Bezoekstop
De man, de verrekijker, zijn vrouw en het gesloten verpleeghuis
Mantelzorgers raakt het bezoekverbod in verpleeghuizen ongekend hard. Oud-huisarts Charles de Koning (83) is bang dat zijn Adriana hem straks niet meer herkent.
Waar Charles de Koning, een gepensioneerd huisarts uit Hendrik Ido Ambacht, tot vorige week alleen zijn verrekijker uit de boekenkast pakte om vogeltjes in de tuin te bekijken, neemt hij het instrument nu elke dag onder zijn arm mee naar De Blije Borgh, het verpleeghuis waar Adriana, zijn Adriana, sinds 2017 verblijft.
Hij loopt dezelfde route als altijd, richting de vrouw met wie hij bijna 58 jaar samen is. Tot vorige week was hij vrijwel altijd bij haar. Hij waste en voedde haar, maakte het gezellig in haar kamertje – Vivaldi op, Franse kaas erbij – en hij streelde haar. Ze legt vaak haar hoofd op zijn schouder, ook al herkent ze hem niet altijd even goed.
Nu mag hij niet verder dan de receptie. Zoals elke dag de afgelopen week geeft hij wat lekkers voor haar af. Vandaag runderreepjes, aardbeien en garnaaltjes in tupperware-bakjes. Adriana houdt van vis. Hoe vaak Charles wel geen pan mosselen kookte in het keukentje op haar afdeling, die ze dan samen op haar kamertje oppeuzelden.
Weer buiten pakt Charles de Koning zijn verrekijker. Hij tuurt. Adriana, achter glas. Ze draagt een fleurige jurk met wit en roze, haar grijze haar zit in een nette scheiding, haar ogen gesloten. Hij weet het, ze ziet hem niet altijd, maar toch kijkt hij elke dag naar haar. “Het geeft mij een fijn gevoel om haar te zien, maar ik ga er altijd met tranen in mijn ogen vandaan.”
‘De verbondenheid is mij ontnomen’
Charles de Koning vindt het niet juist dat de verpleeghuizen voor álle bezoekers gesloten zijn. “Zij mist het contact, en ik mis het. Elkaar geestelijk vinden lukt niet goed meer, vanwege haar dementie, maar door te knuffelen waren we toch met elkaar verbonden. Dat is mij ontnomen.”
Daarnaast nam De Koning met zijn medische achtergrond veel zorg voor zijn vrouw op zich. Zo hielp hij haar opstaan en naar bed gaan, en assisteerde hij de fysiotherapeut. Hij nam soms een pannetje chili con carne mee. “Ik ben bang dat haar spieren slap worden, en dat ze geestelijk achteruitgaat. Mijn angst is dat ze mij straks helemaal niet meer herkent.”
Zorgen voor iemand met dementie kan soms frustrerend zijn en vergt veel geduld, weet hij. “Ik weet niet hoe dat gaat als de verpleging het alleen moet doen. Ik weet heel goed hoe ik met mijn vrouw om moet gaan. Daarnaast ben ik medisch onderlegd en weet hoe ik hygiënisch moet werken. Ik heb op het moment weinig contacten, dus vorm geen groot risico.”
Al sinds het schaatsen op de middelbare school
Charles en Adriana leerden elkaar kennen in hun laatste jaar op het Johannes Calvijn College, een degelijke school in Rotterdam. Tijdens het schaatsen op De Enk in Zuid, een onder water gezette tennisbaan, ontstond er een vertrouwensband tussen de twee. “Ze was niet alleen tijdens het eindexamen een enorme steun voor mij, dat bleef ons hele huwelijk zo.”
Hij ging medicijnen studeren in Leiden, zij Nederlands in Utrecht. Hun liefde bleef in stand, en ze zochten elkaar veel op. Na de studie werd Charles huisarts in Hendrik Ido Ambacht en Adriana docent Nederlands op een school. Samen kregen ze drie dochters. Ze reisden overal naartoe: ze gingen maar liefst zes keer naar Zuid-Afrika.
Adriana heeft ‘onnoemlijk hard gewerkt’, zegt Charles. Ze nam niet alleen het grootste deel van de zorg voor hun dochters op zich, ze was ook actief in de politiek en diaken in de kerk. Toen haar eigen gezondheid achteruitging, bracht ze Charles huishoudelijke taken bij, zoals koken en wassen. Daarvoor deed zij dat altijd.
In 2010 werd er parkinson bij haar geconstateerd en een paar jaar later later zag Charles de eerste symptomen van dementie. Tijdens het koken gooide ze de goede spullen weg en bewaarde het afval. Ze zette twee koffiekopjes op tafel en nam later weer kopjes mee, zodat er, als hij thuiskwam, soms wel acht kopjes op tafel stonden.
Een lange bezoekersstop beangstigt hem
Hij zorgde lange tijd thuis voor haar. Af en toe ging hij golfen en zij naar een boerderij in de buurt, voor dagbesteding. Later ging ze hele dagen naar De Blije Borgh, maar ze sliep er niet. Charles bracht en haalde haar trouw. Sinds ze in 2017 in het verpleeghuis werd opgenomen, is hij er elke dag te vinden.
Dat de bezoekersstop waarschijnlijk langer dan een paar weken voortduurt, beangstigt hem. “Dan maak je meer kapot dan wanneer ik haar wel mag zien en verzorgen.” Waar zijn dagen eerder gevuld waren met zorg voor zijn vrouw, schoffelt hij nu wat in de tuin, ruimt de kamers op, heeft contact met zijn kinderen, leest Trouw en Elsevier en kijkt af en toe televisie.
Naar zijn bezoek aan Adriana kijkt hij uit, maar hij ziet er ook tegenop. Hij kan haar even zien, maar dan komt altijd dat moment waarop de balkondeuren sluiten. Dat moment waarop ze, net als de vogeltjes in de achtertuin, uit zijn lens verdwijnt en hij niet goed meer weet hoe het haar vergaat.
Lees ook:
Dit kun je nog wél doen voor je naaste in het verpleeghuis
Hoe kunnen we toch iets voor onze naasten in verpleeghuizen betekenen, nu bezoek verboden is vanwege de coronacrisis? Zeven creatieve oplossingen.