel. Maar in de rooms-katholieke kerk of in het Neverland van Michael Jackson is er juist sprake van overheersende daders die misbruik maken van hun positie.”

“Maar is bij pedofilie nu sprake van macht of juist onmacht?”

Mulder: “Bij seksueel kindermisbruik speelt het machtsverschil tussen de volwassene en het kind altijd een rol. Kinderen worden nog niet in staat geacht een afgewogen keuze te kunnen maken voor het hebben van een seksuele relatie met een volwassene. De volwassene gebruikt altijd – bewust of onbewust – het feit dat er een machtsverschil is in het ontwikkelen van een relatie. Het wordt niet altijd als machtsmisbruik gevoeld en geweld wordt er zelden bij gebruikt. Wanneer een misbruikpleger meer ervaring krijgt, gaat machtsgevoel vaak wel een grotere rol spelen. Dat zien we bij Neverland en bij de katholieke kerk.”

“Heeft je vrijwilligerswerk je niet wantrouwig gemaakt naar andere mensen? Vertrouw je de voetbalcoach nog?”

Marijnissen: “Ik denk eerder dat het tegenovergestelde is gebeurd. Veel mensen denken dat kindermisbruikers in bosjes zitten en zich plotseling vergrijpen aan hun slachtoffers. Dat komt voor, maar 90 procent van de misbruikers is niet die onbekende viezerik, maar een bekende uit eigen kring. Hij slaat ook doorgaans niet opeens toe, maar bouwt een contact op dat langzaam maar zeker verdergaat. Als ouder of omstander kun je dus veel leed voorkomen, als je zulke processen met je kind bespreekt, en relaties als deze een beetje in de gaten houdt.

“Wat weer niet wil zeggen dat alle misbruik is te voorkomen en dat ouders van misbruikte kinderen geen toezicht hebben gehouden. De wereld is vol gruwelijkheden, maar ik denk nu wel genuanceerder over die risico’s.

“Waar ik me eerder zorgen over maak is de verharding van het klimaat, waarin we in Nederland met pedofielen omgaan. Burgemeesters die hen als onmensen de stad uitzetten, vergroten hiermee niet de veiligheid, maar juist het risico van recidive.”

“Kan volgens jou de huidige uitsluiting van pedofielen ook leiden tot een vergroting van het probleem? Wie durft er nog hulp te zoeken?”

Mulder: “De zaak-Dutroux was een omslagpunt. Daarna werd er steeds negatiever en angstiger gekeken naar alles wat met seks en kinderen te maken heeft. Dat is niet goed voor de niet-handelende pedofiel, maar ook niet voor kinderen en ouders. Normale intimiteit (een knuffel, stoeien) kan soms heel nodig zijn. De afgelopen twintig jaar is de maatschappij steeds restrictiever geworden ten opzichte van pedofilie. Ze worden gemakkelijk als ‘roofdieren’ gezien. Zoals ik eerder zei: pedofielen hebben ons medeleven nodig en onze steun om veilig maar volwaardig te leven in onze maatschappij. Dat is nog ver weg.”

null Beeld Hollandse Hoogte / Joost van den Broek
Beeld Hollandse Hoogte / Joost van den Broek

“Heb jij trouwens de indruk dat jouw hulp effect heeft gehad? Heb je hem zien veranderen en vertrouw je op zijn toekomst?”

Marijnissen: “Als je vraagt of déze pedofiel nooit meer over de schreef zal gaan, heb ik daarop geen antwoord. Wel is het zo dat bij zedendelinquenten die door Cosa worden begeleid, de seksuele recidive 88 procent lager ligt. Dat is een mooi getal.

“Toen ik vijf jaar geleden met de begeleiding van Karel begon, dacht ik dat iemand die twee keer celstraf heeft gehad voor misbruik én het downloaden van kinderporno, een andere weg zou inslaan. Maar die wittebroodsweken waren snel voorbij. Er werd een boekje bij Karel aangetroffen met daarin Wehkamp-reclame-plaatjes van jongens in ondergoed. Jaren later bleek hij op zijn computer ‘landschappen’ te verzamelen, volgens eigen zeggen had hij niet gezien dat daar schaars geklede jongetjes op stonden.

“Zijn geaardheid blijft bestaan, al dacht ik in het begin misschien wat naïef dat we die er wel onder zouden kunnen krijgen. Dat heeft me aanvankelijk wel teleurgesteld, tot ik de knop kon omzetten. Ik ben immers niet van de gedachtenpolitie. Het goede nieuws was namelijk dat hij een reclamefolder gebruikte, of natuurtaferelen, en géén strafbare kinderporno. Toch waren die vondsten altijd aanleiding voor een gesprek. Het gamende jongetje op zolder natuurlijk ook. Het stoplicht stond op oranje, was mijn boodschap, en laat het geen rood worden.

“Hoe dat verder gaat nu de cirkel ophoudt te bestaan, dat weet ik niet. Ik heb Karel de afgelopen jaren wel zien veranderen, van die kwetsbare man met wie het leven op de loop ging (hém overkwam alles maar) naar iemand die zelfstandig kan wonen, zijn financiën en huishouden op orde heeft, en beter situaties kan inschatten die een risico voor hem kunnen betekenen. In plaats van een leeg, negatief leven, moet hij een vol en positief leven opbouwen. Dat houdt hem weg van kinderporno en kindermisbruik, weet hij. Hoewel we uren en uren hebben gesproken over wat wel en niet kan, zal Karel altijd pedofiel blijven. Het gaat er om of hij die seksualiteit onder controle heeft. Dat kan het beste in een stabiele sociale omgeving. Toch is hier een disclaimer op z’n plaats: in het verleden behaalde resultaten bieden bij Karel geen garantie voor de toekomst.”

De naam en omstandigheden van Karel zijn vanwege privacy en herkenbaarheid veranderd.

Wie is Jules Mulder?

Jules Mulder is pionier in ambulante behandeling voor zedendelinquenten en was twintig jaar, tot 2011, directeur van De Waag, de grootste landelijke polikliniek voor ambulante forensische zorg. Hij behandelde honderden zedendelinquenten. In de loop der jaren is hij zich gaan specialiseren in kindermisbruikers en mensen met pedoseksuele gevoelens. Deze maand verschijnt van zijn hand ‘Pedofielen en misbruikplegers’, een handleiding voor professionals bij gemeenten, scholen, sportclubs en voor ouders. Uitgeverij SWP, 25 euro.

Wat is Cosa?

Cosa (Circles of Support and Accountability) is een methode voor reïntegratie van zedendaders in de samenleving. Vrijwilligers vormen samen met professionals een netwerk rond een zedendader om te voorkomen dat er nieuwe slachtoffers vallen. COSA is in 1994 in Canada ontwikkeld en sinds 2009 in Nederland. In de afgelopen tien jaar zijn er 159 cirkels van start gegaan. COSA telt op dit moment 263 getrainde vrijwilligers. Meer informatie: www.reclassering.nl/cosa

Lees ook:

Pedo achter planken

Hans Marijnissen interviewde in 1996 de veelbesproken pedofiel René G. uit Amsterdam die zich na het uitzitten van wéér een gevangenisstraf genoodzaakt zag een leven achter planken te leiden. Zijn ruiten werden toch steeds ingegooid.

Op het darkweb tiert Nederlandse kinderporno welig

Naar schatting 30.000 Nederlanders kijken kinderporno. Niet allemaal vanwege pedofiele gevoelens. ‘Het is niet altijd die vieze man op zolder, het is je buurman, je vader, je broer.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden