Politie en justitie proberen zoveel mogelijk mensen die politici bedreigen voor de rechter te brengen. Maar de praktijk is weerbarstig. De meeste verdachten blijven uit het zicht.
Wie stoere mannen wil zien veranderen in nederige en zelfs bange jongens, maakt de meeste kans in een rechtszaal. Daar hebben verdachten er een handje van om, oog in oog met de rechter en in het zicht van een veroordeling, van gedaante te verwisselen.
In het Haagse Paleis van Justitie kon een 39-jarige man afgelopen maandag zijn tranen niet bedwingen toen de politierechter hem confronteerde met zijn acties. De consultant had twee jaar geleden op Twitter geschreven: ‘Sigrid Kaag, jij zult sterven aan mijn blote handen!’ En in een bericht aan Hugo de Jonge: ‘Sterf! Je dient te worden geruimd’. De man vertelde de rechter dat hij dit nooit had mogen doen, maar dat ‘twee flessen wodka per dag’ een ander mens van hem had gemaakt.
Vijf mannen verschenen afgelopen maandag voor de rechter vanwege het bedreigen van politici en alle vijf betuigden ze diepe spijt. Ze waren onder invloed van alcohol, depressief door de pandemie-beperkingen, boos op de overheid, of om een andere reden van slag. De rechter moest hun teksten op sociale media vooral niet te serieus nemen. Ook niet dat D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma voor een ‘vuurpeloton’ moet komen. Dat Kauthar Bouchallikht (GroenLinks) moet worden ‘lekgeprikt’. Dat coronaminister Ernst Kuipers ‘een nekschot’ verdient. Het waren uitingen van frustratie, niet meer dan dat.
Politiepost voor de deur
Politie, justitie en de rechterlijke macht nemen dit soort bedreigingen juist uiterst serieus. Politici worden gehinderd in hun werk en kampen met angsten. Ze moeten beveiligd worden, sommigen krijgen een politiepost voor de deur. Camerabewaking rond het huis is niet langer uitzonderlijk. Hoe weet een Kamerlid of een minister zeker dat een dreigement niet tot uitvoer wordt gebracht, dat het blijft bij een akelig bericht op Twitter of Instagram? Het beïnvloedt hun functioneren en ondermijnt de democratie. Het vijandige klimaat zorgt er ook voor dat mensen met politieke ambities twijfelen of ze dit pad nog op willen. De dochters van Kaag hopen dat hun moeder de Nederlandse politiek verlaat, uit angst dat haar iets ernstigs overkomt. De D66-leider heeft eerder gezegd dat ze zich op dit moment in Nederland onveiliger voelt dan destijds in haar periode als diplomaat in oorlogsgebied.
De nieuwste cijfers bevestigen het probleem: niet eerder deden politici zo vaak melding van een bedreiging. In 2022 in totaal 1125 keer. Een jaar eerder stond de teller nog op 588. Politie en justitie hebben voor dit soort zaken een speciale werkwijze afgesproken. Iedere melding die een Kamerlid of bewindspersoon doet, komt terecht bij het Team Bedreigde Politici, een eenheid van de Haagse politie. Het bericht wordt direct gedeeld met de officier van justitie van het parket in Den Haag.
Daar wordt de melding getoetst, nog voordat rechercheurs er werk van maken: gaat het volgens Justitie om bedreiging of opruiing en is er kans op een veroordeling? Alleen als die vragen met ‘ja’ worden beantwoord, doet de politie verder onderzoek. In ruim tweehonderd van de 1125 berichten oordeelde het OM dat er geen sprake was van een strafbaar feit. Dat scheelde de politie handenvol recherchewerk.
Voornaamste doelwit is Geert Wilders
Het afgelopen jaar zijn 37 mensen gedagvaard om zich voor de rechter te verantwoorden. In 127 gevallen loopt het strafrechtelijk onderzoek nog. Dat zijn, in vergelijking met het aantal meldingen, kleine getallen. Volgens het Openbaar Ministerie is daar een goede verklaring voor: er is één Kamerlid dat slachtoffer is van verreweg de meeste bedreigingen: Geert Wilders, voorman van de PVV en sinds vele jaren doelwit van islamitische geestelijken uit het buitenland.
Het is niet duidelijk of Wilders het afgelopen jaar vaker is bedreigd of dat hij zich heeft voorgenomen sneller naar de politie te stappen. Feit is wel dat zijn aangiftes zelden tot vervolging door het Openbaar Ministerie leiden. Een woordvoerder van het OM zegt dat ‘alle 889 zaken één voor één’ zijn bekeken en beoordeeld. Maar het grote probleem is dat bijna zeshonderd van die 889 strafbare bedreigingen uit landen kwamen waar Nederland geen rechtshulpverdrag mee heeft.
