Cecilia Perez (66) werkte dik dertig jaar met slachtoffers van huiselijk geweld. Ze zag in die tijd de aanpak van huiselijk- en eergerelateerd geweld drastisch veranderen: praten met de pleger hoort er nu óók bij. Deze maand gaat ze met pensioen, een terugblik.
Eén keer maakte ik mee dat een meisje zich na de eerste klap direct bij ons meldde. Ze was zo geschrokken. Meestal is huiselijk geweld veel langer gaande voordat iemand zich meldt. Ik heb vrouwen geholpen die al veertig jaar mishandeld werden. Het meisje dat na één klap kwam, heeft haar relatie verbroken en is teruggegaan naar Noord-Amerika, waar ze vandaan kwam.
“Ik ben ook Amerikaan, maar dan Zuid-Amerikaan. Ik ben geboren in Chili. 41 jaar geleden kwam ik naar Nederland, ik ben getrouwd met een Nederlander. Het was voor mij een cultuurshock. Vooral het individualisme viel me op. Ik kwam uit een wij-cultuur. Mensen hier praten over mijn recht, mijn leven. Waar ik vandaan kom, gaat het over ons recht, ons leven.
“Voor ik naar Nederland verhuisde, werkte ik bij de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Midden-Amerika. Het lukte me niet om hier een baan te vinden op dat gebied, dus ging ik in de vrouwenopvang werken. De vrouwen die daar zitten zijn ook vluchtelingen. Ze vluchten voor hun partner.
We spreken met iedere betrokkene bij het geweld, dus met de kinderen en ook met degene die mishandelt
“De eerste dag als vrijwilliger bij het blijf-van-mijn-lijfhuis in Zaanstad kwam ik een ruimte binnen waar vrouwen rond een tafel koffie zaten te drinken. Een van die vrouwen sprong op toen ze me zag. Ze schrok zich te pletter. Ze bleek de moeder van een klasgenoot van mijn zoon te zijn. Ze dacht dat ik haar kwam halen. Ik heb haar ervan moeten overtuigen dat ik kwam om te werken en dat ik niemand zou vertellen dat ze daar zat.
“Vrouwen in de opvang zitten daar voor hun veiligheid. Niet alleen vrouwen, trouwens. We vangen ook mannen op die worden mishandeld door hun partner. Mensen krijgen nog steeds wel eens de slappe lach als ik dat vertel. Maar Nederland heeft vier speciale opvangplekken voor mannen en die zitten bijna altijd tjokvol.
“Er staan nog wel eens partners voor de deur die op zoek zijn naar hun man of vrouw. Vroeger hadden blijf-van-mijn-lijfhuizen geheime adressen, nu niet meer. De benaming is ook veranderd, tegenwoordig hebben we het over vrouwenopvang. We zijn anders gaan werken. Vroeger spraken we alleen met de vrouwen. Nu werken we systeemgericht, zoals we dat noemen. We spreken met iedere betrokkene bij het geweld, dus met de kinderen en ook met degene die mishandelt. Wil je de dynamiek van een gewelddadige relatie begrijpen, zodat je het geweld kunt doorbreken, dan moet je ook die kant horen.”
Als vrouwen dat gesprek aangaan met hun man, is dat ontzettend krachtig.
“Het is niet goed de vrouw enkel te zien als slachtoffer. Dat is als je het mij vraagt ook niet de goede benaming. Je bent betrokken bij een relatie. Daarmee zeg ik absoluut niet dat je schuld hebt aan het geweld. Maar het helpt door samen te kijken: waar komt de dynamiek tussen twee personen vandaan? En hoe kunnen we die veranderen? Als vrouwen dat gesprek aangaan met hun man, is dat ontzettend krachtig. Net als dat ik het ook krachtig vind als een vrouw hulp zoekt.
“Nederland is vooruitstrevend in deze aanpak. Ik ben betrokken bij het opzetten van een vrouwenopvang in Nicaragua. Ik vertelde daar dat ik in Nederland gesprekken had met de plegers. Ze dachten dat ik gek was. Ik wil het trouwens niet romantiseren. Mannen en vrouwen die in de opvang zitten, zijn in gevaar. Veiligheid is het allerbelangrijkste, daarna komt pas de hulpverlening.
“Het is een gegeven dat een deel van de mensen dat hier zit teruggaat naar hun gewelddadige partner. Voordat we systeemgericht werkten, gebeurde dat zonder begeleiding. Ze verdwenen gewoon uit ons beeld. Sommigen kwamen later terug.
“Zolang een vrouw diep van binnen nog niet de beslissing heeft genomen om te vertrekken, zal ze terugkeren naar haar man. Soms is het omwille van de kinderen, soms is ze er nog niet aan toe de relatie de rug toe te keren, of om een zelfstandig leven op te bouwen. Mensen zoeken een romantisch ideaal. Je wordt verliefd op elkaar, je gaat samen leuke dingen doen, naar de bios, uit eten. Langzaam krijgt de partner meer controle.
“Dan valt de eerste klap. Hij heeft spijt. Hij zegt: ik hou van jou, hij huilt. Hij zegt: ik heb het gedaan om dat jij mij triggerde. Dan volgt er weer een tijd met romantiek, de relatie lijkt weer even zoals in het begin. Tot het weer gebeurt.
Het is tijd dat we hard gaan werken aan mannenemancipatie
“Bij sommige mannen speelt mee dat ze hun vrouw willen controleren. Je bent van mij en van niemand anders, dat idee. Het patriarchaat bestaat ook in Nederland. Het is minder zichtbaar dan in Zuid-Amerika waar ik vandaan kom. Maar het bestaat wel.
“Het is tijd dat we hard gaan werken aan mannenemancipatie. We hebben veel aandacht besteed aan de emancipatie van de vrouw. Maar de man is achtergebleven. Sommige mannen denken nog altijd dat ze zich op een bepaalde manier moeten gedragen ten opzichte van een vrouw, dat ze mee moeten doen aan de machocultuur.
“Sinds 2006 hou ik me niet alleen bezig met huiselijk geweld. Ik ben zorgcoördinator van het Meldpunt Eergerelateerd Geweld. Dat is echt een andere tak van sport. Het heeft met zedelijkheid te maken, met eer. De dreiging komt niet van één persoon, zoals bij huiselijk geweld, maar van de hele familie.
“Mijn aandacht voor eergerelateerd geweld begon bij twee zusjes, hoogopgeleide meiden. Ze dreigden uitgehuwelijkt te worden aan twee neven in het land van herkomst. Dat wilden ze niet. Ik ben gesprekken aangegaan met de ouders, met de familie. Dat heeft wel anderhalf jaar geduurd. Met een goede uitkomst. Het terrein was helemaal nieuw, voor mij en voor de politie waarmee ik samenwerk.”
Het gaat niet altijd om naakfoto’s, soms is het ook een foto zonder hoofddoek
“De laatste tijd is de aandacht voor eergerelateerd geweld weer wat naar de achtergrond geschoven. De focus ligt meer op huiselijk geweld en kindermishandeling. Terwijl ik juist nu heel veel zie gebeuren via sociale media. Iemand, meestal meisjes, maar soms ook jongens, wordt gechanteerd vanwege een foto of filmpje. De beelden dreigen doorgestuurd te worden. Het gaat niet altijd om naakfoto’s, soms is het ook een foto zonder hoofddoek.
“Ik hoor veel vooroordelen over eergerelateerd geweld. Het is niet alleen een allochtonenprobleem. Het speelt ook bij Nederlandse gezinnen, zoals bij woonwagenbewoners, op de bible belt, bij hooligans. Het gaat om groepen die stevige normen en waarden hebben, die allerlei codes kennen over hoe je je dient te gedragen.
“Tijdens mijn workshops hoor ik vaak: ‘bij ons gebeurt dat niet’. Dan vraag ik verder. Vaak aan de hand van mijn persoonlijke verhaal. Dan zeg ik: ik heb een zoon, die is niet besneden. Stel dat jouw dochter en hij verliefd worden. Wat zou je daarvan vinden? Dan ontstaat er een gesprek over normen en waarden, over eer, over cultuur.
Je kunt je dochter kwijtraken of weer in de armen sluiten. Wat wil je?
“Je hebt er niets aan om te zeggen: we wonen in Nederland en hier doen we het zo. Het heeft veel meer zin om echt te proberen te begrijpen wat erachter zit. Dat je zegt: ik kan begrijpen waarom je vasthoudt aan de normen en waarden van de plek waar je vandaan komt, of waar je mee bent opgevoed. Maar kijk ook hoeveel verdriet dit kan brengen. Je kunt je dochter kwijtraken of weer in de armen sluiten. Wat wil je?
“Ik vind dat inleven helemaal niet lastig. Ik vind het mooi als iemand openstaat voor een gesprek. Dan vraag ik een moeder: hoe ging dat vroeger bij jou? Ben je ook uitgehuwelijkt? Hoe heb je dat ervaren?
“Het is een illusie om te denken dat ik zelf geen vooroordelen heb. Er kwam een keer een meisje bij mij dat slachtoffer was van exposing, er was een video verstuurd naar haar familie. Ze kwam hier met haar moeder. Een heel gelovige vrouw met een hoofddoek. Dus ik dacht: die is waarschijnlijk conservatief. Mijn eigen vooroordeel. Die moeder zei: ‘Ik ben heel gelovig, maar wat andere mensen zeggen en denken en de normen en waarden van het geloof interesseren mij op het moment niet. Het is mijn dochter. En ik moet mijn dochter verdedigen’.
“Die woorden raakten mij. Ze hebben me altijd geïnspireerd om mijn werk te doen. Ik heb ze vanmorgen ook gebruikt in mijn afscheidsbrief aan mijn collega’s bij Blijf Groep. Ik ga met pensioen, na 31 jaar. Ik heb nog zoveel te doen. Dit werk is nooit af.”
Het aantal trajecten vanwege eergerelateerd geweld neemt af
Het Meldpunt Eergerelateerd Geweld van de Blijf Groep bestaat sinds 2008. Het meldpunt is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met bedreiging of mishandeling vanwege de familie-eer. Er hoeft geen sprake te zijn van geweld, ook zaken als gedwongen uithuwelijken of iemand die van zijn of haar familie niet mag scheiden, worden er behandeld.
De laatste jaren neemt het aantal hulptrajecten dat is gestart na een melding af, blijkt uit cijfers van Blijf Groep. Werd in 2017 nog 246 keer hulp verleend aan een slachtoffer van eergerelateerd geweld, bijvoorbeeld in de vorm van opvang of bemiddeling, in 2018 was dat aantal gedaald tot 184. En vorig jaar ging het nog om 129 trajecten.
Lees ook
Als je door de coronacrisis binnen moet blijven in een huis vol geweld
Deskundigen waarschuwen dat er door de coronamaatregelen waarschijnlijk meer huiselijk geweld plaatsvindt. Uit het aantal meldingen blijkt dat nog niet. Is er een onzichtbaar drama gaande achter voordeuren?
Een vrouw loopt thuis nog altijd het meeste gevaar
Trouw bracht van één jaar alle zaken in kaart waarin een vrouw werd gedood door haar levenspartner of ex-partner. Zulk geweld is nog altijd een van de meest voorkomende levensdelicten.