Rechtszaak
Dwangarbeid? De congregatie van de Goede Herder erkent dat nog steeds niet volmondig
Negentien ex-pupillen van de Zusters van de Goede Herder stonden vrijdag voor de rechter. Als kwetsbare meisjes moesten ze onbetaald werk verrichten in naaiateliers, wasserijen en strijkkamers, iets wat veel leed betekende.
Haar stem breekt. Ze was pas twaalf jaar, vertelt ze, toen ze in 1964 terechtkwam bij de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Liefde van de Goede Herder. Thuis was het onveilig. Haar moeder, die door vader met een hamer op het hoofd was geslagen, besefte niet dat haar kind van de regen in de drup zou belanden.
Aardappels schillen, naaien, en poetsen, elke dag opnieuw moest het meisje urenlang werk verrichten. Stilzitten was verboden bij de katholieke congregatie, met kloosters in Almelo, Bloemendaal, Tilburg, Velp en Zoeterwoude. “Ik viel steeds flauw, maar de zusters gingen daaraan voorbij.”
Geregeld werd ze opgesloten. Zodra ze haar stem gebruikte bijvoorbeeld, iets wat de meisjes ook niet mochten. “Op mijn zestiende besloot ik een einde aan mijn leven te maken.” De tiener nam een handvol tabletten in, en belandde in het ziekenhuis. “Eindelijk mocht ik naar huis.”
Niet dat haar nachtmerrie daarmee ten einde kwam, ze kon naar eigen zeggen geen kant op. “Ik had en wist niks. Voor al dat werk heb ik nooit ene cent gekregen, mijn school heb ik niet kunnen afmaken.” Wereldvreemd verliet ze de kloosterorde.
Voor negentien vrouwen zijn de gemaakte excuses onvoldoende
In de rechtbank van Haarlem namen zes vrouwen vrijdag het woord. Samen met dertien andere voormalige pupillen die in de jaren vijftig, zestig en zeventig woonden in instellingen van de Goede Herder, hopen zij via de juridische weg erkenning af te dwingen voor hun leed.
Ook eisen zij een schadevergoeding. Eerder kregen de vrouwen al 5000 euro van de overheid toegezegd, nadat een commissie in 2019 had vastgesteld dat de duizenden vrouwen en meisjes die tussen 1860 en 1978 zijn geplaatst bij de nonnen vaak op wrede wijze werden gestraft. De pupillen hadden geen enkele vrijheid.
Op het rapport volgden ook excuses, zowel van de overheid als de Zusters van de Goede Herder. Maar die schieten tekort voor de groep van negentien oud-pupillen, die wordt aangevoerd door vrouwenrechtenorganisatie Bureau Clara Wichmann. De congregatie erkent weliswaar dat de vrouwen en meisjes onbetaalde arbeid moesten verrichten, maar ontkent dat hun rechten zijn geschonden.
De orde beroept zich op ‘verjaring’
In de rechtbank legden de advocaten van de katholieke orde uit dat de zusters altijd hebben gehandeld in de overtuiging het goede te doen. Ze wilden de meisjes en vrouwen heropvoeden, dachten dat het kloosterregime zou leiden tot een deugdzame ontwikkeling, zodat de vrouwen uiteindelijk goed zouden kunnen meedraaien in de samenleving.
Bovendien moet volgens de orde worden gekeken naar de historische context waarin zij haar werk deed. In die tijd hoorde kinderarbeid er volgens haar bij in Nederland, andere jeugdinstellingen hanteerden vergelijkbare pedagogische methoden.
Ook beroept de orde zich op ‘verjaring’. Onzin, vindt de groep vrouwen in de leeftijd van 62 tot 91 jaar. De rechtszaak gaat over het op grote schaal laten werken van minderjarige meisjes, stellen zij, dwangarbeid. De Zusters van de Goede Herder heeft van hun kwetsbaarheid gebruikgemaakt en hen op grote schaal misbruikt voor eigen gewin. Dat er inmiddels vele decennia zijn verstreken, doet volgens hen niks af aan het feit dat hun rechten zijn geschonden. Met de civiele rechtszaak hopen ze op ‘achterstallig loon’.
De uitspraak is medio mei te verwachten.
Lees ook:
Zusters van liefde? ‘Ze hadden beter zusters van haat kunnen heten’
De verhalen van vrouwen over hun onvrijheid en uitbuiting bij de ‘zusters van liefde’ worden opgetekend bij kennisinstituut Atria. ‘Ik weet dat het onvoorstelbaar is wat ze me aandeden, daarom moet ik dit vertellen.’