null

Onderwijs

Bodhi ging liever naar het mbo dan te blijven zitten in havo 4. ‘Hier doe ik waar ik goed in ben’

Beeld idris van Heffen

Veel meer havo- en vwo-leerlingen stapten dit schooljaar over naar het mbo, en de groei lijkt door te zetten. Het is gissen naar de oorzaak: de coronalockdowns, emancipatie van het mbo, of meer vastlopers in het voortgezet onderwijs?

Laura van Baars

Hij zou in 4 havo blijven zitten, maar zover kwam het niet: Bodhi Valentijn (17) maakte de overstap naar het mbo. En zo waren er nog wel wat klasgenoten die het praktische mbo verkozen boven afronding van de havo. “Ik ging doen wat ik toch al wilde: de chemie in.” Bodhi studeert nu laboratoriumtechniek aan het Scalda in Vlissingen.

Aan het mbo beginnen jaarlijks zo’n 150.000 studenten. Dit studiejaar zagen mbo-opleidingen bijna 35 procent meer havo- en vwo-leerlingen zonder diploma instromen: 6200 studenten, ten opzichte van 4600 in het studiejaar 2021-2022. Dit blijkt uit cijfers van de MBO Raad. De cijfers zijn niet uitgesplitst naar havo of vwo afzonderlijk.

Zorg, welzijn en sport zijn populair

Voor komend jaar is zicht op een verdere stijging. Landelijke cijfers ontbreken nog, maar ROC Midden Nederland ziet in de aanmeldingen dat de groei doorzet. Projectleider Mireille Aalfs: “Vooral de opleidingen zorg, welzijn en sport zijn populair.”

Ook op het Rotterdamse mbo Albeda komen meer havo- en vwo-leerlingen binnen, ruim 50 procent. “Ze kiezen voor opleidingen tot muzikant/producer, podiumtechniek of doktersassistent”, zegt een woordvoerder.

Havo- en vwo-leerlingen hebben geen diploma nodig om naar het mbo te mogen; een overgangsbewijs naar de vierde klas is voldoende. Voor veel leerlingen die de mbo-route hebben gekozen, is het in de vierde klas van havo of vwo spaak gelopen. In plaats van zittenblijven kiezen ze voor een overstap.

‘Een heel nieuw gegeven’

De ontwikkeling is voor de koepel van middelbare scholen VO-Raad “een heel nieuw gegeven, waar wij ook recent kennis van hebben genomen”, zegt een woordvoerder. “Het is daarom op dit moment speculeren over de oorzaak.”

De lockdowns zullen zeker een rol spelen, stelt de VO-Raad. De jongeren die nu net begonnen zijn op het mbo hebben, net zoals Bodhi, de tweede, derde en vierde klas grotendeels in lockdown doorgebracht. Achter het scherm was het lastig concentreren, zeker theoretische kennis vond Bodhi lastig. “Mijn ontwikkeling stond maandenlang stil”, zegt hij. “Maar je werd wel getoetst.”

Niet verwonderlijk steeg het aantal zittenblijvers in het voortgezet onderwijs de laatste twee schooljaren. Bijzonder hoogleraar en mbo-adviseur Marc van der Meer sluit niet uit dat havo- en vwo-leerlingen na de teleurstelling van de coronaperiode een nieuwe uitdaging nodig hebben. “Het mbo is dan een goede optie: kleinschalige klassen, goede zorg en veel praktijklessen.”

‘Zo veel meer zelfstudie’

Maar corona is volgens Bodhi niet de enige verklaring. De overgang van havo-3 naar havo-4 was sowieso een enorme stap: “Zo veel meer zelfstudie”. En dat is precies wat Aalfs terughoort bij de intake van havisten op het mbo: “Het verschil in taalgebruik en de manier van werken tussen havo-3 en havo-4 blijkt voor sommige leerlingen té groot.”

Louise Elffers, bijzonder hoogleraar kansengelijkheid in het onderwijs (UvA), deelt die analyse. “In de bovenbouw wordt de havo nog theoretischer en dat is lang niet altijd de beste manier van leren en werken voor leerlingen.”

Op het ROC Midden Nederland zette Mireille Aalfs het ‘talentenprogramma voor havisten’ op. Leerlingen van havo- 4 en -5 kunnen hier kennismaken met het mbo en meer over hun eigen interesses te weten komen. Wie zich hier onder anderen melden, zijn leerlingen van het vmbo-t en -g. Zij mogen sinds 2020 doorstromen naar de havo zonder dat aanvullende eisen worden gesteld, zoals een hoog gemiddeld cijfer.

“Ouders en leerlingen kiezen voor havo omdat ze vaak denken dat die route beter is”, zegt Aalfs. “Maar dat pakt niet altijd goed uit, en die leerlingen komen dan alsnog naar het mbo.”

‘Emancipatie van het mbo’

Elffers vindt de ontwikkeling gunstig voor het mbo en sectoren die zitten te springen om mbo-gediplomeerden . “Goede baankansen in bepaalde sectoren spelen vast een rol.” Van der Meer denkt dat de ‘emancipatie van het mbo’, waar veel geld geïnvesteerd is in een aantrekkelijke leeromgeving, vruchten afwerpt, in weerwil van een algemene daling van de studentenaantallen.

De mbo’s hebben het er druk mee. Zittenblijven is volgens Aalfs vaak toch een domper. “Wij doen hier erg ons best om studenten weer zelfvertrouwen en perspectief te geven.” Ook een woordvoerder van het Albeda erkent: “Het kost ons veel tijd en energie om iedere student de juiste zorg te bieden.”

In Vlissingen is dat gelukt, zegt Bodhi: “Ik doe hier precies waar ik goed in ben.”

Lees ook:

Van investeerder naar kok: Olivier (29) verkiest een vakopleiding boven de universiteit - en hij is niet de enige

Fotograaf Vivian Keulards zocht vier studenten op die universiteit of pabo inruilden voor een toekomst als bakker, timmerman of instrumentmaker. Een hbo- of universitaire studie is echt niet zaligmakend, schrijft onderwijsredacteur Joost van Egmond: kies voor een mooi, praktisch beroep als je daar gelukkig van wordt.

Nederland telt nu meer hoger dan middelbaar opgeleide werknemers

‘Hoger opgeleid’ is de norm geworden in Nederland. Mensen met een afgeronde hbo- of wo-opleiding zijn inmiddels de grootste groep werknemers. Met een pijnlijk tekort aan middelbaar opgeleiden als keerzijde.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden