Diederik Gommers is de hoeder van de ic’s. Als de bedden schaars worden, staat hij op. Als zijn mensen een vaccin willen, is Gommers op tv. Dat levert kritiek op, maar die wuift Gommers weg. ‘Mijn rol is om bij alles de vraag te stellen: wat betekent dit voor de ic’s in Nederland?’
Er heerst een serene rust op intensive care (ic) van het Erasmus MC in Rotterdam. Terwijl een verpleegkundige wat staat te prutsen met een plastic schort, loopt een ander voorbij met een beker dampende koffie. Aan de linkerkant van de brede gang bevinden zich de kamers. Achter het glas liggen de patiënten. Ook dat ziet er vredig uit, maar deze mensen vechten voor hun leven.
De ic van het Erasmus MC is het domein van Diederik Gommers (56). Hij is sinds de uitbraak van het coronavirus, een jaar geleden, de bekendste intensivist van Nederland, mede vanwege zijn voorzitterschap van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care. Gommers is lid van het Outbreak Management Team (OMT), de coronadeskundigen van het kabinet.
Zijn werkkamer bevindt zich aan de rand van de ic. Zijn bureau is een georganiseerde chaos van papieren en boeken, met naast zijn laptop een klassieke radiomicrofoon van glimmend metaal. Zijn iPhone staat op een houten telefoonhouder. Gommers tikt nog een laatste e-mail. Vandaag staat hij niet aan het bed. Gommers klapt zijn laptop dicht. “Zo, dat is klaar. Wat wil je weten?”
Wie is Diederik Gommers?
Diederik Gommers (Gorinchem, 1964) studeerde geneeskunde in Gent, Rotterdam en Amsterdam en is intensivist in het Erasmus MC in Rotterdam. Daar is hij sinds 2014 bijzonder hoogleraar intensive care geneeskunde. Sinds 2016 is Gommers voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care en schuift in die rol aan bij het Outbreak Management Team. Gommers neemt actief deel aan het publieke debat en kreeg samen met viroloog Marion Koopmans onlangs de Machiavelliprijs 2020 toegekend, voor hun ‘niet aflatende inzet om de wetenschap over het coronavirus toegankelijk te maken voor een breed publiek’. Gommers is getrouwd en heeft drie kinderen.
Lees ook het interview in onze serie waarin meer of minder bekende Nederlanders vertellen wat het stilvallen van de sportcompetities voor hen betekent - in Gommers’ geval hockey. ‘Ik ben bloedfanatiek’.
Het is hier ogenschijnlijk rustig. Verschilt dat beeld met de werkelijkheid?
“Er liggen landelijk nog meer dan vijfhonderd covidpatiënten op de ic. Omdat ziekenhuizen ondertussen hun reguliere zorg oppakken en achterstanden inhalen liggen er hierdoor evenveel non-covidpatiënten. Sommige operaties kun je wel even uitstellen maar niet te lang. Na bijvoorbeeld een grote buikoperatie, een openhartoperatie of een behandeling van slokdarmkanker liggen patiënten vaak een aantal dagen op de ic. Ter indicatie: onze ic heeft normaal 44 bedden en nu 72.”
U klinkt niet alsof het ergste achter de rug is.
“We hebben in oktober het aantal ic-bedden opgeschaald naar landelijk 1350. Fase 2 noemen we dat. Volgens het draaiboek zou zo’n fase een aantal weken duren, maar dat zijn nu al ruim vier maanden. Al die tijd moeten de verpleegkundigen voor meer mensen zorgen dat ze gewend zijn. De ic’s liggen nog overvol. Dat voelt niet goed.”
Ondertussen vieren mensen feestjes in het park. Is het gevoel van urgentie verdwenen?
“Buiten is de urgentie misschien verdwenen. Mensen die naar de absolute aantallen coronagevallen kijken, zeggen: ‘Meneer Gommers, wat zit u nou te zeuren?’ Maar wij zijn nog niet afgeschaald.
“De eerste golf gaf een acuut gevoel. We zagen de beelden vanuit China, Italië en Brabant naar ons toe komen. Er was een ramp en de schouders gingen eronder. Daarna kwam de tweede golf. Die ontkenden we. We wisten wel dat-ie eraan kwam maar dat wilden we eigenlijk niet. De restaurantjes waren open, we konden lekker naar buiten en de economie en scholen vonden we ook belangrijk. We waren een maand te laat met de maatregelen. Half december kondigden we een lockdown aan. Toen de cijfers in de eerste week van januari omlaag gingen dacht ik: yes! We gaan dalen, we gaan vaccineren. Het komt goed. En toen sloeg de twijfel toe. Ineens was er die Britse variant, en die strooit echt roet in het eten.”
De afgelopen weken nam het aantal ic-opnames gemiddeld juist iets toe. Schrikt u dan?
“Ja meteen. Dan denk ik: jemig jongens, dit zal toch niet waar zijn.”
Hoe kijkt u naar de aangekondigde versoepelingen?
“Ik begrijp ze, we moeten aan risicobeheersing doen. We moeten ook verder. Maar ik maak me wel zorgen. Wij houden constant rekening met de worstcasescenario’s. De onzekerheid is heel groot, maar volgens de modellen zitten we voor je het weet op, of over de maximumcapaciteit van de ic, en die is 1700 bedden totaal.”
Het afgelopen jaar was u heel zichtbaar in de media. Bent u dan intensivist, voorzitter van de ic’s of OMT-lid?
“Nee, ik ben echt intensivist en voorzitter van de ic. En daarom zit ik in het OMT. Mijn rol is om bij iedere verandering de vraag te stellen: wat betekent dit voor de ic’s in Nederland?”
Is het moeilijk om die verschillende petten te dragen?
“Wat je merkt is dat als mensen het uitkomt je in het ene hoekje wordt geduwd, of weer in het andere. Dat merk je als Diederik Gommers uitspraken doet over de verkiezingen. Dan ben ik ineens ‘OMT-lid’ en bemoei ik me met zaken waar ik geen verstand van heb.”
AD-columnist Özcan Akyol vroeg zich spottend af hoe u kijkt naar de matige prestaties van PSV. U begaf zich met uw uitspraak over een eventueel uitstel van de parlementsverkiezingen volgens hem op andermans terrein. Is die kritiek terecht?
“Nee, ik ben het niet eens met die kritiek. De discussie in een podcast ging over de derde golf. Ik leg uit dat ik me zorgen maak over een waarschijnlijke piek eind maart, begin april. Dan weet je dat er in maart dus veel besmettingen zijn en in het kader van de risico’s voor de ic vroeg ik me af wat erop tegen is om de verkiezingen uit te stellen. Ik ben intensivist. Ik vind niets van verkiezingen, natuurlijk zijn die belangrijk.”
Kunt u niet beter zeggen: die vraag laat ik even aan me voorbij gaan, of een keer een uitnodiging afwijzen?
“Ik word iedere dag uitgenodigd. Ik doe niet alles, soms ben ik ook uit beeld. Mensen halen één zin uit een podcast en dat is dan nieuws. Tsja, dat is blijkbaar de consequentie van een bekende Nederlander zijn. Ik probeer mijn best te doen naar eer en geweten als voorzitter van de ic. Diederik Gommers doet het niet voor zichzelf.”
Op 30 december pleitte u met ziekenhuisbaas Ernst Kuipers voor voorrang bij de vaccinatie voor het personeel in de acute zorg. De derde golf bleef uit. Was uw oproep terecht?
“Ja, wij moeten ons goed voorbereiden. Mocht het misgaan met een derde golf dan wil ik dat we er alles aan gedaan hebben, dat ik mezelf in de spiegel durf aan te kijken. En dat we niet hoeven te zeggen: jij wel naar de ic, jij ook, en jij niet.”
Uw zorgen waren al bekend, u had ze diezelfde ochtend nog geuit in het OMT. Vertegenwoordigers van de verpleeghuissector, onder meer uit het OMT, waren niet blij met uw lobby.
“Mijn leden vroegen: beste voorzitter, neem het voor ons op. We maakten ons toen ontzettend zorgen. Het was aan de minister om op ons verzoek in te gaan of niet.”
Maar u weet welk effect een bezoek van u en Ernst Kuipers op televisie sorteert. U zette daarmee de minister voor het blok.
“De minister kan toch ook nee zeggen?”
Was het sterk geweest als de minister nee had gezegd en bij zijn strategie was gebleven, waarin vervroegde vaccinatie van de acute zorg niet was opgenomen?
“Ja, ik houd van het hebben van een strategie en had dat geaccepteerd. Of dat sterk was geweest? Ik vind nog steeds van niet. Het is een relatief kleine groep mensen in de acute as en het kost een maand voordat het vaccin ons beschermt. Ik krijg net een appje dat we twee bedden moeten sluiten wegens ziekte van verpleegkundigen. Dat wil je zoveel mogelijk voorkomen.”
Onlangs is bekendgemaakt dat mensen met morbide obesitas vervroegd worden gevaccineerd. Covidpatiënten op de ic zijn vaak dik, horen we. Is het vaccineren van die groep een goede strategie?
“Het gaat om mensen met een BMI hoger dan 40. Het is een luxe dat er al vaccins zijn en er groepen gekozen kunnen worden, maar slechts 3,6 procent van de ic-patiënten heeft een BMI van meer dan 40. Wij zien vooral dikkere mannen met een BMI vanaf 27.”
Gaat het genoeg over de gezondheid van mensen?
“Nee. Er is misschien een paar keer op gewezen maar ik vind het jammer dat er niet structureel aandacht is voor gezondheid. Ik zag een jongen op tv vertellen dat zijn broer niet meer uit bed komt en dikker wordt door ongezond eten. Dan denk ik: jasses, dat moeten we niet hebben. We zien bij deze ziekte hoe belangrijk bewegen en het voorkomen van slechte voeding is. Daar had de regering nou een strategie van kunnen maken, bijvoorbeeld door te kiezen om buitensporten zo lang mogelijk te handhaven. Dan had je meteen iets gedaan aan de mentale veerkracht. Maar ja, dat is niet aan de intensivist.”
U was vorig jaar kritisch op de aanpak van de eerste golf. Het testbeleid had beter gemoeten, de boel snel geautomatiseerd. Had de vaccinatiecampagne ook beter gemoeten?
“Tja, dat heeft de minister eigenlijk al toegegeven. Kijk, wij intensivisten zijn probleemoplossers. We nemen een besluit, er is in ons werk geen tijd om te twijfelen. Ik ben blij dat we in Nederland een inhaalslag maken, maar ik vind het wel jammer dat er tijd is verloren. Alles valt of staat met vaccineren.”
Neemt men in Den Haag te veel tijd om te twijfelen?
“Dat weet ik niet, ik zit er niet meer dicht genoeg op. Ik ben vorig jaar een paar keer in het Catshuis geweest, daarna nooit meer. Diederik Gommers heeft geen direct contact met welke minister dan ook.”
Is het terecht dat u niet meer spreekt met het ministerie?
“Ik zit in het OMT en daarin kan ik zeggen: hier word ik ongelukkig van. De voorzitter van het OMT, Jaap van Dissel, neemt dat mee in het overleg met het kabinet. Hij weet donders goed wat er op de ic wel en niet kan.”
Misschien dat u binnenkort vaker iets hoort van het ministerie. Veel partijen pleiten namelijk in aanloop naar de verkiezingen voor minder marktwerking in de zorg. Demissionair minister Hugo de Jonge zei maandag in deze krant dat de crisis heeft bewezen dat er meer centrale regie nodig is. Hoe kijkt u hiernaar?
“Als het spannend wordt, wil je inderdaad een landelijke aansturing, dat het landelijk wordt overgenomen. Dat hebben we nooit zo ingericht. Vorig jaar liep het inderdaad spaak. We hadden weinig ervaring met het landelijk spreiden van patiënten. Ik kan ’s morgens niet opgeven dat er de hele dag twee bedden vrij zijn op mijn ic. Vijf minuten later loopt er misschien wel een patiënt de eerste hulp binnen. Maar dan zei het landelijke coördinatiecentrum: ‘Jij moet twee patiënten opnemen’. En wij dachten: ‘Kom eens hier kijken, dan. Dat gaat niet.’”
Dus er moet centrale regie komen?
“Vroeger maakte je je als directeur van een ziekenhuis minder druk. Je dacht: ‘De regering zal me wel helpen.’ Maar de laatste jaren zijn er ziekenhuizen failliet gegaan en hebben we ze laten omvallen. Dus het vertrouwen van de ziekenhuizen in het ministerie en de minister, hmm, dat is niet zo...
“Voor centrale regie moeten de systemen eerst anders. Nu is de organisatie ingericht op basis van wantrouwen. Al die regeltjes, van verzekeraars, van de inspectie. Iedereen doet het niet goed of belazert de boel. Maar er is geen dokter of verpleegkundige die ’s morgens naar het werk gaat om het moedwillig verkeerd te doen. Ik begrijp wat de minister zegt, maar dan moet hij eerst werken aan het vertrouwen tussen alle betrokken partijen.”
Kan het kabinet wel zeggen dat er tweeduizend ic-bedden bij moeten komen, om bestand te zijn tegen een volgende crisis?
“Sommige ic’s zijn altijd te krap. Hier in het Erasmus is het altijd een strijd om de bedden, er zijn altijd nieuwe patiënten. Voor sommige ic’s is het fijn om wat ruimer in het jasje te zitten, dus landelijk misschien 200 bedden erbij. Maar je moet oppassen voor vrijstaande bedden. De vergoeding voor ic-zorg is 2500 euro per ligdag, en de gezondheidszorg is al erg duur. Daarnaast is ons werk leuk als er patiënten zijn. Ik ben bang dat als je te veel opschaalt maar er geen werk is, je een leegloop krijgt van ongemotiveerd personeel. De GGD van Rotterdam was hier van de week. Die zijn van 40 naar 4000 man gegaan. Die hebben ze volgend jaar ook niet meer rondlopen.”
Op 27 februari 2020 werd de eerste coronabesmetting in Nederland geconstateerd. We blikken daarom dit weekend terug op een jaar corona.
Zo veranderde de toon van de corona-persconferenties in een jaar tijd. Een terugblik in zes citaten
Soms werden ze voorbeschouwd alsof het om een wedstrijd op het WK voetbal ging. In een jaar tijd traden premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge ruim dertig keer aan voor een persconferentie. En wie ze terugkijkt, ziet hoe het kabinet, net als de rest van Nederland, in het begin overvallen werd door het virus en week na week geroutineerder met ‘het nieuwe normaal’ omging.
Charles en Adri de Koning tijdens corona: van tijdelijk afscheid naar eeuwig afscheid
Trouw volgde Charles de Koning tijdens de bezoekstop in de verpleeghuizen. Hij keek door een verrekijker naar ‘zijn Adri’. Hoe kijkt hij terug op het coronajaar?
In deze bizarre crisis vallen geen banken om, maar mensen. ‘De een zijn dood is de ander zijn brood’
Door het coronavirus stort de economie van het ene uiterste in het andere. Het is een crisis van verliezers en winnaars. In sommige sectoren zelfs allebei tegelijk. Het enige dat zeker lijkt aan deze tijd, is dat de vooruitzichten onzeker zijn.
Met roomse lichtvoetigheid pakt Oost-Brabant de draad weer op, al zijn de littekens van corona blijvend. ‘We zijn dichter bij elkaar gekomen’
Verslaggever John Graat fietste een jaar geleden door de Brabantse straten van zijn jeugd nadat zijn moeder besmet werd met het coronavirus. Hij maakt de fietstocht opnieuw en ziet dat de inwoners hun best doen om het leven weer op te pakken.