Landbouw
Agractie eensgezind: ‘Liever geen akkoord dan een slecht akkoord’
De achterban van boerenorganisatie Agractie staat massaal achter het besluit om niet langer mee te praten over het landbouwakkoord. Maar ze vrezen ook dat andere boerenorganisaties, zoals LTO, wél tekenen. Met alle gevolgen van dien.
De landbouw moet grond inleveren ten faveure van nieuwe natuur. Op gronden rondom natuurgebieden komen beperkingen: geen intensief gebruik meer, of gewasbeschermingsmiddelen. En de nadruk ligt vooral op nieuwe regels en beperkingen, in plaats van dat de boer zélf de regie krijgt over hoe hij bijvoorbeeld doelen voor waterkwaliteit of stikstof behaalt.
Het zijn slechts enkele van de pijnpunten die Agractie-voorman Bart Kemp donderdagavond in een zalencentrum in Putten naar voren bracht. Hij praatte daar de achterban van de boerenactieclub bij over het landbouwakkoord dat minister Pieter Adema (CU) met diverse partijen in en rondom de agrarische sector wil sluiten. Dat akkoord zou de horizon voorbij de stikstofcrisis van nu moeten leggen, en een perspectief voor de toekomst moeten schetsen.
Dat perspectief zag Kemp nog lang niet gloren, na drie maanden praten. “Er was nul komma nul beweging bij het kabinet”, lichtte hij toe. Hij refereerde aan het rapport van stikstofcrisismanager Johan Remkes, die in oktober benadrukte hoe belangrijk herstel van vertrouwen tussen politiek en boeren is. “Maar in plaats daarvan lijkt het overleg vooral bedoeld om de landbouw binnen de lijntjes te laten kleuren van de onhaalbare kaders die het kabinet heeft bedacht.”
Wantrouwen naar LTO
Dat Agractie uit de onderhandelingen is gestapt, kon op unanieme steun van de achterban in de zaal rekenen. Maar daarmee is het landbouwakkoord nog niet van tafel. Andere partijen praten wél door: LTO, de jonge boeren van NAJK en Biohuis doen dat namens de landbouw. Ook provincies, de supermarkten, de verwerkende industrie en natuurkoepel LandschappenNL praten mee.
Vooral de opstelling van LTO baart velen binnen de achterban van Agractie zorgen. LTO is de traditionele belangenbehartiger van boeren. Met een fijnmazig netwerk in het land, en met een lobby in Den Haag die jarenlang diende als stem van de sector. Maar LTO kampt ook met een afkalvend draagvlak: veel boeren vinden dat de organisatie te veel meebeweegt met de overheid.
LTO is ook aan een reeks bijpraatavonden voor leden begonnen. Bij de eerste avond, twee weken geleden in Deventer, klonk inhoudelijk een grotendeels vergelijkbaar verhaal. Ook LTO wil grond voor de landbouw behouden en wil niet met allerlei beperkingen worden geconfronteerd. Maar de LTO-onderhandelaars concluderen dan weer niet dat verder praten geen zin heeft. Sterker nog: ze lijken er vooral op gericht om er toch uit te komen.
“Hoe kan Agractie voorkomen dat LTO toch tekent?” Die vraag werd Kemp letterlijk gesteld vanuit de zaal. Meer dan eens zelfs, in net wat wisselende bewoordingen. “Dat ligt niet op onze weg”, benadrukte Kemp. Hij is zelf geen LTO-lid, in tegenstelling tot een behoorlijk aantal boeren in de zaal. Zij kunnen zich nog laten horen, benadrukte hij. LTO praat immers ook in de zaaltjes haar leden bij, en legt een eventueel akkoord bovendien eerst aan hen voor.
Agractie en LTO, BBB en CDA
Wat in Putten ook opviel: het grote aantal BBB’ers in de zaal. Het laat goed de parallel zien tussen het politieke landschap en het speelveld van de agrarische organisaties. LTO is bijna niet los te zien van het CDA: traditioneel in het centrum van de macht. Maar ook worstelend met een nieuwe realiteit waarin die macht niet meer vanzelfsprekend is.
Agractie heeft op haar beurt veel dwarsverbanden met BBB. Beide kwamen op in tijden van stikstofcrisis en verwierven in korte tijd een groot draagvlak. BBB- en Agractie-spandoeken staan op veel erven gebroederlijk naast elkaar.
En voor beide is het CDA dan wel de LTO een bron van ergernis en een noodzakelijke partner tegelijk. De partij die het altijd geregeld heeft, maar ook steeds vaker bakzeil haalt omdat tijden veranderen en de macht niet vanzelfsprekend is. Maar ook de bondgenoot die misschien toch nog voor hetzelfde wil strijden. In een provinciecoalitie, of door het landbouwakkoord toch níét te tekenen.
Of dat laatste gebeurt, zal de komende weken moeten blijken. De opstelling van Agractie zet bij LTO de druk in elk geval vol op de ketel. Net als de opkomst van de BBB dat bij het CDA doet.
Wie praat er mee?
Hoe moet de Nederlandse landbouw er in de toekomst uitzien? Dat is de hoofdvraag die minister Piet Adema (CU) in het Landbouwakkoord wil beantwoorden. Een gedragen toekomstplan dat voorbij de huidige stikstofcrisis kijkt en een duidelijke richting aanwijst tot aan 2040. En op die manier perspectief biedt voor boeren.
De onderhandelingen over het akkoord begonnen in januari, en lopen vanaf het begin al moeizaam. Er was eerst veel gesteggel over wie er precies mochten meepraten. Uiteindelijk kwamen er zes sectortafels en nog enkele andere overlegorganen die het over een specifiek deel van de materie hebben. En een hoofdtafel die de knopen doorhakt en het akkoord sluit.
Aan die tafel zijn het kabinet, de provincies en drie boerenorganisaties (LTO, NAJK en Biohuis) vertegenwoordigd. Daarnaast praten de supermarkten (CBL), de verwerkende industrie (FNLI) en natuurkoepel LandschappenNL mee. Agractie staakte de gesprekken vorige week. De andere partijen praten wel verder; dat moet binnen enkele weken tot een akkoord leiden.
Lees ook:
Grond groot twistpunt bij landbouwakkoord; spanning neemt door verkiezingsuitslag nog verder toe
Boerenorganisaties vrezen dat er de komende jaren veel landbouwgrond naar natuur gaat. Vooral daardoor verlopen gesprekken met het kabinet over een landbouwakkoord erg moeizaam.