Zwangerschap

Allesbehalve op een roze wolk: één op de tien Nederlandse vrouwen kampt met postnatale depressie

null Beeld Ilse van Kraaij
Beeld Ilse van Kraaij

In Nederland heeft 10 procent van de vrouwen na de bevalling last van een postnatale depressie, maar er rust nog steeds een groot taboe op. ‘Er wordt van uitgegaan dat moeders gelukkig zijn.’

Tobiah Palm

Zwanger zijn, een kindje krijgen, een gezin. Het moederschap was iets waar Marieke Jansen (41) haar hele leven naar uit had gekeken. Maar toen ze eenmaal een baby in haar buik had, stroomde ze niet over van liefde en gelukshormonen, straalde ze niet en zat ze al helemaal niet op een roze wolk. Ze was gestrest. Sliep slecht, at weinig.

Bij de geboorte van haar baby ging dat niet over. Ze kreeg, na een ingewikkelde bevalling, last van een postnatale depressie. Net zoals één op de tien Nederlandse vrouwen, blijkt uit onderzoek van het Trimbos Instituut. Bij 9 procent van die gevallen zijn de klachten al aanwezig voordat het kindje is geboren.

“Het grootste probleem is dat de mentale klachten vaak te laat herkend worden”, zegt Trimbos-onderzoeker Tessa van Doesum. “Dat komt allereerst doordat er nog steeds een taboe rust op zwangerschapsdepressie en postnatale depressie. In onze maatschappij gaan we ervan uit dat moeders gelukkig zijn. Daarnaast kan het moeilijk zijn de klachten te herkennen en weten sommige zorgverleners niet waar ze, áls ze het herkennen, de vrouwen naartoe kunnen verwijzen voor hulp.”

Al in de kreukels als een beker melk omvalt

Ook bij Jansen begonnen de klachten al tíjdens de zwangerschap. Ze behoorde, zo noemt de onderzoeker het, tot de ‘risicogroep’: ze had een veeleisende commerciële baan in de zorg, een hond die op sterven lag en ze woonde ver weg van familie en vrienden. Veel stress dus. Ondertussen zorgden haar hormonen voor somberheid en stemmingswisselingen. Ze voelde weinig begrip op werk. Dat versterkte haar klachten.

Tot overmaat van ramp sliep het pasgeboren kindje amper, en zij en haar man dus ook niet. Uiteindelijk moest ze stoppen met werken. Door het slaaptekort en de hormonen kwam alles heel hard binnen. Het was ingewikkeld om onderscheid te maken tussen ‘grote’ en ‘kleine’ problemen – wanneer een beker melk omviel kon ze al in de kreukels liggen.

“Na negen maanden werd ik opnieuw zwanger. Ik werd steeds verdrietiger. Ik had veel liefde voor mijn kinderen, de geboren en ongeboren. Maar ik was mezelf niet meer. Deed alles op automatische piloot. De tweede sliep ook amper, logisch, zo gaat dat met pasgeboren kinderen. Maar hiermee omgaan was lastiger, met name omdat de oudste ook nog vaak nachten wakker was. Ik kreeg buikpijn als een van mijn kinderen wakker werd of huilde.”

Risico’s voor kinderen

Het gezin kwam in de raarste situaties terecht. Terwijl Jansen op een matras in de bijkeuken sliep, de baby in een wiegje naast haar, lag haar man boven met het de oudste. “Van die periode weet ik bijna niets meer, het is een soort roes. Ik kan er eigenlijk nu pas echt over praten.”

De onrust bij de kindjes verbaast onderzoeker Van Doesum niet. “Kinderen nemen onbewust de gevoelens van ouders over. Een depressie heeft veel invloed op de baby. Dat uit zich dan in niet kunnen slapen of veel huilen, bijvoorbeeld”, zegt ze. Maar ook als de kinderen ouder zijn, kunnen psychische problemen van invloed zijn: de kinderen lopen risico op een onveilige hechting.

Soms krijgen ze later zelf psychische problemen, maar niet altijd. En, benadrukt de onderzoeker: “Het is belangrijk om de schuld niet bij de ouder te leggen. Zij doen echt hun best, maar hebben een ziekte waardoor ouderschap nóg uitdagender wordt.”

Jansen voelde zich constant schuldig. Alsof ze faalde, als moeder en als echtgenote. Gelukkig bleef haar man kalm. Hij was er voor de kinderen, en voor haar. “Hij reed ’s nachts soms rondjes in zijn bus met de oudste. Dan viel hij wel in slaap.”

Pas na twee jaar werden haar klachten herkend

Pas twee jaar na de geboorte van haar jongste werden haar klachten herkend, toen ze bij een burn-outcoach liep. Ondertussen was het gezin aan slaaptherapie begonnen voor het jongste kindje. Eindelijk werd duidelijk wat er aan de hand was, en konden ze er iets aan doen.

Door haar ervaringen wil ze zelf graag anderen helpen. Daarom is ze nu slaapcoach voor kleine kinderen geworden. “Samen met een gezin kijk ik naar alle factoren die mee kunnen spelen bij de slaapproblemen. Denk aan depressie bij de moeder, relatieproblemen en fysieke klachten. Door goed samen te werken met de ouders vinden we een manier om de rust terug te vinden.”

Lees ook:

M/V op de divan; waarom de psychiatrie te weinig oog heeft voor sekseverschillen

In de psychiatrie is opvallend weinig aandacht voor verschillen tussen vrouwen en mannen, zegt psychiater Thérèse van Amelsvoort. Daardoor krijgen niet alleen vrouwen, maar ook mannen niet altijd de hulp die het beste voor hen is.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden