null Beeld Idris van Heffen
Beeld Idris van Heffen

Mentale gezondheid

De term ‘burn-out’ is versleten, vinden ook organisatiepsychologen

Het Centraal Bureau voor de Statistiek stapt af van de term ‘burn-out’. Een terechte keuze, zo vinden organisatiepsychologen.

Isabel Baneke

Arbeids- en organisatiepsychologen noemen het nobel dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de term ‘burn-out’ loslaat. Het woord is onderhevig aan inflatie, zien ook zij, een weinig precieze omschrijving van een reeks uiteenlopende klachten als prikkelbaarheid en slecht slapen. Ze snappen goed dat het statistiekbureau voortaan liever ‘psychische vermoeidheid door het werk’ gebruikt.

Als maatschappij zijn we van alles ‘burn-outklachten’ gaan noemen, legt bijzonder hoogleraar Aukje Nauta van de Universiteit Leiden uit, van motivatieproblemen tot angststoornissen. “‘Burn-out’ is geen zuivere term. Dat maakt de cijfers die het CBS en TNO door de jaren heen presenteerden, moeilijk te duiden. Wie twee keer per maand opzag tegen het werk, had al last van burn-outklachten.”

Veranderd is de alarmerende toon waarmee we praten over burn-outs

Nauta haalt het boek De burn-out bubbel aan. Stresswetenschappers schrijven daarin dat de burn-out geen modeverschijnsel is, eeuwen geleden al raakten mensen uitgeblust. Wél veranderd is volgens hen onze houding ten opzichte van burn-outs. Iedere vriendengroep telt wel iemand die op omvallen staat, in kranten en kroegen wordt zelfs gesproken over een ‘burn-outepidemie’.

Wie de cijfers van het CBS en TNO bestudeert, raakt inderdaad gealarmeerd: vorig jaar gingen 1,3 miljoen werknemers in Nederland gebukt onder burn-outklachten, zo’n één op de zeven van alle werkenden. Het aantal stijgt ook: in 1997 lag het percentage rond de 10 procent. De meldingen bij het Centrum voor Beroepsziekten schetsen een ander beeld: er belanden jaarlijks ‘maar’ enkele duizenden mensen met een burn-out thuis, een aantal dat het afgelopen decennium bovendien amper steeg.

Wat belemmert iemands functioneren nou écht?

“Mensen die zeggen ‘op’ te zijn, hebben niet per se een burn-out”, legt Nauta uit. “Het is wat dat betreft al nauwkeuriger om werknemers die ondervraagd zijn over uitputtingsklachten, en daar hoog op scoren, te betitelen als mensen met uitputtingsklachten in plaats van burn-outklachten. Al blijft zelfs dat wat vaag natuurlijk.”

Ze vraagt zich af of dat erg is. “Uiteindelijk draait het niet om hokjes maar de vraag: wat belemmert iemands functioneren nou écht? Wat heeft hij of zij nodig om weer lekker te werken? En in de tussentijd zeggen die grofmazige statistieken natuurlijk wel iets over ontwikkelingen. Het blijft boeiend om te zien of door de jaren heen uitputtingsklachten toe- of afnemen.”

Vanaf de jaren tachtig kregen mensen burn-outs

Ook Toon Taris vindt ‘psychische vermoeidheid door het werk’ een verbetering. De term ‘burn-out’ kwam in de jaren zeventig op in de wetenschap, weet de hoogleraar van de Universiteit Utrecht, al was er aanvankelijk amper interesse in het concept. Pas in 1981 volgde de nog altijd gebruikte Maslach Burn-out Inventory, een instrument om burn-out te meten. “Toen begonnen mensen er last van te krijgen, ze herkenden de symptomen.”

“Een burn-out was in die tijd een kwestie van vermoeidheid, een toenemend gebrek aan interesse in het werk, en twijfels aan de eigen capaciteiten. Iets wat dus nauw gebonden was aan de arbeidssituatie.” Nu zijn burn-outs meer dan een werkgerelateerd fenomeen. “Het is steeds breder getrokken, verworden tot iets wat voornamelijk te maken heeft met vermoeidheid en overal vandaan kan komen, ook veroorzaakt kan worden door bijvoorbeeld problematische relatie.”

Semantische discussie leidt af van het probleem

Zoveel mensen, zoveel opvattingen. “In de DSM, het classificatiehandboek voor psychiatrische stoornissen, is de burn-out niet opgenomen. Maar in de ICD-11, een internationale classificatielijst van ziektes, weer wel. Allerlei clubjes hebben ieder hun eigen versies en manier van handelen rondom burn-outs. Door terug te gaan naar de werkgerelateerdheid van klachten, krijg je een scherp gedefinieerd concept, waar ook keurig gevalideerde tests voor zijn.”

Toch is Taris niet enkel positief. “Er is wel degelijk een grote groep mensen die écht lijden aan serieuze klachten door de arbeidssituatie. En door steeds te schuiven met labels, maken we de aanpak van die problemen moeilijker. Bestaat de burn-out wel? Kunnen we het meten? Dat soort vragen leidt tot twijfel, en dat leidt af van het feit dat burn-out een ernstig fenomeen is. We moeten die groep wel serieus blijven nemen. Dát is uiteindelijk het grote probleem.”

Lees ook:

Amerikanen met een burn-out staan er alleen voor, maar misschien brengt de pandemie verandering

Het fenomeen burn-out werd oorspronkelijk herkend en benoemd in de VS, maar wordt in Europa inmiddels serieus genomen en in Amerika nog altijd weggewuifd. De pandemie zorgt wellicht eindelijk voor een omwenteling.

Voor het terugdringen van verzuim is meer nodig dan stoelmassages en slaappods

Het ziekteverzuim onder werknemers is op dit moment structureel hoger dan voor de coronapandemie, vaak door psychische klachten. Wat kunnen werkgevers doen om het schaarse personeel te behouden?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden