ReportageEnschede
Afghaanse evacués verontwaardigd over noodopvang: ‘Wij zijn geen gewone asielzoekers’
De Afghaanse evacués die in de noodopvang in Enschede wonen zijn diep verontwaardigd over de manier waarop ze worden opgevangen.
Voor het hek van Vliegveld Twente staan twaalf Afghaanse mannen. Het waait, het is guur en de hekken zijn dicht. Hun handen zitten in hun zakken, sommigen hebben een muts op, anderen staan diep weggedoken in de kraag van hun jas, enkelen dragen een mondkapje.
De mannen zijn verontwaardigd, verbolgen. Ze vinden de voorzieningen hier, in de noodopvang op het vliegveld, ver onder de maat. Er zijn te weinig toiletten en douches, zeggen ze, ze slapen met grote gezinnen in een kamer, er is te weinig eten, er gaat geen bus van en naar de noodopvang, de basisschool is alweer dicht omdat de leraren ziek zijn en de middelbare school ligt op twintig minuten fietsen. Maar de meeste kinderen kunnen helemaal niet fietsen.
Met het hele gezin in een kamer
“We slapen met het hele gezin, met zijn vijven, in een kamer”, vertelt Zabihullah Marouf. De mannen staan in een kring, willen allemaal graag hun verhaal doen. Deze groep mannen en hun gezinnen verbleef voorheen in de noodopvang in Heumensoord, bij Nijmegen. Omdat die moest sluiten, verhuisden de Afghaanse evacués naar elders.
Zestien gezinnen kwamen hier terecht, op de noodopvang die de gemeente Enschede moest openen van toenmalig staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (asiel) en minister Kajsa Ollongren (binnenlandse zaken). In totaal is hier plek voor 500 mensen.
Sober kamperen
“Het is afzien”, zegt ook PvdA-fractievoorzitter Yara Hummels over de noodopvang. Zij sliep er, samen met andere Enschedese gemeenteraadsleden, een nachtje voor de evacués kwamen. “Het is kamperen, en dan ook nog heel erg sober.”
Hummels: “Wij dachten dat mensen die helemaal aan het begin stonden van hun procedure maximaal zes maanden in een noodopvang zouden verblijven. Maar deze Afghaanse evacués komen al uit een andere noodopvang en zij hebben al een verblijfsvergunning. Ik wil graag weten weten waarom die groep in Enschede is geplaatst.”
Niet voor gezinnen
De noodopvang is ingericht op mensen die nog niet, of helemaal aan het begin in de asielprocedure zitten, zegt ook een woordvoerder van de gemeente Enschede.
Er was geen rekening gehouden met een grote groep gezinnen die al een verblijfsvergunning heeft. “Een noodopvang zoals die sinds medio december 2021 met stoom en kokend water in Enschede is ingericht, is in feite niet bedoeld voor deze Afghaanse groep mensen”, erkent hij.
Hummels: “Ik snap dus wel dat er in eerste instantie geen school was, en geen plek om te spelen. En ik zie ook wel hoe hard er door ambtenaren wordt gewerkt om het allemaal goed te regelen. Maar hoe lang blijf je genoegen nemen met: ‘we zijn ermee bezig’?”
De woordvoerder van de gemeente laat weten dat de oudere kinderen in eerste instantie met een taxi naar de middelbare school kunnen. ‘Die periode zullen we benutten om die kinderen (die het nog niet of onvoldoende geleerd hebben) fietstraining en verkeerslessen te geven en de route met hen te verkennen.’ Volgens hem is de school ongeveer een kwartier fietsen.
Waarom zij wel en wij niet?
Ondertussen hebben de mannen voor de poort van andere Afghaanse evacués gehoord hoe het er in de echte asielzoekerscentra aan toe gaat. “Daar hebben ze drie kamers voor zes personen”, weet Marouf. “Ze kunnen zelf koken, de kinderen kunnen naar school en buiten spelen. Ze hebben contact met Nederlanders en kunnen integreren.”
Het verschil is te groot, zegt de groep. Waarom worden zij weggestopt op een vliegveld en mogen andere gezinnen naar een betere plek?
Fazel Farid is de woordvoerder van de groep Afghanen hier in Enschede, hij regelt de contacten met journalisten, gemeenteraadsleden en de burgemeester. Hij is jurist, werkte voor de Europese politiemissie EUpol en zoekt nu precies uit waar hij recht op heeft.
Wachten op een huis
“Ik heb de wet bekeken”, zegt hij, “en nadat vluchtelingen een verblijfsvergunning hebben gekregen, en zijn aangemeld bij de gemeente, heeft die gemeente tien weken de tijd om een woning te regelen.” Al deze mannen hebben hun verblijfsvergunning al maanden in handen, maar van een aanbod voor een woning is nog lang geen sprake.
De Afghaanse mannen zijn geen asielzoekers, benadrukken ze meermaals. Ze zijn evacués, door Nederland in veiligheid gebracht, uitgenodigd eigenlijk, omdat ze in Afghanistan voor en met Nederlanders werkten.
Ze zetten zich af tegen de asielzoekers op het terrein, spreken van ‘die alleenstaande mannen’. Farid: “We willen dat de regering aandacht aan ons schenkt, en aan onze situatie”.
Lees ook:
Hoe een Afghaanse tolk na vier pogingen en uren in rioolwater toch op een evacuatievlucht belandde
Met koffie en appeltaart vertellen de Nederlander Jan Gras en een geëvacueerde Afghaanse tolk over het verloop van de evacuaties uit het land.
Ondanks beloftes van een warm welkom, wachten geëvacueerde Afghanen nog altijd op een woning
Sinds de zomer heeft Nederland ruim 3000 Afghanen uit Kaboel geëvacueerd, die gevaar liepen vanwege hun werk voor en met Nederlanders. Het welkom valt tegen.