InterviewGijs Custers
Een nieuwe klassenmaatschappij: ‘De onderlaag voelt zich armer dan vroeger’
De klassen van vroeger zijn niet meer de klassen van nu, blijkt uit het nieuwe onderzoeksrapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Toch blijven we in een tweedeling denken. En dat is kwalijk, zegt socioloog Gijs Custers.
De bourgeoisie, de kleinburgers en de proletariërs bestaan niet meer. Althans, ze bestaan wellicht nog wel, maar zijn onderverdeeld in meer dan drie klassen. Er zijn er nu zo’n zeven, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een nieuw onderzoeksrapport. Die worden niet alleen aan de hand van bezit ingedeeld, maar ook op basis van opvoeding, van schoonheid, van kennis en netwerk. Tegelijkertijd voelt de zogenaamde ‘onderklasse’ zich ‘lager’ dan zo’n vijf jaar geleden, blijkt uit een eerdere analyse.
Het SCP gebruikt de theorie over kapitalen van de Franse socioloog Pierre Bourdieu, legt Nederlandse socioloog Gijs Custers van de Erasmus Universiteit uit. Zelf deed hij in zijn stad Rotterdam onderzoek naar de nieuwe klassenverdeling. “Daarin deed ik ook een beroep op Bourdieu”, zegt hij.
Schoonheid, kennis en netwerk als kapitaal
Die Franse socioloog stelt dat niet alleen economisch kapitaal bepalend is voor in welke klasse iemand zit, maar ook cultureel en sociaal kapitaal. Economisch kapitaal is iemands bezit, geld, inkomen. Sociaal kapitaal is het netwerk. Het is van belang wie je kent om ergens te komen. Wanneer je moeder vrienden is met de baas van een advocatenkantoor, is het voor jou misschien makkelijker om aan een stage op zo’n plek te komen.
Tenslotte benoemd Bourdieu het cultureel kapitaal. Dat is een belangrijk aspect, denkt Custers. Het gaat om de impliciete kennis en smaak. Stel dat je moeder werkt bij een advocatenkantoor, dan weet je precies hoe ‘belangrijke’ mensen met elkaar omgaan, wat ze eten, drinken, wat voor muziek luisteren, welke krant ze lezen. Als je zelf dan ooit solliciteert voor een soortgelijk bedrijf kan je makkelijk levelen met je toekomstige baas.
Het SCP voegt een extra kapitaal toe: persoonskapitaal. Daaronder vallen gezondheid, mentaal welzijn én schoonheid. We leven namelijk in een samenleving waarin esthetiek van waarde is, zo stelt het bureau. Dat bevestigt ook onderzoeker Giselinde Kuipers, die stelt dat een groot deel van de Nederlanders in de service-industrie werkt. In een café of een sportschool, bijvoorbeeld.
Uit eerder onderzoek bleek ook dat ‘knappe’ mensen eerder een baan krijgen, of een huis. Omdat schoonheid toegankelijker is geworden (denk aan make-up, de sportschool, gezond eten), wordt er verwacht dat iedereen z’n best doet er goed uit te zien, redeneert Kuipers.
Door de tweedeling voelen mensen zich armer dan eerst
Met de vier kapitalen als maatstaf onderscheidt het SCP zeven klassen. Daarin scoort de ‘werkende’ bovenlaag goed op alle aspecten. Daarna komen de ‘jongere kansrijken’ die economisch in de middenmoot zitten, maar gezond zijn, een netwerk hebben en digitale vaardigheden.
“We moeten vooral niet vergeten dat die factoren allemaal met elkaar verweven zijn”, zegt de Rotterdamse socioloog Custers. “Wanneer iemand cultureel kapitaal heeft, maakt diegene meer kans op economisch kapitaal. Dit hele plaatje laat de complexiteit van de structurele verdeling in onze maatschappij zien.”
Klasse gaat ook veel om symbolische beleving, denkt de onderzoeker. “Voel je je een yup met een havermelklatte, of voel je je een arbeider uit de wijk?”
Het valt hem op dat uit een eerder rapport blijkt dat de klassenindeling van het SCP de afgelopen vijf jaar nauwelijks veranderd is, maar het gevoel dat de ‘onzekere werkenden’ en het ‘precariaat’ hebben wel. Dat zijn de twee klassen met het minste kapitaal, waartoe één op de zes Nederlanders behoort. Zij hebben het financieel zwaar, zijn het ongezondst en hebben het minst vertrouwen in de politiek. Bij de analyse wordt gekeken hoe hoog mensen zichzelf in de samenleving vinden staan. Deze groepen plaatsen zich nu lager dan zo’n vijf jaar geleden, terwijl hun kapitalen bijna niet veranderd zijn.
Het komt volgens Custers mede doordat er in het publieke debat vaak in een tweedeling gedacht wordt: arm en rijk, stad en platteland, de kloof. “Het SCP signaleert dat het ingewikkelder in elkaar steekt. Hopelijk komt er ook een onderzoek naar waar die ongelijkheid vandaan komt.”
Lees ook:
De politiek is verdeeld over oplossen van ongelijkheid: ‘Mensen hebben ook een eigen verantwoordelijkheid’
Nederland is een klassenmaatschappij, concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau. In de Tweede Kamer wordt opnieuw gehamerd op ‘kansengelijkheid’. Wat dat precies betekent blijft vaag.
Onderzoek: ongelijkheid in Nederland ‘aanzienlijk, structureel en hardnekkig’
Eén op de zes Nederlanders staat op achterstand, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ongelijkheid moet op een nieuwe manier worden bestreden, stelt het instituut.