Volgens de politie zijn bombrieven geen veelvoorkomend fenomeen. Nu staat de teller in één week al op zeven gevaarlijke enveloppen. Het motief van de afzender(s) is nog onduidelijk.
Medewerkers van Hotel Okura in Amsterdam deden volgens de politie precies wat ze moesten doen. Toen er gisterochtend een verdachte brief binnenkwam, belden ze 112 en lieten de brief ongeopend. Het explosief in de envelop ging daardoor niet af en niemand raakte gewond.
Bij het luxe hotel in Amsterdam-Zuid kwam precies zo’n brief binnen als waar de politie donderdagavond groot alarm over sloeg. Een verdikte envelop met een sticker van het Rotterdamse Centraal Invorderings Bureau (CIB). Dat incassobureau heeft er volgens de politie niets mee te maken. Op het kantoor in Rotterdam kwam ook een bombrief binnen, die retour afzender was gestuurd en eigenlijk bedoeld was voor een bedrijf in Maastricht. De brief had brandschade, maar was niet ontploft.
Over de inhoud van de enveloppen wil de politie niets zeggen, omdat het om daderinformatie kan gaan. De politie bevestigt wel dat alle geadresseerden na ontvangst van de bombrief ook een waarschuwingsbrief hebben gehad. Tot nu toe ging geen van de explosieven af. De autoriteiten gaan ervan uit dat dit bij het openen van de enveloppen wel kan gebeuren, met het risico op zware verwondingen tot gevolg.
De doelwitten van de zeven bombrieven die in een week tijd zijn gevonden zijn, naast het niet bij naam genoemde Maastrichtse bedrijf, twee hotels, twee tankstations, een makelaar en een autobedrijf in de steden Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Op het eerste gezicht lijkt dat willekeurig, maar zolang het onduidelijk is wat het motief is van de afzender(s), blijft het gissen waarom deze bedrijven de explosieven ontvingen. De politie wil daarover enkel zeggen dat alle scenario’s nog open staan, waaronder afpersing.
Wel wordt ‘ernstig rekening’ gehouden met één en dezelfde afzender. Ook het onderzoek daarnaar is nog in volle gang, onder meer door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Een woordvoerder van het NFI wil verder niets over de zaak zeggen. Uit eerdere publicaties van het onderzoeksinstituut blijkt wel dat specialisten er enkele tientallen keren per jaar onderzoek doen naar de herkomst van dreigbrieven. Het gaat dan om brieven met dreigende teksten tot enveloppen met poeders, kogels en explosieven.
Eerdere dreigbrieven
Een bekende zaak waarbij een bombrief werd ingezet voor afpersing is die van Jumbo-afperser Alex O. Hij kreeg in 2018 in hoger beroep een celstraf van tien jaar opgelegd. Volgens de rechter stuurde hij in de zomer van 2015 onder meer een bombrief naar een filiaal van de supermarkt, waar later zijn DNA op werd gevonden.
O. gebruikte volgens deskundigen springstof die ook voor mensen zonder chemische achtergrond vrij eenvoudig te maken is. De bedreigingen richting de Jumbo zorgden voor veel onrust. Zo werden verschillende keren filialen uit voorzorg ontruimd.
Verder zijn er vooral voorbeelden van verstuurde poederbrieven bekend. In de periode na de aanslagen op 11 september 2001 bijvoorbeeld, werden in de VS verschillende brieven met gevaarlijke stoffen gevonden. Dat inspireerde in Nederland copycats om hetzelfde te doen. Zeker niet altijd gaat het daadwerkelijk om gevaarlijke stoffen. Deskundigen treffen bijvoorbeeld ook weleens bakpoeder in de brieven aan.
Volgens een woordvoerder van de Amsterdamse politie komt het niet geregeld voor dat er bombrieven worden gevonden. “Daarom nemen we het nu ook zo hoog op.”
De politie zegt er rekening mee te houden dat er nog meer gevaarlijke brieven met het logo van het Rotterdamse incassobureau zullen opduiken. Om te voorkomen dat er slachtoffers zouden vallen, werd donderdag besloten het publiek te waarschuwen. Gisteren publiceerde de politie een foto van de envelop. Ook PostNL zegt voorzorgsmaatregelen te nemen om het eigen personeel te beschermen. Wat die maatregelen inhouden wil een woordvoerder van het postbedrijf ‘vanwege de veiligheid’ niet zeggen.