InterviewBiograaf Prins Bernhard jr.
Een boek over zijn imperium, daar zat prins Bernhard jr. totaal niet op te wachten
Vrijdag verscheen het boek Zakenprins, over de handel en wandel van prins Bernhard jr. Wat is volgens auteurs Michiel Couzy en Maarten van Dun de verklaring voor zijn zakelijke ambities?
Nee, de prins wilde niet meewerken aan het vrijdag verschenen boek van Michiel Couzy en Maarten van Dun. “Het wordt toch een kutboek”, legde prins Bernhard jr. uit aan Ronald Ockhuysen, toenmalig hoofdredacteur van Het Parool. Tijdens een borrel waarop de twee elkaar ontmoetten stelde Ockhuysen de prins voor om eens kennis te maken met de auteurs. Maar die bedankte. “Ik weet al welke kant het opgaat”, zo staat in het boek.
Onbegrijpelijk is die irritatie niet. Bernhard, tweede zoon van prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven, en sinds 2013 geen kandidaat meer voor de troonopvolging, worstelt met een slecht imago. Daaraan hebben Van Dun en Couzy zeker bijgedragen. Als Parooljournalisten (inmiddels werkt Van Dun als freelance correspondent in Australië) publiceerden ze eind 2017 voor het eerst over de grote jongens in de Amsterdamse vastgoedwereld, en de rol van hun vastgoedbeleggingen in de overspannen huizenmarkt in de hoofdstad, waar één op de acht woningen in handen is van beleggers.
De prins figureerde in hun eerste verhaal daarover in een rijtje van twintig anderen. Maar dat de prins daarin voorkwam, pikten andere media gretig op. De gunstige fiscale constructie rond zijn bezit (tegen de honderd panden), het doorverhuren zonder vergunning: geen zeldzaamheid in de sector, maar dat de príns dat deed…
“Welke morele plicht heeft een Oranje?”, vroegen Van Dun en Couzy aan een aantal deskundigen in een vervolgartikel. Zelfs koning Willem-Alexander zou zich zorgen hebben gemaakt over de reputatieschade. “Ik kan je verzekeren: Willem-Alexander is not amused”, zo tekent Ockhuysen bij een andere gelegenheid op uit de mond van Bernhard.
Het is niet fijn voor de familie. Maar is met Bernhards gedrag eigenlijk een publiek belang in het geding?
Van Dun: “Nou, er zijn weinig families waar het hele volk wat van vindt. Dat gebeurt als Willem-Alexander een dure speedboot aanschaft of in coronatijd naar Griekenland afreist. Maar dus ook als het vastgoedbezit van Bernhard ter discussie komt. Dan besteedt Arjen Lubach daar aandacht aan in zijn show. En dat soort rumoer leidt steeds tot de vraag: wat vinden we eigenlijk van deze familie? De monarchie is erbij gebaat dat Nederlanders de familie accepteren, of zo je wilt, tolereren.”
De auteurs geven, onder meer op basis van gesprekken met mensen die Bernhard kennen, een psychologische verklaring voor diens zakelijke ambities. Zijn vader, de eerste burger in de koninklijke familie, moest zijn positie bevechten. Ook Bernhard zou willen bewijzen dat hij geheel zelfstandig (een uitkering heeft hij hoe dan ook niet) succesvol is.
Couzy: “Ja, kinderen van Van Vollenhoven hebben in interviews wel gezegd dat ze hun vader beschouwen als wegbereider. Hij heeft moeten strijden om erkenning binnen het Koninklijk Huis, met name van zijn schoonzus Beatrix, maar ook om een maatschappelijke rol te kunnen vervullen.”
Van Vollenhoven koos maatschappelijke functies, zoals voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Hij werd een toonbeeld van gematigdheid en integriteit. Bernhard koos, na zijn studie economie in Groningen, voor het riskantere zakenleven. Waarom?
Van Dun: “Het besef van maatschappelijke en morele verantwoordelijkheid lijkt binnen de Oranjes iets meer te leven bij de vorige generatie, die tijdens de Lockheed-affaire met Bernhard sr. ook heeft ervaren hoe kwetsbaar posities kunnen zijn. Bernhard jr. was dol op zijn opa, die regels beschouwde als iets voor anderen, en daardoor in Bernhards ogen een prachtig leven had.”
Couzy: “Ook de groep rond Bernhard in zijn studententijd is van invloed geweest. Intelligente jongens, vaak uit gegoede families, die allemaal niet die bagage droegen van de achternaam Van Oranje. Ze zijn vast voornemens hun plek in de wereld te veroveren, dat spreekt Bernhard aan. Hij is dan een verlegen jongen die er zich zeer van bewust is dat de mensen naar hem kijken als hij ergens binnenstapt. Tijdens stages bij grote bedrijven besluit hij: ik wil mijn eigen pad kiezen. Hij is zich met veel van zijn studievrienden blijven omgeven.”
Geen sociale premies afgedragen
In Groningen richt Bernhard zijn eerste bedrijf op, Ritzen Koeriers. Hij krijgt problemen met de fiscus, omdat er geen sociale premies zijn afgedragen. In 2000, pal voor zijn verlovingsfeest, komt het nieuws naar buiten dat hij in die zaak een schikking heeft moeten treffen. Iedereen heeft het daarover, en niet meer over zijn verloving.
Als die eerste grote botsing plaatsvindt tussen zijn privéleven, zijn prinsenstatus en zijn zakenleven, is Bernhard al begonnen met het IT-bedrijf Clockwork. Zijn kompanen Menno de Jong en Paul Mol melden zich aan de telefoon met ‘U spreekt met het secretariaat van prins Bernhard van Oranje’ als ze klanten werven, waaronder autobedrijf Pon en KLM.
Couzy: “Wij beweren niet dat Clockwork die grote klanten niet had binnengekregen zonder Bernhard, maar wel dat de deuren dankzij zijn naam makkelijker opengingen. Ontegenzeggelijk waren ze een degelijk bureau. Destijds stond zeer ter discussie of het wel wat zou worden met dat internet. Ook grote bedrijven wisten niet wat ze ermee moesten. Clockwork was heel nuttig voor ze, omdat Bernhard al heel vroeg de kansen zag.”
Bol.com avant la lettre
Bernhard krijgt het idee om een soort bol.com avant la lettre op te richten: shop. nl. Iets te vroeg van start gegaan, in de beschrijving van Van Dun en Couzy, maar tekenend voor de brille van Bernhard, die ze een ‘onuitputtelijke bron van ideeën’ noemen.
Van Dun: “Dat hoorden we van mensen die hem in alle stadia van zijn carrière hebben meegemaakt: hij komt soms met ideeën die nog helemaal niet uitvoerbaar zijn, maar hij ziet de kansen. De rol van zijn partners is kijken of het haalbaar is, en hoe dan.”
In 1999 verkopen de drie het bedrijf, om het later weer goedkoper terug te kopen. Hun geld steken ze ook in vastgoed, ondanks waarschuwingen van vrienden: pas op, het is vaak gedoe in die sector. De latere imagoschade bevestigt dat. Maar zakelijk is het geen slechte keuze.
Andere investeringen verlopen zowel zakelijk als publicitair ongelukkig. Het trio stapt in bij het mediabedrijf van Hans Pérukel. De zakenman die al geen beste reputatie genoot stuurt zijn bedrijf alras naar een faillissement en gedoe met de curator.
Een andere zakenpartner, Marius Ritskes, had ook een woelige carrière achter zich. Zo had hij Duitsers willen verleiden tot consumptie van kokosbrood. Hij had investeerders hoge rendementen voorgespiegeld, maar de Duitsers lustten zijn broodbeleg niet. Toch accepteert Bernhard een rol als commissaris bij Ritskes’ beursgenoteerde bedrijf Antonov, dat een revolutionaire versnellingsbak zou produceren. Die komt er echter nooit, beleggers zien hun inleg verdampen.
Ook in Servië in het vastgoed
Bernhard en de zijnen stappen ook in Servië in het vastgoed. Ze sluiten mijoenendeals met lieden die herhaaldelijk negatief in het nieuws komen, soms vervolgd zijn, maar nooit veroordeeld – door het slecht functionerende rechtssysteem, denken de auteurs. Van Dun: “Rapporten van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, Europese instanties en Servische anti-corruptie-activisten beschrijven hoe wijd verspreid corruptie is, en dat de staat te zwak is om corruptie aan te pakken – zeker op hoog niveau.”
Couzy: “Bernhard doet zaken in een land waarvan algemeen bekend is dat corruptie er een groot probleem vormt. Iedere ondernemer belandt daar al gauw in een moreel mijnenveld. Hij neemt bewust het risico om daar zaken te doen.”
Bij Bernhard wordt in 2013 lymfklierkanker geconstateerd. Een maandenlange, slopende behandeling volgt. Na genezing zet hij Stichting Lymph&Co op, die onderzoek naar genezing stimuleert. Zijn omgang met de ziekte typeert Bernhard, zegt Couzy: “Hij stelt zichzelf al in een vroeg stadium een doel: terwijl hij nog helemaal in de kreukels ligt neemt hij zich voor de Alpe d’HuZes te doen. En hij krijgt het ook voor elkaar dat hij uiteindelijk met het hele team van dokters en verplegers die alpentop opgaat.”
Bernhard heeft volgens de auteurs vaker aan vrienden verteld dat zijn prinsenstatus hem meer last dan lust bezorgt. Maar dat hij in 2016 mede-eigenaar wordt van het racecircuit van Zandvoort, en later ook de Grand Prix Formule 1 binnenhaalt, dankt hij er volgens Van Dun en Couzy vooral aan dat hij het wereldje van binnenuit kent, als gepassioneerd amateur-coureur.
‘Is hij echt de neef van de koning?’
Van Dun: “De organisatie van de Formule 1 zit regelmatig om de tafel met de groten der aarde, dus die waren niet zo onder de indruk van een prins. Al vonden ze het wel interessant: de concurrenten uit Assen, die ook de Grand Prix wilden binnenhalen, werden er soms wel een beetje gek van dat zij steeds de vraag kregen ‘Is die Bernhard echt de neef van de koning?’.
“Zijn succes dankt hij ook aan zijn goede timing: hij zag al snel dat Verstappen heel groot zou worden. Maar ook in Zandvoort heeft hij last van zijn status gehad. Net voordat hij bekend wilde maken welke bijzondere prestatie hij had geleverd met het binnenslepen van de Grand Prix, komt hij in het nieuws vanwege zijn vastgoed.”
Dat brengt ons weer terug op de rol van de auteurs. Wat hopen ze met het boek te bereiken? Couzy: “We hopen vooral dat we een schets hebben kunnen maken van een zakenman die een prins is, en een prins die een zakenman is. En we hopen dat we hem recht doen, en dat het, om met zijn woorden te spreken, geen kutboek is.”
Woordvoerders van prins Bernhard waren niet beschikbaar om te reageren op dit interview.
Michiel Couzy en Maarten van Dun: Zakenprins. De Bezige Bij; 288 blz, € 22,99
Lees ook:
Een roekeloze zakenprins met een slecht ontwikkeld ethisch kompas
Prins Bernhard jr., zoon van prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven, is herhaaldelijk ‘roekeloos’ bij het najagen van zijn zakelijke ambities. Dat concluderen journalisten Michiel Couzy en Maarten van Dun in hun boek Zakenprins.