Wilders ligt vooral onder vuur in Pakistan. In april dit jaar riep een extremistische islamitische leider uit dat land in een filmpje Nederlandse moslims op de PVV’er te doden. Hij sprak – opnieuw – een fatwa uit tegen Wilders, wat de politicus een serie nieuwe doodsbedreigingen opleverde. Minister van justitie Dilan Yesilgöz maakt zich zorgen over ‘de verwerpelijke en gevaarlijke teksten die Wilders weer over zich heen krijgt’. “In Nederland staan wij voor de vrijheid van onze volksvertegenwoordigers. En we zullen deze vrijheid altijd beschermen en verdedigen.”
Geen samenwerkingsverdrag met Pakistan
Veel meer dan het uitspreken van afschuw kan Nederland niet. Oproepen aan Pakistan om mee te werken aan de vervolging van onderdanen leiden steevast tot niets, aangezien er tussen beide landen geen enkel samenwerkingsverdrag bestaat. Het Openbaar Ministerie rest in die gevallen niets anders dan stilleggen van het onderzoek.
Toch dient op 29 augustus dit jaar in de rechtbank op Schiphol een strafzaak tegen een 37-jarige Pakistaan vanwege het bedreigen van Geert Wilders. De man wordt ervan verdacht dat hij in 2018 in een filmpje 21.000 euro heeft uitgeloofd voor het doden van de Nederlandse politicus. Het OM verdenkt hem van poging tot uitlokking van moord, opruiing en bedreiging.
Nederland heeft Pakistan gevraagd mee te werken aan de zaak, in de hoop dat de man wordt uitgeleverd aan Nederland. De kans daarop is nihil. Toch zet justitie deze specifieke zaak door. De verdachte is een bekende in het land, het gaat om een cricketspeler met aanzien en een grote achterban. Voor het Openbaar Ministerie is het zonneklaar dat deze man de bedreiging heeft geuit, hij is geïdentificeerd op beeld.
Wat ook meespeelt: de sporter staat ‘internationaal gesignaleerd’, zoals dat officieel heet. Dat betekent dat hij kan worden gearresteerd als hij naar het buitenland reist. De verdachte zou in theorie kunnen worden aangehouden in een land waar Nederland wél een uitleveringsverdrag mee heeft.
Hulde aan het OM
De strafzaak tegen deze Pakistaan heeft nog een ander belang. Wilders verwijt justitie herhaaldelijk dat zijn honderden aangiftes niet serieus genomen worden, dit aanstaande proces is daar impliciet een antwoord op. De PVV-leider twitterde destijds: ‘Hulde aan het OM’.
Deze zaak past ook in het voornemen van het Openbaar Ministerie om zoveel mogelijk signalen af te geven dat doodsbedreigingen tegen politici niet getolereerd worden. In het verleden werden dit soort zaken nog weleens afgedaan met een schikking, achter de schermen. Tegenwoordig is het streven om iedere meerderjarige verdachte in een openbare zitting voor de rechter te brengen, zodat de buitenwereld meekrijgt welke impact deze dreigementen hebben op de samenleving en op de politici in het bijzonder.
Toch stranden vele onderzoeken omdat de daders zich verschuilen achter pseudoniemen op sociale media. Voor het Team Bedreigde Politici is het achterhalen van de identiteit een ingewikkeld en tijdrovend proces. Rechercheurs willen bijvoorbeeld weten waar een verdachte zich bevond op het moment dat hij (of zij) online was om dat ene haatbericht te plaatsen. En dan is medewerking van Twitter, Instagram en Facebook essentieel.
De samenwerking tussen de opsporingsdiensten en de grote bedrijven is volgens het OM op dit moment redelijk, maar er zijn ook periodes dat het meer dan stroef verloopt. Politie en justitie kunnen bepaalde informatie wel vorderen, maar als Twitter en Instagram volharden in hun weigering, zit daar geen enkele consequentie aan. En dan loopt het strafrechtelijk onderzoek dood.
De vijf mannen die afgelopen maandag voor de rechter verschenen, hadden hun dreigementen voornamelijk via sociale media verspreid. Het lukte de politie om hun identiteit te achterhalen, met als gevolg dat een 56-jarige Hagenaar moest toegeven dat zijn bericht op Instagram (‘Laten we hopen dat binnenkort een Nederlandse Breivik opruiming gaat houden in de nazi zwijnenstal die we kennen als het Binnenhof’) niet door de beugel kon. Het leverde hem een voorwaardelijke celstraf van twee weken en een werkstraf van zestig uur op. Het OM is tevreden over deze uitspraak en hoopt – al dan niet tegen beter weten in – dat het anderen afschrikt hetzelfde te doen.
Lees ook:
Ook provinciale politici hebben last van intimidaties en bedreigingen
Lange tijd opereerden Statenleden in de luwte, maar aan de vooravond van de verkiezingen wordt duidelijk dat ze veelvuldig worden lastiggevallen.
Kamerleden doen hun verhaal: continue intimidatie en bedreigingen, in Den Haag én thuis
De wereld waarin politici werken is vijandiger geworden. Aan Trouw vertellen Kamerleden wat zij doormaken, niet alleen op het Binnenhof, maar ook in hun privé-omgeving. Het beïnvloedt hun functioneren en ondermijnt de democratie.