InterviewGGD-directeur
André Rouvoet: Laat onze GGD-specialisten hun werk doen
André Rouvoet begon vorige maand als voorman van de GGD. Hij stoort zich aan de politiek, die zich volgens hem te veel met de uitvoering het GGD-werk bemoeit. “Dat gebeurde bij de artsen op de intensive care niet.”
Kom bij André Rouvoet niet aan met kritiek op de GGD’en, ook niet nu de teststraten weer uitpuilen. “Wij hebben steeds geleverd, en verdraaid rap ook”, zegt de kersverse voorzitter van GGD-GHOR, de koepel van de 25 regionale GGD’en.
Rouvoet (58) begon op 1 augustus, midden in de coronacrisis, aan zijn nieuwe baan. “Het was meteen de mouwen opstropen en gaan”, vertelt hij via een onlineverbinding. Eerder was hij namens de ChristenUnie minister van jeugd en gezin in het vierde kabinet-Balkenende en daarna voorzitter van de koepel van zorgverzekeraars.
Hij kent de GGD vanuit die functies, maar ook via zijn vrouw, die als er als arts werkt. Tot dusver was het Sjaak de Gouw, directeur van de GGD Hollands-Midden, die namens de GGD’en het woord voerde in coronatijd. Nu treedt ook Rouvoet naar buiten.
Hoe kan het dat de wachttijd in de teststraten weer oploopt?
“Wij zien dat steeds meer mensen zonder symptomen zich laten testen. En we kampen met een gebrek aan capaciteit bij de laboratoria. Die bal ligt niet bij ons: het is het ministerie van volksgezondheid dat daar testcapaciteit inkoopt.”
De GGD’en werden eerder deze zomer verrast door de snelle toename van het aantal besmettingen. Hoe kon dat? Daarop konden ze zich toch sinds mei voorbereiden?
“Deze crisis is anders dan andere crises waarbij de GGD betrokken was, zoals de vuurwerkramp in Enschede of de brand in café Het Hemeltje in Volendam. Die waren regionaal, en daarbij was het twee of drie weken alle hens aan dek en daarna terug naar normaal.
“Toch stonden de eerste teststraten er binnen twee weken. Er zijn ontzettend veel mensen opgeleid. Er is een landelijk nummer gekomen, de ICT is ingericht, de labs zijn aangehaakt. Sinds 1 juni worden alle mensen met klachten getest en iedereen met een positieve test heeft een bron- en contactonderzoek gekregen. Dat zie ik een aantal overheidsorganisaties ons niet nadoen. Als je nu het landelijke nummer belt voor een coronatest, dan word je binnen een halve minuut geholpen. Dat lukt je bij de Belastingdienst niet.”
Ik heb toevallig gisterochtend een testafspraak gemaakt. Twee keer werd de verbinding verbroken vanwege de drukte, en daarna stond ik 24 minuten in de wacht.
“Ja, die signalen ken ik ook. In de ochtend is het lastiger is om een afspraak te maken. We moeten blijven verbeteren, want het zou maar net een kwetsbare oudere zijn die dat overkomt. Maar over het geheel gezien vind ik dat de GGD’en een prestatie van ongekend formaat hebben geleverd.”
Wat is u opgevallen sinds uw start?
“Ik vond altijd dat de GGD’en zichtbaarder konden zijn. Nu staan ze in het brandpunt van de belangstelling. De samenwerking met de minister is uitstekend. Maar mijn oproep aan de politiek, en ook aan minister Hugo de Jonge, is: jullie hebben ons een opdracht gegeven, wij voeren die uit. Ga niet op elk detail van de uitvoering zitten. De artsen infectieziektebestrijding zijn specialisten. Zij moeten de ruimte krijgen om hun werk te doen. Tijdens de eerste fase van de crisis keken we op de intensive care ook niet met z’n allen met de artsen mee om ons te bemoeien met de lengte van de behandeling.”
Gebeurt dat bij de GGD wel?
“Dat dreigt te gebeuren als er steeds nieuwe wensen komen over waar en wanneer er getest moet worden, hoe lang het bron- en contactonderzoek mag lopen. Neem de kritiek op Rotterdam en Amsterdam. De GGD’en daar hebben bij het bron- en contactonderzoek tijdelijk aan mensen gevraagd om zelf hun contacten te bellen. Dat was tijdens een piekmoment van enkele dagen, met instemming van het RIVM. Met iedereen die besmet was, was wel telefonisch contact. Met die werkwijze lijkt me niet zoveel mis. Onze specialisten kunnen die risico-inschatting maken.”
Is er de afgelopen jaren te veel op de GGD bezuinigd?
“Trouw schreef eerder: ‘Help, de GGD verzuipt!’ Dat vatte de situatie goed samen, naar de beleving van veel mensen bij de GGD’en. We moeten roeien met de riemen die we van de gemeenten krijgen, en die zijn er de laatste twintig jaar niet beter op geworden. Nu moeten wij de strijd met een virus voeren. Dat extra werk wordt betaald door de minister. Maar het gaat ook om de structuur en infrastructuur van de GGD’en: heb je voldoende eigen mensen in huis, of moet je die van buiten invliegen?
“We moeten structureel de positie van de publieke gezondheid verbeteren. Over een jaar of twee hebben we misschien een nieuwe gezondheidscrisis. Oud-wethouder Jantine Kriens schreef in een opiniestuk in Trouw dat gemeenten nu eenmaal geld nodig hebben voor wegenonderhoud en lantaarnpalen, en dat ze alleen maar kunnen bezuinigen op jeugdzorg en infectieziektebestrijding. Ik draai het om: ze hebben nu eenmaal geld nodig voor publieke gezondheidszorg, dus moeten ze wel bezuinigen op wegen en lantaarnpalen. Waarom doen we dat niet?”
Lees ook:
GGD’en: Testen zonder klachten werkt averechts
GGD-voorman André Rouvoet vreest dat de teststraat op Schiphol ervoor zorgt dat in het hele land mensen zonder klachten zich sneller laten testen.
Help, de GGD verzuipt! De coronacrisis legt de kwetsbaarheid van de GGD’s bloot
Een grote verantwoordelijkheid rust op de schouders van de GGD’s, die cruciale taken hebben in de strijd tegen het coronavirus. Maar nu het aantal besmettingen stijgt, kraken de GGD’s, net als tijdens de eerste golf. Hoe kan dat? Een profiel van de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten.