Bagatellisering
Antisemitisme op scholen is toegenomen. Oorzaken: voetbal en Israëlisch-Palestijns conflict
Bagatellisering van de Holocaust komt voor op scholen. Voetbal en Israël zijn vaak de bron van grievende antisemitische uitspraken. Dit concludeert de Anne Frank Stichting.
Antisemitisme in het voortgezet onderwijs is in 2022 iets toegenomen ten opzichte van 2013. 42 procent van de docenten was afgelopen jaar een of meerdere keren getuige van een grievende antisemitische opmerking of voorval, blijkt uit onderzoek van bureau Panteia in opdracht van de Anne Frank Stichting. In 2013 was dat 35 procent. Meestal wordt gescholden met ‘Joden’ in verband met een voetbalwedstrijd. Op scholen met veel Marokkaans- en Turks-Nederlandse leerlingen hangt antisemitisme in toenemende mate samen met het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Het onderzoek van de Anne Frank Stichting is vanwege de coronapandemie twee jaar uitgesteld en komt nu – per toeval – op een opmerkelijk moment. Twee weken geleden baarde een omstreden onderzoek van de Amerikaanse Claims Conference nog opzien. Dat stelde dat een kwart van de Nederlandse jongeren tussen de 18 en 40 jaar vindt dat de Holocaust sterk overdreven wordt (17 procent) of een mythe is (6 procent). Op de onderzoeksmethode ontstond kritiek, die de Claims Conference niet kon of wilde weerleggen.
De Anne Frank Stichting wijst erop dat de resultaten van de twee onderzoeken lastig met elkaar vergeleken kunnen worden: “Het onderzoek van Claims Conference keek naar kennis en opinies over de Holocaust onder Nederlanders. Ons onderzoek kijkt naar antisemitische incidenten in het voortgezet onderwijs”, zegt een woordvoerder. “Dat betekent dat er naar verschillende zaken is gekeken binnen een verschillende onderzoeksgroep. Wij zien in ons onderzoek wel een echo van het signaal van de Claims Conference. De trend is al langere tijd duidelijk: kennis en bewustwording van de Holocaust nemen af.”
Het gaat steeds om verbaal geweld
Wat betreft het bagatelliseren van de Holocaust stelt 12 procent van de docenten dit een of enkele keren per jaar waar te nemen, 2 procent maandelijks. Op een schaal van 1 tot 10 beoordelen de docenten de ernst van de incidenten met een 4,1. Het gaat steeds om verbaal geweld; van bedreiging of vernieling wordt vrijwel geen melding gemaakt.
De Anne Frank Stichting liet ook onderzoeken hoe vaak grievende opmerkingen gemaakt worden over de islam en de lhbti+-gemeenschap. Die percentages zijn veel hoger, respectievelijk 65 en 82 procent. Anders dan van Joden, nemen de beledigingen van deze groepen wel iets af sinds 2013.
Antisemitische opmerkingen worden in de helft van de gevallen gemaakt door (vooral) jongens met een westerse achtergrond. De opmerkingen van deze daders hangen vaak samen met voetbal. De opmerkingen die samenhangen met het Israëlisch-Palestijns conflict, komen vaker van jongens van vooral Marokkaans-Nederlandse afkomst. Zij zijn met 20 procent onder de daders oververtegenwoordigd. 29 procent van de docenten ziet dat antisemitisme op school is te herleiden op het Midden-Oosten, dat was in 2013 nog 20 procent.
De beledigingen hebben bijna altijd betrekking op de ‘groep’ Joden. Het aantal individuen dat zei emotionele schade te hebben opgelopen door antisemitisme daalde sinds 2013 van 23 naar 13 procent.
Complotdenkers weinig invloed
De Anne Frank Stichting is zich er naar eigen zeggen van bewust dat geopolitieke ontwikkelingen van invloed zijn op vreemdelingenhaat. Wat daarom positief verrast, aldus de onderzoekers, is dat de coronapandemie (die door sommige complotdenkers antisemitisch werd geduid) op middelbare scholen nauwelijks tot anti-Joodse geluiden heeft geleid.
Het onderzoek van de Anne Frank Stichting en onderzoeksbureau Panteia is een vervolg op het onderzoek uit 2013. Daarnaast is het deels een herhaling van het onderzoek uit 2004 van Research voor Beleid naar agressie en geweld in het onderwijs. De docenten zijn online bevraagd. In totaal hebben 432 respondenten de enquête ingevuld. Dit is fiks minder dan de 937 docenten die de enquête in 2012 invulden. Desondanks acht Panteia de gewogen respons groot genoeg om een representatieve uitspraken te kunnen doen.
Lees ook:
Hoe een Holocaust-onderzoek zo omstreden kon raken: ‘Het blijft omgeven door vaagheid’
Het schokkende Holocaust-onderzoek van vorige week is in opspraak geraakt. Nederlandse onderzoekers hebben vragen. De Amerikanen achter de peiling denken dat Nederland het beest niet in de bek durft te kijken.