Hoger beroep
Beurspromovendi zijn toch werknemers, oordeelt gerechtshof
Het UMC Groningen had zijn zogeheten beurspromovendi moeten behandelen als reguliere werknemers. En dus dienen de promovendi een schadeclaim in bij het academisch ziekenhuis.
Het UMC Groningen (UMCG) moet 44 promovendi compenseren voor gemiste inkomsten. De zogeheten beurspromovendi zijn namelijk ten onrechte niet aangemerkt als werknemers van het academisch ziekenhuis, oordeelde het gerechtshof in hoger beroep. Daardoor liepen zij bijvoorbeeld vakantiegeld, eindejaarsuitkeringen en pensioenheffingen mis. Ook was hun salaris lager dan dat van werknemers in loondienst.
Schadeclaim van een half miljoen euro
Het medisch centrum nam tussen 2016 en 2018 enkele tientallen jonge onderzoekers aan op een promotiebeurs. Die beurs werd weliswaar betaald door het UMCG, maar de promovendi konden daar geen werknemersrechten aan ontlenen. In ruil daarvoor kregen de promovendi volgens het UMCG meer vrijheden dan ‘normale’ werknemers: zo hoefden zij bijvoorbeeld geen onderwijs te geven en konden ze zich dus meer storten op hun promotieonderzoek.
Het gerechtshof oordeelt nu dat de promovendi feitelijk tóch een werknemersrelatie hadden met het ziekenhuis. Dat maakt de weg vrij voor een schadeclaim voor gemiste inkomsten. Zo’n claim kan het UMCG een half miljoen euro kosten, schrijft het Groningse studentenblad UKrant. Het UMCG houdt het zelfs op ‘miljoenen’. Het academisch ziekenhuis kan nog in cassatie gaan tegen de uitspraak.
Verstrekkende gevolgen
“We zijn ontzettend blij en opgelucht met deze uitspraak”, zegt Anneke Kastelein, voorzitter van Promovendi Netwerk Nederland (PNN). Die belangenorganisatie maakt zich al langer hard voor gelijke behandeling van beurspromovendi. “Het UMCG betoogde altijd dat de relatie tussen beurspromovendi en het ziekenhuis vrijblijvend was. Maar in de praktijk werkten zij gewoon voor een onderzoeksgroep en indirect voor het UMCG. Net als ieder ander moesten ze bijvoorbeeld verantwoording afleggen aan een leidinggevende.”
De uitspraak heeft mogelijk ook verstrekkende gevolgen voor de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Die heeft namelijk nog veel meer beurspromovendi aangenomen dan het UMCG, in totaal zo’n 1500. En ook die morren. In 2020 bleek uit een enquête van PNN dat liefst 75 procent van de ondervraagde beurspromovendi liever in loondienst zou werken.
Kastelein zegt de uitspraak ‘te bestuderen’ en kan nog niet zeggen of het reden is om ook de RUG voor de rechter te dagen. Vanaf 2024 komt overigens definitief een eind aan het experiment, en zal zowel de RUG als het UMCG geen nieuwe beurspromovendi meer aannemen.
Ook buitenlandse beurspromoties onder vuur
De laatste tijd liggen ook promotiebeurzen voor buitenlandse studenten steeds meer onder vuur. Zo zijn er op Nederlandse universiteiten ruim 1900 promovendi actief met een Chinese overheidsbeurs. Zij moeten rondkomen van 1350 euro per maand, ver onder het Nederlandse minimumloon, en trouw zweren aan de communistische partij. Nederlandse universiteiten zijn daarom steeds terughoudender met het toelaten van Chinese promovendi, meldde Trouw afgelopen maandag.
Lees ook:
Universiteit weert vaker promovendus met beurs uit China
Nederlandse universiteiten zijn steeds terughoudender met het toelaten van Chinese beurspromovendi. Het ministerie van onderwijs start een onderzoek naar de risico’s van de beurs die gefinancierd wordt door de Chinese overheid.