Promotie
ADHD blijkt belangrijke voorspeller van huiselijk geweld
Daders van huiselijk geweld hebben vaak ADHD, blijkt uit nieuw onderzoek. Zij plegen dubbel zo vaak geweld tegen hun partner als daders zonder deze stoornis.
Plegers van huiselijk geweld hebben meestal ook ADHD. En hoe erger de stoornis, hoe meer partnergeweld er plaatsvindt. Wanneer symptomen van Attention Deficit Hyperactivity Disorder behandeld worden, neemt het geweld ook af. Dat blijkt uit onderzoek van Nannet Buitelaar, psychiater bij forensische polikliniek de Waag. Ze promoveerde aan het Radboudumc in Nijmegen.
Van zo’n 350 huiselijk geweldplegers die zijn onderzocht, kreeg maar liefst 60 procent de diagnose ADHD. Deze groep ging meer dan twee keer zo vaak over op verbaal en lichamelijk geweld richting hun (ex-)partner. Dit in vergelijking met daders zonder aandachtsstoornis.
Minder controle over emoties
De resultaten zijn niet geheel verrassend, zegt Buitelaar. “Mensen met ADHD hebben minder controle over hun emoties. Daardoor kunnen zij geregeld in woede uitbarsten.” In haar onderzoek keek Buitelaar uitsluitend naar cliënten van de Waag, een gerechtelijke behandelkliniek. Dit zijn vaak heftige gevallen, zoals veroordeelden die met dwang zijn opgenomen, mensen die een huisverbod van de politie opgelegd krijgen of ouders wier kinderen uit huis worden geplaatst.
Toch zijn het niet alleen de extreme gevallen die agressief gedrag vertonen, zegt Buitelaar. “Collega-behandelaars in de reguliere ggz zien hetzelfde gebeuren. Als iemand in een relatie ADHD heeft, ontstaan er vaker spanningen.” Er komt misschien geen politie bij, maar partners en kinderen kunnen daar natuurlijk wel last van hebben, zegt Buitelaar.
In Nederland kampt zo’n 2 tot 3 procent van de bevolking met ADHD. De stoornis vaststellen, is nogal eens onderwerp van discussie. Zo kunnen de symptomen verward worden met onderliggende stoornissen, zoals een persoonlijkheidsstoornis. Ook in Buitelaars onderzoek kwam ADHD soms voor naast een depressie of borderlinepersoonlijkheidsstoornis. “Hier hebben we dan ook voor gecorrigeerd. Als je dan kijkt naar het geweld in relatie tot de verschillende stoornissen, is ADHD steeds de zwaarst wegende factor.”
Bovendien wordt ADHD bij criminelen juist vaak gemist, zegt Buitelaar. Al in eerder onderzoek, uit 2012, zag zij dat meer dan de helft van de geweldplegers met ADHD de diagnose nooit eerder had gekregen. “Het gaat dan vaak om mannen die al op jonge leeftijd in aanraking komen met de politie. Daardoor raken zij uit het vizier van behandelaars.”
Behandeling werpt haar vruchten af
Het goede nieuws, zegt Buitelaar, is dat behandeling aantoonbaar haar vruchten afwerpt. “We hebben de daders een jaar lang gevolgd terwijl zij voor hun ADHD behandeld werden, zoals met medicijnen en praattherapie.” Door de symptomen van ADHD aan te pakken, neemt de hoeveelheid geweld in deze groep met minstens de helft af, blijkt uit het onderzoek. “Eigenlijk is het heel logisch: mensen leren patronen in hun gedrag beter te begrijpen. Als de druk op de ketel te hoog wordt, kunnen ze even afkoelen in plaats van dat zij uit de bocht vliegen.”
Bij huiselijk geweld zouden hulpverleners dan ook aandacht moeten hebben voor mogelijke ADHD, vindt Buitelaar. Andersom zou er bij de behandeling van ADHD ook gekeken moeten worden naar relatiespanningen. “Ik wil het stigma op aandachtsstoornissen niet vergroten, maar juist doorbreken. Vragen naar emotioneel en fysiek geweld moet heel normaal worden, want het overkomt heel veel mensen. Ik hoop echt dat dit een wake-up-call is.”
Lees ook:
ADHD vaak gemist bij crimineel
Bij meer dan de helft van de criminele mannen met ADHD is die stoornis in hun jeugd niet vastgesteld.
M/V op de divan; waarom de psychiatrie te weinig oog heeft voor sekseverschillen
In de psychiatrie is opvallend weinig aandacht voor verschillen tussen vrouwen en mannen, zegt psychiater Thérèse van Amelsvoort. Daardoor krijgen niet alleen vrouwen, maar ook mannen niet altijd de hulp die het beste voor hen is.