Woo-verzoek
De overheid is niet sneller, maar juist trager in het delen van informatie, ook na een nieuwe wet
Overheden zijn nog altijd traag in het delen van informatie, blijkt uit onderzoek. De nieuwe Wet open overheid heeft daar niks in veranderd. ‘Het lijkt erop dat risicomijding belangrijker is dan de grondrechten van burgers’.
In plaats van sneller, is de overheid steeds trager geworden in het voorzien van burgers en journalisten van informatie. De nieuwe Wet open overheid (Woo), die op 1 mei vorig jaar in ging, heeft daar geen verschil in gemaakt. De afhandeling gaat nóg langzamer dan voorheen, concludeert het Instituut Maatschappelijke Innovatie en de Open State Foundation, een organisatie die streeft naar transparantere overheidsdata.
“De overheid is drukker met het afdekken van risico’s dan met het informeren van de burger”, zegt Serv Wiemers, directeur van de Open State Foundation. “Er gaat vooral veel energie naar het aannemen van extra juristen om dingen zwart te lakken in plaats van de burger openheid te geven.”
De nieuwe wet Woo is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Over de Woo werd tien jaar gepraat, maar toen die er eindelijk kwam waren de ministeries daar niet klaar voor, blijkt uit het onderzoek. “Er zijn wel dingen in gang gezet, zoals werkgroepjes die zijn ontstaan en nieuwe software, maar het resultaat is nul. Sneller gaat het niet.”
‘Het begint bij een premier die zelf sms’jes wist’
De onderzoekers zagen dat er veel langs elkaar heen wordt gewerkt. “Iedereen zit heen en weer te mailen zonder dat er bijvoorbeeld in een gemeenschappelijk document wordt gewerkt. Of stukken zijn onvindbaar omdat er verschillende systemen worden gebruikt.”
Naast organisatorische belemmeringen ziet Wiemers vooral veel onwil bij de overheid om informatie te delen. “Dat begint al bij een premier die zelf zijn sms’jes wist of ineens geen actieve herinnering meer heeft aan een belangrijke kwestie. Die mentaliteit straal je uit richting je hele overheidsorganisatie.”
Vorig jaar deed een ministerie er gemiddeld 167 dagen over om aan een verzoek te voldoen. Na de invoering van de nieuwe wet op 1 mei daalde dat aantal naar gemiddeld 162 dagen. Dat was nog steeds langer dan een jaar eerder toen het gemiddelde op 161 dagen lag. Dat is overigens ook langer dan wettelijk is toegestaan. Aan een Woo-verzoek moet binnen 42 dagen worden voldaan. Dat gebeurt dus zelden en dat ligt niet aan de omvang van de verzoeken, zegt de Open State Foundation. “In 55 procent van de verzoeken gaat het om minder dan vijftig pagina’s.”
Er wordt misbruik gemaakt van een uitzondering
Er zijn per ministerie grote verschillen in hoe snel de afhandeling gaat. Het ministerie van financiën spant de kroon in traagheid. Vorig jaar duurde een Wob- of Woo-verzoek daar gemiddeld 211 dagen. Bij Onderwijs, Cultuur en Wetenschap duurde het gemiddeld 70 dagen, ook nog steeds langer dan wettelijk toegestaan.
Is de wet dan wel goed genoeg na tien jaar soebatten? Wiemers denkt dat de wet inhoudelijk sterk is, maar dat er nu misbruik wordt gemaakt van artikel 5.1 bij de paragraaf over de uitzonderingen om informatie te delen. Als het de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden, mogen gegevens beschermd worden. “Maar het is niet bedoeld dat je iets zwart kan lakken omdat het je gewoon niet bevalt, dat gebeurt nu wel. Het lijkt erop dat risicomijding belangrijker is dan de grondrechten van burgers.”
Naast journalisten maken ook burgers gebruik van de wet, bijvoorbeeld omdat ze bezorgd zijn over iets wat er in hun wijk gebeurt. “Mensen willen bijvoorbeeld weten waarom er bomen gerooid worden in hun straat. Maar er zijn ook belangenorganisaties die verzoeken doen, bijvoorbeeld over waarom er zoveel geld gaat naar de waterstoftransitie en waar dat geld dan naartoe gaat.”
‘Allemaal publiek geld wordt weggegooid’
De laatste drie jaar kregen Nederlandse ministeries ruim twee miljoen euro aan dwangsommen opgelegd door de rechter omdat zij de termijn van het aanleveren van documenten binnen een Wob-verzoek hadden overschreden. Daarvan werd ruim anderhalf miljoen uitbetaald. Sommige mediaorganisaties haalden daar honderdduizenden euro’s mee op. “Dat is allemaal publiek geld wat wordt weggegooid. De prikkel om je eigen bestuurder uit de wind te houden is heel groot.”
Volgens Wiemers loopt Nederland hopeloos achter op dit gebied en is het in andere landen veel beter georganiseerd. “Scandinavië heeft goede systemen voor burgers en in het Verenigd Koninkrijk heeft de overheid een eigen monitor waarin je elk kwartaal kunt zien hoe snel aan een verzoek op freedom of information, zoals dat daar heet, wordt voldaan. De laatste keer dat ik keek was 87 procent op tijd.”
Lees ook:
Ministeries voor ruim 1,5 miljoen beboet om vertraagde Wob-verzoeken
Ministeries betaalden de laatste paar jaren meer dan anderhalf miljoen euro aan dwangsommen, omdat zij de termijnen van Wob-verzoeken overschreden.
Uitstel na uitstel: groeit de onwil van de overheid om informatie openbaar te maken?
De Wet open overheid is een aantal maanden van kracht. Toch kwamen verschillende overheden de afgelopen tijd in het nieuws met schendingen van het recht op informatie. Groeit de politieke onwil?